(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Sinds de machtswissel in Zuid-Afrika verlieten meer dan 350 000 Zuid-Afrikanen hun land. Voor de helft gaat het om hooggeschoolden. Deze emigratiewens zet zich door. Recent onderzoek toont aan dat 70 % van de hoogopgeleide Zuid-Afrikanen denkt aan uitwijken.
Deze evolutie laat zich ook gevoelen op het vlak van de gezondheidszorg, in een land dat zeer zwaar door de aidsepidemie wordt getroffen. In het eigen land is een kwart van de medische vacatures niet ingevuld, terwijl de emigratie van medisch personeel sterk stijgt.
In welke mate wordt met deze problematiek rekening gehouden in de Belgische ontwikkelingssamenwerking aan Zuid-Afrika ?
Antwoord : In antwoord op zijn vraag kan ik het geachte lid het volgende meedelen.
De problematiek van de migratie van geschoold medisch personeel, die niet alleen in Zuid-Afrika, maar in gaans Subsaharaans Afrika ernstige vormen aanneemt, kwam aan bod tijdens het « Health Care for All Colloquium » dat de Belgische regering (DGOS) tijdens het Europees voorzitterschap met het Instituut voor tropische geneeskunde van Antwerpen (ITG) in oktober 2001 organiseerde.
In opvolging hiervan financierde DGOS een studie die in 2003 door het ITG werd uitgevoerd en die verschenen is in « The International Journal of Health Planning and Management, volume 18 » onder de titel « Health workforce imbalances in times of globalisation : brain drain of professional mobility ? ». De conclusies van deze studie zijn dat de oorzaken van de professionele migratie in de gezondheidssector niet enkel te zoeken zijn in de lage en middelgrote inkomenslanden, maar dat deze migratie eveneens in de hand gewerkt wordt door de stijgende vraag van sommige geļndustrialiseerde landen naar artsen en verpleegkundigen. De globalisering ondermijnt verder het fragiel evenwicht van de arbeidsmarkt in de lage inkomenslanden.
Belgiė werkt daarom mee aan een ontwerprichtlijn van de Europese Raad betreffende de voorwaarden inzake toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op arbeid in loondienst en economische activiteiten als zelfstandige.
Wat Zuid-Afrika betreft, blijkt dat het land de helft van zijn medisch personeel verloor aan brain drain slechts weinigen hiervan komen terecht in Belgiė terwijl in 1999 drie vierde van zijn rurale dokters van buiten Zuid-Afrika afkomstig waren. Terwijl zijn eigen dokters vertrekken naar het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Australiė, voert het land dokters in van andere Afrikaanse landen en van Cuba.
Uiteraard dient emigratie in de bredere socio-economische context van een land gezien te worden. Daarom biedt Belgiė ontwikkelingssteun aan Zuid-Afrika en werd de emigratieproblematiek hiervoor niet als uitgangspunt genomen. Vorming en capaciteitsopbouw van overheidspersoneel en van overheidsinstanties zijn echter wel belangrijke onderdelen van deze samenwerking. In dit verband verwijs ik het geachte lid naar het samenwerkingsakkoord dat in augustus 2001 tussen Belgiė en Zuid-Afrika werd getekend en dat voor de periode 2001-2005 de volgende prioritaire samenwerkingsdomeinen vastlegde :
gezondheidszorg met specifieke aandacht voor de HIV-aids problematiek;
de problematiek van de landteruggave;
veiligheid.
In twee van de drie samenwerkingsdomeinen wordt speciale aandacht besteed aan de vorming en de capaciteitsopbouw van de Zuid-Afrikaanse partner, namelijk in de domeinen van de « gezondheid » en de « veiligheid ».
Wat gezondheid betreft kan ik u het volgende meedelen.
In januari 2003 ondertekenden Belgiė en Zuid-Afrika een tweede bilateraal akkoord ten bedrage van 6,2 miljoen euro ter ondersteuning van het Zuid-Afrikaans programma « HIV/AIDS/STI/TB prevention, care and support ». Dit programma omvat onder andere een belangrijk onderdeel waarbij vorming op nationaal en provinciaal niveau inzake HIV/TB/STI wordt verstrekt.
Eerlang zullen Belgiė en Zuid-Afrika een tweede bilateraal akkoord in de gezondheidssector tekenen ten bedrage van 3,5 miljoen euro dat capaciteitsopbouw in de gezondheidssector als hoofdthema heeft met een specifieke aandacht voor de HIV/aids problematiek.
Wat veiligheid betreft kan ik u het volgende meedelen.
In 2003 ondertekenden Belgiė en Zuid-Afrika een tweede bilateraal akkoord ten bedrage van 3 miljoen euro ter ondersteuning van de « South African Police Service » waarbij vorming eveneens een belangrijk onderdeel is.
Uit hetgeen vooraf gaat, blijkt dat de Belgische samenwerking in het kader van deze problematiek een positieve bijdrage aan Zuid-Afrika levert.
Bovendien omvat de Belgische samenwerking naast de financiėle ondersteuning van de hierboven vermelde prioritaire samenwerkingsdomeinen jaarlijks een bedrag voor de financiering van beurzen van Zuid-Afrikaanse studenten voor aanvullende universitaire opleidingen. Deze opleidingsdomeinen worden in gemeenschappelijk overleg vastgelegd. In 2003 bedroeg deze financiering 300 000 euro.