3-49

3-49

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 25 MAART 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Lionel Vandenberghe aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de structurele onderfinanciering van de psychiatrische instellingen» (nr. 3-259)

Mondelinge vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de onderfinanciering van de psychiatrische ziekenhuizen» (nr. 3-267)

De voorzitter. - Ik stel voor deze mondelinge vragen samen te voegen. (Instemming)

De heer Lionel Vandenberghe (SP.A-SPIRIT). - Ik had deze ochtend, samen met enkele collega's, al de gelegenheid om de minister aan het woord te horen over psychiatrie. Nu gaat het echter om een zeer actueel probleem. Dinsdagavond vernamen we dat twee psychiatrische ziekenhuizen zich verplicht zien een honderdtal personeelsleden te laten afvloeien wegens financiële problemen. De hele sector wordt met dat probleem geconfronteerd en in feite wordt het mede door de overheid veroorzaakt.

Zo is er de financiering door het RIZIV. De instellingen wachten nog steeds op de verwerking van hun rekeningen van 1997. Psychiatrische ziekenhuizen kampen met acuut geldgebrek door achterstallige betalingen van de federale overheid. Vaak moeten ze geld lenen om de lonen te kunnen uitbetalen, waarop dan weer rente moet worden betaald. Ook de financiering van het verpleegdagbudget loopt mank. De minister besliste onlangs het dienstjaar 2004-2005 als een overgangsjaar te beschouwen. Hierdoor wordt de actualisering van het budget opnieuw uitgesteld. Voor vele psychiatrische ziekenhuizen worden die budgetten berekend op kostengegevens die 15 jaar oud zijn. Dat gaat niet op.

Een andere oorzaak van financiële problemen in de psychiatrische ziekenhuizen is de ontoereikende en laattijdige financiering van zorgvernieuwing in de geestelijke gezondheidszorg. De middelen daarvoor werden door de overheid toegezegd, maar worden te laat uitbetaald en zijn vaak niet kostendekkend.

Daarenboven is er een opmerkelijk verschil tussen de financiering van psychiatrische ziekenhuizen en algemene ziekenhuizen. Dat moest de minister vanmorgen ook toegeven. Ter financiering van de anciënniteit van het personeel wordt het algemene budget verhoogd met 0,75%. Omwille van het hogere aandeel van de personeelslasten in hun budget - 75% in de psychiatrische ziekenhuizen tegenover 40% in de algemene ziekenhuizen - is voor de psychiatrische ziekenhuizen echter een verhoging met 1,75% nodig. In de psychiatrie is er vooral nood aan hooggekwalificeerd personeel en niet zozeer aan dure apparatuur, zoals in andere takken van de gezondheidszorg.

Daarbij komt nog dat de tekorten voor het uitbetalen van personeel met een IBF-statuut blijven bestaan. De vergoeding voor IBF-personeel in algemene ziekenhuizen wordt met 2114 euro verhoogd, maar het IBF-personeel tewerkgesteld in psychiatrische ziekenhuizen blijft in de kou staan.

Recente studies hebben duidelijk gemaakt dat steeds meer mensen te kampen hebben met psychiatrische of psychologische problemen. Denk maar aan de onrustwekkende cijfers over zelfdoding. Mevrouw Van de Casteele heeft vanochtend cijfers aangehaald uit statistieken, en aangezien ik uit de sector zelf kom, weet ik dat die problemen zeer reëel zijn. De woordvoerster van de minister gaf aan, misschien in een emotionele reactie, dat de instellingen zelf de schuld dragen voor de financiële problemen.

Ik had graag een ernstig antwoord op volgende concrete vragen.

Welke maatregelen zal de minister nemen om een einde te maken aan de structurele onderfinanciering van de psychiatrische instellingen?

Is de minister van plan de achterstand in de verrekening van de subsidies weg te werken en de financiering te actualiseren? Wanneer?

Welke maatregelen zal de minister nemen om de verschillen in de financiering van de psychiatrische en de algemene ziekenhuizen weg te werken?

Zal de financiering van de anciënniteit van het personeel van de psychiatrische ziekenhuizen opgetrokken worden van 0,75% naar 1,75%? Wanneer?

Zal de vergoeding van het IBF-personeel in de psychiatrische ziekenhuizen worden opgetrokken? Wanneer?

Mevrouw Annemie Van de Casteele (VLD). - Aangezien collega Vandenberghe al heel wat toelichting heeft gegeven over de acute problemen in de sector van de psychiatrische ziekenhuizen, kan ik vrij kort zijn.

We hebben vanmorgen al gewezen op het belang van de geestelijke gezondheidszorg. Met een aantal collega's hebben we ter plaatse stage gelopen. Dan pas beseft men hoeveel mensen een beroep moeten doen op die instellingen en hoe het personeel zich inzet. Daarom vind ik het des te zorgwekkender te moeten vaststellen dat die ziekenhuizen omwille van hun financiële problemen, gedwongen worden personeel te ontslaan.

Collega Vandenberghe heeft een aantal oorzaken aangegeven. Hij heeft gewezen op de structurele onderfinanciering van alle ziekenhuizen. De minister heeft beslist het Kenniscentrum hierover om advies te vragen. We weten wat de oorzaken van de onderfinanciering zijn: de ziekenhuizen krijgen steeds meer bijkomende verplichtingen, er is de uitvoering van de sociale akkoorden en zo meer. Uit studies blijkt dat de onderfinanciering voor de hele ziekenhuissector ongeveer 365 miljoen euro bedraagt, wat neerkomt op 7,16% van hun uitgaven.

De psychiatrische ziekenhuizen hebben echter specifieke problemen. In tegenstelling tot gewone ziekenhuizen halen ze hun inkomsten meestal alleen uit de verpleegdagprijs, daar nauwelijks technische prestaties worden uitgevoerd. Bovendien hebben ze ook vaak te maken met onbetaalde facturen.

De dramatische toestand van sommige psychiatrische ziekenhuizen zou te wijten zijn aan een historisch ongelijke verdeling van de middelen. Een deel van de ziekenhuisfinanciering, onderdeel B1 van de ligdagprijs, is immers gebaseerd op een situatie van 20 tot 30 jaar geleden. De verschillen tussen wat ziekenhuizen daarvoor krijgen, zou tot 400 procent belopen. Bijkomend zou vooral de ontoereikende en laattijdige financiering van zorgvernieuwingsprojecten zoals de forensische psychiatrie, de thuispsychiatrie, de activering binnen de psychiatrie mede aan de basis liggen van de problemen.

Het verlies zou ook in grote mate te wijten zijn aan de kaskredieten die zij moeten opnemen omdat zij nu pas de overheidssubsidies voor de verpleegdagprijs voor 1997 zouden krijgen.

Kan de minister ons zeggen of die gegevens kloppen?

Wat wil de minister doen aan de onderfinanciering van de psychiatrische ziekenhuizen?

In de persnota van het VVI staat dat de minister een voorstel tot eerlijker verdeling van de beschikbare middelen over de verschillende initiatieven niet prioritair vond. Is dit bericht correct?

Wat is de visie van de minister op de zorgvernieuwing in de geestelijke gezondheidszorg en wil hij die volwaardig financieren?

Hoe zal hij zorgen voor een tijdige financiering?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - De structurele onderfinanciering is niet alleen een probleem van de psychiatrische sector, maar van de ziekenhuissector in het algemeen. De commissie-Tasiaux, heeft over dat probleem een verslag opgesteld. De regering wenste dat verslag door het Kenniscentrum te laten valideren alvorens enkele verbeteringen aan te brengen. De gegevens die in het rapport werden verzameld waren immers afkomstig van de ziekenhuizen zelf en een verdere analyse was dan ook noodzakelijk.

Uit de gegevens van het rapport van de commissie-Tasiaux blijkt niet dat de sector in zijn geheel zich in een financieel precaire toestand bevindt. De resultatenrekeningen geven aan dat verschillende boni werden geboekt: 26,9 miljoen euro in 1997, 50,4 miljoen euro in 1998, 48 miljoen euro in 1999, 68 miljoen euro in 2000 en 11,5 miljoen euro in 2001, een daling dus.

Bovendien heeft de sector de afgelopen jaren aanzienlijke bijkomende middelen ontvangen, zoals de geactualiseerde financiering van de zorgteams zodra de dienst voor 80% is bezet.

De budgettaire herzieningen voor de periode 1997-1998 van de middelen voor de sector worden momenteel afgesloten zodat ze vanaf 1 juli 2004 kunnen worden geïntegreerd.

Geen enkele studie heeft aangetoond dat de financiering van de anciënniteit van het personeel in psychiatrische ziekenhuizen oploopt tot 1,75% van deel B. Het verslag over de onderfinanciering wijst op een tekort van 0,75% voor heel de ziekenhuissector. De regering heeft dat cijfer in aanmerking genomen.

Ten slotte herinner ik eraan dat inzake het IBF-personeel de psychiatrische sector reeds sinds 1994 een bijkomende financiering van 6.509,29 euro geniet, terwijl de rest van de ziekenhuissector, acute en Sp-bedden, slechts 2.114 euro ontvangt sinds 1 januari 2004.

Ik ben bereid om samen met de sector zelf en met de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen de situatie van de psychiatrische sector te onderzoeken en ik zal het Kenniscentrum de opdracht geven om zich daarover te buigen.

De heer Lionel Vandenberghe (SP.A-SPIRIT). - De minister heeft heel wat cijfers aangehaald, wat bewijst dat men over voldoende gegevens beschikt en bijkomend studiewerk bijgevolg overbodig is. Wij moeten dus conclusies trekken.

Het is een drama dat ervaren personeelsleden in de psychiatrie worden vervangen door jongere krachten, wat op zich natuurlijk positief is, maar in deze discipline is ervaring nu eenmaal van groot belang. Aangezien psychiatrie investeert in begeleiding en behandeling, is het dramatisch dat die ervaren personeelsleden verdwijnen en de loonsverhoging niet in verhouding staat tot die van de algemene ziekenhuizen. Ik heb er evenwel vertrouwen in dat de minister snel maatregelen neemt voor deze belangrijke sector, die onze belangstelling nodig heeft.

Mevrouw Annemie Van de Casteele (VLD). - Ik ben van mening dat de minister met betrekking tot de globale ziekenhuisfinanciering terecht wacht op het advies van het Kenniscentrum, aangezien het om enorme budgetten van de ziekteverzekering gaat. Er moet inderdaad onderzoek worden gedaan naar de structurele onderfinanciering, de oorzaken daarvan, de eventuele misbruiken en dergelijke, hoewel het risico bestaat dat beslissingen hierdoor enigszins op de lange baan worden geschoven. Het Kenniscentrum functioneert nu eenmaal nog niet optimaal.

Uit het antwoord van de minister heb ik begrepen dat de toestand niet voor alle psychiatrische ziekenhuizen even precair is. Desondanks verzoek ik hem met de sector te overleggen, gelet op het probleem van de ongelijke verdeling, die historisch gegroeid is, opdat geen nieuwe problemen ontstaan. In afwachting van een structurele oplossing stel ik voor dat eventueel een noodplan wordt uitgewerkt om te vermijden dat nieuwe ontslagen, ook in andere instellingen, onvermijdelijk zijn.

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Beweren dat we over voldoende cijfers beschikken is onjuist omdat die cijfers nog niet gecontroleerde gegevens omvatten. Uiteindelijk gaat het om 368 miljoen euro en moeten we niet alleen een oplossing vinden voor de psychiatrie, maar voor de hele sector.

De regering heeft het Kenniscentrum de opdracht gegeven, niet om de beslissingen op de lange baan te schuiven, maar om ze te baseren op een stevige en niet-controversiële basis.

Pas maandag werd ik op de hoogte gebracht van de situatie van de instelling in Beernem. Deze namiddag vindt evenwel al overleg plaats op mijn kabinet tussen de directie van Beernem en mijn medewerkers.