Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 3-15

ZITTING 2003-2004

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vraag nr. 3-870 van de heer Caluwé d.d. 24 maart 2004 (N.) :
Mindervaliden. ­ Overlijden. ­ Tegemoetkoming. ­ Terugvordering.

Één van de knelpunten inzake de tegemoetkoming voor mindervaliden heeft betrekking op de uitbetaling van de tegemoetkoming na overlijden.

In de praktijk is het zo dat, wanneer de rechthebbende overlijdt na datum van inning van de cheque, de overblijvende ouder de tegemoetkoming van die maand mag behouden.

In geval van overlijden voor inning van de cheque, wordt het volledige maandbedrag teruggevorderd.

In geval van een overblijvende partner, wordt het maandbedrag altijd uitgekeerd.

Wat zijn de precieze redenen van het verschil dat men maakt in uitbetaling afhankelijk van de datum van overlijden ?

Het lijkt mij logischer dat men, in geval van overlijden, de begonnen maand volledig uitbetaalt, of de tegemoetkoming opsplitst in dagen.