3-45

3-45

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 4 MAART 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Ludwig Caluwé aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de financiering van de BSE-tests» (nr. 3-229)

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). - Enkele dagen geleden heeft de minister samen met de eerste minister en een vertegenwoordiging van de voedingssector een alternatief uitgewerkt voor de BSE-regeling. Het wordt morgen aan de Ministerraad voorgelegd.

Vergeleken met het voorstel dat eind december werd uitgewerkt, bevat het alternatief zeker een aantal pluspunten. Zo vind ik het positief dat voor de producent de prijs van de tests daalt, dat de BTW op de tests wegvalt, dat de concurrentie tussen laboratoria enigszins kan spelen omdat gewerkt wordt met een offertevraag, dat de regering de BTW op de lasten van het verleden overneemt.

Deze regeling roept echter ook een aantal vragen op. Hoe de BTW op de tests kan wegvallen wordt nog onderzocht. Kan de minister garanderen dat de prijzen van de tests zullen dalen? Een liberalisering van de keuze van de laboratoria waardoor de prijs kan dalen, zou een betere garantie zijn. Zal de minister de prijsevolutie van de tests snel evalueren?

De belangrijkste kritiek blijft echter dat het gedeelte van de kosten die volgens een Europese beslissing door de overheid mogen worden gedragen, namelijk 40 euro, in België door het Federale Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen naar de voedingssector worden doorgeschoven. Hierdoor zal de heffing door het FAVV met liefst 50 procent toenemen. Een gedeelte daarvan zal vermoedelijk worden doorgerekend aan de producent. Een ander gedeelte zal worden betaald door kaaswinkels, vishandels, bakkers, restaurants, zelfs vegetarische, cafés enzovoort. Dat lijkt me absurd. Kan de minister aangeven hoeveel dat de winkeliers zal kosten? Ik verneem dat de heffing van het FAVV per winkel jaarlijks gemiddeld met 50 euro zal toenemen.

Zal de minister over dat voorstel nog onderhandelen met de sector van de distributie en de horeca?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Het financieringsmechanisme dat de Ministerraad op 19 december 2003 heeft goedgekeurd, omvat twee grote punten: een retributie van 17 euro per getest rund die het slachthuis doorrekent aan de eigenaar van het dier en een heffing, de zogenaamde gezondheidsbijdrage, die varieert naargelang de diersoort en die wordt doorgerekend aan de consument van het vlees.

Uit verscheidene hoeken kwam er verzet tegen die regeling. Het was hoofdzakelijk gebaseerd op de vrees dat de gezondheidsbijdrage indirect zou worden afgewenteld op de veehouders via de prijszetting voor het levend vee.

Daarnaast zouden ook onze slachthuizen in een concurrentieel zwakke positie terechtkomen.

De dialoog die we de afgelopen maanden met de vleessector hebben gevoerd, heeft vorige week geleid tot een compromis met de betrokken sectoren. Het steunt op volgende principes.

Ten eerste wordt de terugbetaling van de openstaande schuld bij het BIRB gespreid over een termijn van 15 jaar. Het FAVV zal hiervoor jaarlijks bijkomend 3,3 miljoen euro vrijmaken in haar nieuw financieringssysteem via heffingen ten laste van alle operatoren in de voedselketen.

Ten tweede zullen we er alles aan doen om de kostprijs van de toekomstige BSE-tests op zeer korte termijn te doen dalen tot minder dan 51 euro. Die prijs zal alle kosten omvatten: monsterneming, analyse, BTW. Dankzij die prijsreductie kan de retributie worden verlaagd tot minder dan 11 euro per getest dier. Het FAVV zal instaan voor de overige 40 euro; het agentschap zal hiertoe jaarlijks bijkomend 14,4 miljoen euro vastleggen in haar nieuwe financieringssysteem, ook weer via heffingen ten laste van alle operatoren in de voedselketen.

Zodoende zullen de kosten van de BSE-tests, die enkel in het belang van de voedselveiligheid worden gedaan, over de hele voedselketen worden gespreid. Mochten in de toekomst gelijkaardige problemen rijzen in andere sectoren, dan kan hetzelfde principe worden gehanteerd.

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). - Ik betreur dat ik op twee vragen geen antwoord heb gekregen. De minister heeft niet medegedeeld hoeveel die regeling jaarlijks zal kosten aan de individuele winkeliers en restauranthouders. Ik heb niet gehoord dat de minister het bedrag van gemiddeld 50 euro, dat uit de berekeningen van de sector naar voren kwam, heeft tegengesproken.

Ook heb ik geen antwoord gekregen op mijn vraag of hierover nog zal worden onderhandeld met de distributiesector. Ik heb begrepen dat die regeling aan de sector wordt opgelegd, wat ik uiteraard betreur.

De hoge kostprijs van de BSE-tests is louter en alleen te wijten aan de slechte organisatie door de overheid. Zij moet dan ook de kostprijs volledig op zich nemen. Europa staat toe dat de overheid per test 40 euro betaalt. In andere landen gebeurt dat ook, alleen in België wordt de rekening doorgeschoven naar de rest van de voedselketen. Dit is een zeer onrechtvaardige maatregel en ik hoop dat hij alsnog wordt ingetrokken.

Een derde van de heffing die de operatoren in de voedselketen vanaf januari 2005 zullen moeten betalen, zal louter en alleen dienen voor de financiering van de BSE-tests.

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik kijk enkel naar de volksgezondheid en dus naar de kwaliteit van ons voedsel.

Men moet weten wat men wil. Ik heb in de Senaat de opmerking gekregen dat de tests te duur waren. Ik heb dan ook maatregelen genomen om de prijs te verlagen.

Een andere opmerking was dat alle vleessectoren moeten betalen voor de problemen in de rundvleessector. Dat is vooral in het nadeel van Vlaanderen. Nu ligt een voorstel op tafel om de kosten te spreiden over de hele voedselketen.

Ik moet keuzes maken en dat heb ik dan ook gedaan.

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). - Ik heb in dit dossier altijd verdedigd dat een evenwichtige oplossing er enkel in kan bestaan dat de overheid zelf opdraait voor de kosten die voortvloeien uit de slechte organisatie door haar zelf uitgewerkt.