(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Het uitgangspunt van de politiehervorming was een eengemaakt politiekorps. Reeds in het verslag van de commissie Binnenlandse Zaken 2002 werd de noodzaak van gelijkvormigheid van alle politieopleidingen aangehaald. De politiescholen zijn nog steeds op het provinciale niveau georganiseerd. Naast een uniforme basisopleiding is iedere politieschool vrij in het geven van bijkomende cursussen. Dit leidt ertoe dat sommige politiemensen bijkomende cursussen volgen in uiterst agressieve gevechtstechnieken, opgezet voor oorlogssituaties. Politiemensen krijgen onvermijdelijk tijdens hun loopbaan met geweld te maken. Het is noodzakelijk dat in de opleiding op een professionele manier met dit gegeven wordt omgegaan.
1. Welke stappen werden er reeds ondernomen om tot een eenvormig aanbod van alle opleidingen te komen ? Zo niet, waarom volgde de regering de aanbevelingen niet van de commissie ?
2. Welke lesonderdelen gaan specifiek over gevechtstechnieken in de basisopleiding van politiemensen ?
Zijn deze lessen niet voldoende ? Zijn er op federaal niveau regels omtrent de bijscholing van politiemensen ?
3. Bestaat er enige controle wanneer besloten wordt tot inschakelen van externe lesgevers ? Zo ja, wat wordt er dan precies nagegaan ? In hoeverre wordt er nagegaan of de lessen wel gericht zijn op het beheersen van eventueel geweld ? Wordt er gekeken naar het profiel van de lesgevers ?
4. Wie financiert deze opleidingen door privé-firma's ?
Antwoord : Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.
1. De directie van de opleiding van de federale politie coördineert de opdrachten van de verschillende politiescholen en werkt aan de harmonisering en de ontwikkeling van de opleidingsprogramma's.
Specifiek inzake de opleiding geweldsbeheersing heeft die « Pedagogische Comités » opgericht, voor elk van de vier pijlers die daarop betrekking hebben :
1. Deontologie en psychosociale vaardigheden;
2. Politiële interventietechnieken;
3. Fysieke verdedigingsvaardigheden en het gebruik van dwang zonder vuurwapen;
4. Fysieke verdedigingsvaardigheden en het gebruik van dwang met vuurwapen.
Sinds hun oprichting ijveren deze comités voor de harmonisering van de verschillende opleidingen die bestonden vóór de hervorming.
De Commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau heeft onlangs de diverse actoren, betrokken bij het politieonderwijs gehoord en zal terzake dan ook een aantal aanbevelingen formuleren. Ik weet dat de Commissie er van uit gaat dat er moet gestreefd worden naar een geďntegreerd, gradueel opgebouwd en gediversifieerd totaalpakket van politieopleidingen.
Wat de geweldstrainingen betreft heb ik, na analyse van het rapport van het Comité P inzake sommige theoretische en praktische opleidingen met betrekking tot het gebruik van geweld, de directeur-generaal van de algemene directie Personeel van de federale politie opgedragen een circulaire uit te werken die voorschrijft dat in de politiezones en in de erkende politiescholen enkel geweldtrainingen mogen toegelaten worden die geďntegreerd zijn in de vormingsprogramma's of speciaal door de minister van Binnenlandse Zaken erkend werden. Om onder meer de eenvormigheid te garanderen zal de filosofie inzake geweldbeheersing, die tot de kern van de geďntegreerde politie behoort, en die dezelfde moet zijn voor de geďntegreerde politie, uitdrukkelijk in de richtlijn opgenomen worden.
Ik meen daan ook te mogen stellen dat de aanbevelingen van de commissie Binnenlandse Zaken, van het Comité P en van de Begeleidingscommissie worden opgevolgd.
2. De opleiding geweldsbeheersing is erop gericht de aspiranten de vaardigheden in het oplossen van gevaarlijke of potentieel gevaarlijke situaties waarmee zij tijdens de uitvoering van hun opdrachten kunnen worden geconfronteerd, aan te leren, die te ontwikkelen en te onderhouden.
Het betreft in het bijzonder volgende onderdelen :
de kennis van het wettelijk en deontologisch kader voor politieel optreden;
politiële interventietechnieken;
psychosociale vaardigheden inherent aan de politiefunctie;
het gebruik van dwang en verdediging met of zonder vuurwapen (met blote hand, wapenstok en pepperspray).
Tot op heden is gebleken dat deze lessen volstaan om de aspirant, na zijn opleiding, optimaal te kunnen inzetten als lid van de politiediensten.
Aangaande de bijscholing van het operationeel kader van de politiediensten, zijn het de korpschefs van de lokale politie en de diensthoofden van de federale politie die verantwoordelijk zijn voor het onderhouden van de vaardigheden van hun personeel.
Voor de federale politie werd een richtlijn uitgevaardigd die voorziet in een minimum aan bijscholing, zijnde, per operationeel personeelslid, twee schietoefeningen en twee geďntegreerde sessies geweldbeheersing per jaar.
In de nieuwe regelgeving zal een minimaal aantal uren voortgezette vorming voorzien worden voor geweldbeheersing.
3. De directeurs van de politiescholen zijn verantwoordelijk voor de keuze van de praktijkmonitors en opleiders waarop zij beroep doen, alsook voor de wijze waarop dezen de lessen organiseren om de vastgelegde doelstellingen te behalen.
De inhoud van de opleidingsprogramma's en het profiel van de opleiders is duidelijk bepaald voor de « officiële » opleidingen en het is de plicht van de directeur van de school strikt daarop toe te zien en zich ervan te vergewissen dat de doelstellingen van de opleiding worden behaald. Wat betreft de opleiding aangaande de fysieke verdedigingsvaardigheden en het gebruik van dwang, met of zonder vuurwapen, moet het onderwijzend personeel noodzakelijkerwijze beschikken over een politiebrevet (schietmonitor of monitor-aanvalswapens) en moeten de opleidingen volledig gericht zijn op het concept van de geweldsbeheersing.
Naast deze opleidingen staat het de politiescholen vrij allerlei andere opleidingsactiviteiten, stages, seminaries en dergelijke te organiseren. De directeur van de school die een dergelijke activiteit organiseert, beoordeelt alle parameters en bepaalt de verwachtingen waaraan de activiteit moet voldoen.
De Commissie ter begeleiding van de politiehervorming op lokaal niveau wijst ook op de noodzaak om, zowel op het niveau van de scholen als federaal, degelijk te waken over de kwaliteit van programma's, de cursussen en de pedagogische aspecten van de docenten.
Alleszins wordt ernaar gestreefd deze materie grondig te reglementeren. In de politiezones en in de erkende politiescholen zullen enkel geweldtrainingen toegelaten worden die geďntegreerd zijn in de vormingsprogramma's of speciaal erkend werden door de minister van Binnenlandse Zaken.
De zonechefs moeten de vraag naar alternatieve geweldsbeheersingstechnieken inperken. In de nieuwe richtlijnen zal de verantwoordelijkheid van de de zonechefs en van de directeurs van de scholen met betrekking tot de vorming van hun politieambtenaren concreet ingevuld worden.
4. Er zijn mij twee vormen van financiering van privé-firma's, voor de opleidingen bekend :
ofwel is de deelname aan de opleiding onderhevig aan een inschrijvingsgeld (en het gebruikte materiaal wordt door de organisator ter beschikking gesteld);
ofwel is de deelname aan de opleiding kosteloos, maar onderhevig aan de voorafgaande aankoop door de deelnemer van het gebruikte materiaal (hetgeen gecommercialiseerd wordt door de organisator).
In beide gevallen zijn het de deelnemers die de opleiding financieren.