Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 3-9

ZITTING 2003-2004

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Justitie

Vraag nr. 3-447 van de heer Delacroix d.d. 26 november 2003 (Fr.) :
Recht op werkloosheidsuitkeringen. ­ Uitsluitingsmaatregelen. ­ Beroep. ­ Beslissingen van de arbeidsrechtbanken en -hoven.

De regering kondigt maatregelen aan van uitsluiting van het recht op werkloosheidsuitkeringen en van « bestrijding van de sociale fraude ».

Die zullen tot uiting komen in de beslissingen van de gewestelijke RVA-directies.

Het beroep tegen die beslissingen voor de arbeidsrechtbanken is evenwel niet schorsend.

Bijgevolg rijzen de volgende vragen :

1. Hoeveel van die beslissingen zijn de jongste jaren gemiddeld door de arbeidsrechtbanken en -hoven vernietigd ?

2. Wat is de gemiddelde termijn van dergelijke rechtspleging ?

Antwoord : 1. Op grond van de elementen van antwoord die de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening mij heeft bezorgd, kan ik het geachte lid de cijfers meedelen die betrekking hebben op de beslissingen van de 30 werkloosheidsbureaus van het land.

1. In 2002 hebben de diensten Toelaatbaarheid en de diensten Betwiste Zaken van de RVA 157 187 voor de werkloze negatieve beslissingen genomen, tegenover 156 057 in 2001.

De werkloze die niet akkoord gaat met een beslissing van de RVA, kan een beroep instellen bij de arbeidsrechtbank binnen de drie maanden na de betekening van de beslissing.

In 2002 zijn 2 444 beroepen ingediend bij de arbeidsrechtbank, tegenover 2 671 in 2001 en 7 122 in 1998.

Er is een daling van het aantal beroepen tegen de niet-vergoedbaarheid wegens onjuiste of ontbrekende verklaringen of het niet-nakomen van controleverplichtingen. Het totale aantal gevallen waarin een administratieve sanctie werd opgelegd of een verwittiging werd gegeven, is weliswaar verhoogd in vergelijking met 2001, maar het aantal weken uitsluiting is gevoelig gedaald. Bovendien waren het vooral de verwittigingen die stegen : van 3 252 in 2001 naar 4 737 in 2002. De werkloze heeft geen reëel belang om beroep aan te tekenen tegen een verwittiging aangezien hij in dat geval niet in zijn recht op uitkeringen getroffen wordt.

Vonnissen

Eindvonnissen waarbij een uitspraak ten gronde werd gedaan 2 876
Volledige bevestiging van de administratieve beslissing 1 681
Gedeeltelijke bevestiging van de administratieve beslissing 445
Vernietiging van de administratieve beslissing 750
Tussenvonnissen 402
Andere vonnissen (beroep onontvankelijk, zonder voorwerp, doorhaling of afstand) 646
Totaal aantal vonnissen 3 924

Naast de vermindering van het aantal gerechtelijke beroepen, stelt men een daling vast van 24 % van het totaal aantal vonnissen ten opzichte van 2001 (3 924 tegenover 5 137).

De administratieve beslissing werd hetzij volledig, hetzij gedeeltelijk bevestigd in 2 126 gevallen, wat overeenstemt met 74 % van de 2 876 eindvonnissen (vonissen waarbij ten gronde een uitspraak wordt gedaan).

Arresten

Er werd hoger beroep ingesteld bij de arbeidshoven tegen 415 vonnissen. De RVA heeft 197 hogere beroepen ingesteld, hetzij tegen 16 % (18 % in 2001) van de definitieve vonnissen die gedeeltelijk of volledig ongunstig waren voor de RVA. De werklozen hebben 218 hogere beroepen ingesteld, hetzij tegen 10 % (14 % in 2001) van de denitieve vonnissen die gedeeltelijk of volledig ongunstig waren voor hen.

Bij de eindarresten waarin een uitspraak ten gronde werd gedaan, werd in 441 gevallen het standpunt van de RVA hetzij volledig, hetzij gedeeltelijk bevestigd, wat overeenstemt met 77 % van de eindarresten.

Er werden 232 eindarresten ten gronde uitgesproken als gevolg van een hoger beroep van de RVA. Daarvan bevestigde 62 % geheel of gedeeltelijk het standpunt van de RVA. Van de gevallen waarin de rechter het hoger beroep van de RVA ongegrond verklaarde had één geval op twee te maken met een schorsing wegens langdurige werkloosheid (in 2001 één op drie).

Er werden 342 eindarresten ten gronde uitgesproken als gevolg van een hoger beroep van een werkloze. Bij 87 % van die arresten werd het standpunt van de RVA volledig of gedeeltelijk bevestigd.

Ten slotte heeft de RVA negen voorzieningen in cassatie ingesteld tegen arresten inzake werkloosheidsgeschillen. De werklozen hebben er drie ingesteld.

Het Hof van cassatie heeft in 2002, 12 arresten uitgesproken in werkloosheidsgeschillen. Daarvan waren er zes gunstig voor de RVA.

2. Gemiddelde duur van deze gerechtelijke procedures

In eerste aanleg : 250 dagen.

In beroep : 341 dagen.