3-41 | 3-41 |
(De tekst aangenomen door de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden is dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp. Zie stuk Kamer 51-584/8.)
De voorzitter. - Op het opschrift heeft de heer Van Hauthem c.s. amendement 19 ingediend (zie stuk 3-473/4) dat luidt:
Het opschrift vervangen als volgt:
"Ontwerp van bijzondere wet tot overheveling van een aantal bevoegdheden inzake de verkiezing van de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad".
De heer Joris Van Hauthem (VL. BLOK). - Het is niet logisch dat de deelstaatparlementen nog afhankelijk zijn van het federale niveau om hun verkiezingen te organiseren. Op het ogenblik is het federale parlement bevoegd voor het grootste gedeelte van de kieswetgeving voor de regionale parlementen. De deelstaten zijn maar voor een klein deel bevoegd, onder meer voor de kieskringen en de voordracht van de kandidaten. De regelgeving is dus verdeeld over twee niveaus. Wij willen dat de volledige bevoegdheid ter zake naar de gewesten, in casu de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad, wordt overgeheveld.
Dat is meteen ook verantwoording van het volgende amendement.
De voorzitter. - De heer Van Hauthem c.s. heeft amendement 20 ingediend (zie stuk 3-473/4) dat luidt:
Een artikel 1bis invoegen, luidende:
"Art. 1bis. - In de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 wordt een artikel 6quater ingevoegd, luidende:
"Art. 6quater. - De Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad zijn, ieder wat hem betreft, bevoegd voor de wijze waarop de Raad wordt verkozen.""
Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 2 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
Een artikel 2bis invoegen, luidend als volgt:
"Art. 2bis. - In artikel 24bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen wordt een §1bis ingevoegd, luidend als volgt:
§1bis. Onverminderd de bepalingen van §1 mag niemand zich tegelijk verkiesbaar stellen voor de verkiezingen van de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad en de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers of het Europees Parlement wanneer deze verkiezingen op dezelfde dag plaatshebben.
De bewilligende kandidaat die deze verbodsbepaling overtreedt, is strafbaar met de straffen bepaald bij artikel 202 van het Kieswetboek. Zijn naam wordt geschrapt van alle lijsten waarop hij voorkomt overeenkomstig de bepalingen van artikel 118, zevende en achtste lid, van het Kieswetboek."
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Dit amendement beoogt de dubbele of meervoudige kandidaatstelling bij gelijktijdige verkiezingen van de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad enerzijds en de verkiezingen van de federale wetgevende kamers of het Europees Parlement anderzijds onmogelijk te maken. Thans is het mogelijk bij gelijktijdige verkiezingen voor meer dan één assemblee kandidaat te zijn en te worden verkozen. Alleen voor de verkiezingen van de federale kamers kan niemand tegelijk kandidaat zijn voor Kamer en Senaat. Het is echter wel mogelijk om tegelijk kandidaat te zijn voor de verkiezingen van de gewestraden en de verkiezingen van de federale kamers of het Europees Parlement wanneer deze verkiezingen op dezelfde dag plaatshebben.
Nochtans is de hoedanigheid van lid van de gewestraad onder meer onverenigbaar met die van lid van de Kamer, van de Senaat of van het Europees Parlement. Aangezien een verkozene voor twee of meer mandaten tussen dewelke een grondwettelijke of wettelijke onverenigbaarheid geldt, slechts één mandaat kan opnemen, dient hij zich voor de andere mandaten te laten vervangen. Voor de inspraak van de kiezer is dit nefast. Kiezers die hun stem hebben uitgebracht voor een kandidaat die verkozen is verklaard voor meer dan één assemblee moeten na de verkiezingen vaststellen dat de betrokkene slechts één mandaat kan opnemen en zich voor de andere moet laten vervangen door een opvolger voor wie de kiezers niet hebben gestemd. De kiezer houdt hieraan de indruk over dat hij wordt misleid. Tevens doet de dubbele of meervoudige kandidaatstelling bij gelijktijdige verkiezingen een discriminatie van zowel kiezers als kandidaten ontstaan.
De kiezers onderling worden verschillend behandeld doordat ze hun stem kunnen inschatten voor kandidaten die voor een assemblee kandidaat zijn maar niet voor kandidaten die voor meer dan een assemblee kandidaat zijn. Kandidaten die zich voor meer dan een assemblee kandidaat stellen worden gunstiger behandeld doordat ze over meer middelen kunnen beschikken om een verkiezingscampagne te voeren en doordat ze in voorkomend geval kunnen kiezen welk mandaat ze opnemen.
Deze argumenten zijn gedeeld door het arrest van het Arbitragehof nummer. 73/2003 van 26 mei 2003 over de dubbele kandidaatstelling voor Kamer en Senaat. Het Arbitragehof heeft deze dubbele kandidaatstelling vernietigd. In mijn algemene uiteenzetting van vanochtend ben ik daar verder op ingegaan en heb ik aangetoond dat deze regeling noodzakelijk is omdat de verkiezingen anders een ongrondwettelijk verloop zullen kennen. Het verwondert mij dan ook dat de bepaling die in elk geval als gevolg van het arrest van het Arbitragehof diende te worden geregeld, niet is opgenomen. Dat is de paarse paradox: men regelt wat niet moet worden geregeld en men regelt niet wat moet worden geregeld.
De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 3 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
Een artikel 2ter invoegen, luidend als volgt:
"Art. 2ter. - In hoofdstuk II, afdeling 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, wordt een artikel 24ter ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 24ter. - Het lid van de Vlaamse Raad, de Raad van de Franstalige Gemeenschap of de Waalse Gewestraad dat zich kandidaat heeft gesteld bij de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers of het Europees Parlement en verkozen is, verliest zijn hoedanigheid van lid van de Vlaamse Raad, de Raad van de Franstalige Gemeenschap of de Waals Gewestraad zodra zijn verkiezing openbaar is afgekondigd.
Het lid van de Vlaamse Raad, de Raad van de Franstalige Gemeenschappen of de Waalse Gewestraad dat door opvolging een mandaat van een volksvertegenwoordiger, rechtstreeks gekozen, gecoöpteerd senator, of van lid van het Europees Parlement voleindigt, verliest zijn hoedanigheid van lid van de Vlaamse Raad, de Raad van de Franstalige Gemeenschap of van de Waalse Gewestraad zodra hij de eed aflegt van volksvertegenwoordiger of senator.""
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik verwijs naar de uitvoerige verantwoording.
De voorzitter. - Artikel 3 luidt:
In artikel 28 van dezelfde bijzondere wet, vervangen bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 22 januari 2002, worden het eerste en tweede lid vervangen als volgt:
"Bij het voordragen van de kandidaten voor de mandaten van lid van de Vlaamse Raad of van de Waalse Gewestraad, al naar gelang het geval, moeten tegelijkertijd en met inachtneming van dezelfde vormen kandidaat-opvolgers worden voorgedragen. Zij moeten, op straffe van nietigheid, voorgedragen worden in dezelfde akte als de kandidaat-titularissen en de samen voorgedragen kandidaten van beide categorieën moeten daarin afzonderlijk worden gerangschikt met nauwkeurige aanduiding van elke categorie.
Het aantal kandidaten voorgedragen voor de opvolging moet gelijk zijn aan het aantal kandidaat-titularissen. Wanneer het aantal kandidaten voorgedragen voor de effectieve mandaten groter is dan zestien, wordt het aantal kandidaat-opvolgers evenwel verplicht vastgesteld op zestien. Wanneer het aantal kandidaten voorgedragen voor de effectieve mandaten kleiner is dan vier, wordt het aantal kandidaat-opvolgers verplicht vastgesteld op vier.
De voordracht van de kandidaat-titularissen en -opvolgers geeft de volgorde aan waarin deze kandidaten in elk van beide categorieën worden voorgedragen.
Geen enkele lijst mag een aantal kandidaat-titularissen bevatten dat groter is dan het aantal te verkiezen leden.
Op elk van de lijsten mag noch het verschil tussen het aantal kandidaat-titularissen van elk geslacht, noch het verschil tussen het aantal kandidaat-opvolgers van elk geslacht, groter zijn dan één.
Noch de eerste twee kandidaat-titularissen, noch de eerste twee kandidaat-opvolgers van elk van de lijsten mogen van hetzelfde geslacht zijn.".
Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 4 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
Het voorgestelde tweede lid vervangen als volgt:
"Het maximum aantal kandidaat-opvolgers wordt vastgesteld op de helft van het aantal kandidaat-titularissen, vermeerderd met één. Indien het resultaat van het in twee delen van het aantal van die kandidaten decimalen bevat, worden die afgerond naar de hogere eenheid. Er moeten evenwel minstens zes kandidaat-opvolgers zijn."
Op amendement 4 heeft mevrouw de Bethune c.s. het subsidiair amendement 5 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
Het voorgestelde artikel wijzigen als volgt:
A) In het eerste lid worden tussen de woorden "lid van de Vlaamse Raad of" en "van de Waalse Gewestraad" het woord "lid" ingevoegd.
B) In het tweede lid worden de woorden "Het aantal kandidaten voorgedragen voor de opvolging" vervangen door de woorden "Het aantal kandidaat-opvolgers", en de woorden "het aantal kandidaten voorgedragen voor de effectieve mandaten" door de woorden "het aantal kandidaat-titularissen".
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Amendement 4 brengt de regeling voor het bepalen van het aantal opvolgers in overeenstemming met de regeling die van toepassing is voor de verkiezingen van het federale en het Europees parlement. Een harmonisering is aangewezen.
Amendement 5 beoogt dezelfde definities voor dezelfde begrippen te gebruiken.
De voorzitter. - Artikel 4 luidt:
In artikel 28quater van dezelfde bijzondere wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, worden de woorden "of die, wanneer de kieskringen met de provinciegrenzen samenvallen of deze overschrijden, maar kleiner zijn dan het Gewest, in andere kieskringen van het betrokken Gewest zijn voorgedragen", geschrapt.
De heer Brotcorne stelt voor dit artikel te schrappen (amendement 21, zie stuk 3-473/4).
M. Christian Brotcorne (CDH). - Comme je l'ai expliqué ce matin, si nous acceptons le principe du seuil de 5%, nous estimons souhaitable de conserver le mécanisme de l'apparentement, même là où les listes ont une portée provinciale.
De voorzitter. - Artikel 5 luidt:
In artikel 29bis, tweede lid, van dezelfde bijzondere wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, worden de woorden "voor de effectieve mandaten" ingevoegd tussen de woorden "Alleenstaande kandidaturen" en de woorden "worden geacht".
Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 6 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
In het voorgestelde artikel de woorden "voor de effectieve mandaten" vervangen door de woorden "voor de kandidaat-titularissen".
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Het verdient de voorkeur in dezelfde wet dezelfde definities voor dezelfde begrippen te gebruiken.
De voorzitter. - Artikel 6 luidt:
In artikel 29ter van dezelfde bijzondere wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1º het eerste tot derde lid wordt het tweede tot vierde lid;
2º er wordt een nieuw eerste lid ingevoegd luidende:
"Worden enkel toegestaan voor de zetelverdeling, de lijsten die minstens 5% van het algemeen totaal van de geldig uitgebrachte stemmen behaald hebben in de kieskring waar zij voor stemming aan de kiezers voorgedragen werden.";
3º in het eerste lid dat het tweede lid wordt, worden de woorden "toegestaan voor de zetelverdeling," ingevoegd tussen de woorden "van iedere lijst" en de woorden "achtereenvolgens door 1, 2, 3, 4, 5 enz.";
4º in het tweede lid dat het derde lid wordt, worden de woorden "toegestaan voor de zetelverdeling," ingevoegd tussen de woorden "de lijsten" en de woorden "geschiedt";
5º in het eerste zinsdeel van het derde lid dat het vierde lid wordt, wordt het woord "kandidaten" vervangen door de woorden "kandidaat-titularissen en -opvolgers";
6º in hetzelfde zinsdeel van hetzelfde derde lid dat het vierde lid wordt, worden de woorden "toegelaten tot de verdeling," ingevoegd tussen de woorden "andere lijsten" en het woord "toekomen".
Mevrouw de Bethune c.s. stelt voor dit artikel te schrappen (amendement 7, zie stuk 3-473/2).
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - De invoering van een kiesdrempel heeft niets te maken met het tegengaan van de versplintering van het politieke landschap, maar alles met de herverkaveling van het politieke landschap in het voordeel van de paarse kopstukken.
De voorzitter. - Artikel 7 luidt:
In artikel 29quinquies van dezelfde bijzondere wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 5 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1º tussen het eerste en het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
"Enkel de lijsten die minstens 5% van het algemeen totaal van de geldig uitgebrachte stemmen in de kieskring hebben behaald, mogen deelnemen aan de in de volgende leden voorziene verrichtingen.";
2º in de eerste zin van het tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt het woord "kieskringhoofdbureau" ingevoegd tussen het woord "Het" en het woord "deelt".
Mevrouw de Bethune c.s. stelt voor dit artikel te schrappen (amendement 8, zie stuk 3-473/2).
Artikel 8 luidt:
In artikel 29sexies, §1, van dezelfde bijzondere wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 5 april 1995, wordt het derde lid vervangen als volgt:
"Enkel de lijstenverbindingen waarvan het gecumuleerde verkiezingscijfer van alle kieskringen van de provincie waar zij voorgedragen zijn voor de stemmingen van de kiezers, minstens 5% bedraagt van het algemeen totaal van de geldig uitgebrachte stemmen in de hele provincie, worden toegelaten tot de aanvullende verdeling en op voorwaarde dat het verkiezingscijfer dat zij per kieskring behaald hebben, in minstens één kieskring van de provincie ten minste gelijk is aan zesenzestig ten honderd van de kiesdeler die krachtens artikel 29quinquies, eerste lid, vastgesteld is. Ook de alleenstaande lijsten die aan deze dubbele voorwaarde voldoen worden toegelaten tot de aanvullende verdeling.".
Mevrouw de Bethune c.s. stelt voor dit artikel te schrappen (amendement 9, zie stuk 3-473/2).
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - De verantwoording van de amendementen 8 en 9 is dezelfde als voor amendement 7.
De voorzitter. - Artikel 10 luidt:
Artikel 29octies, van dezelfde bijzondere wet, vervangen bij de bijzondere wet van 22 januari 2002, wordt vervangen als volgt:
"Art. 29octies. - Wanneer het aantal kandidaat-titularissen van een lijst gelijk is aan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, zijn al die kandidaten gekozen.
Is het eerste van die aantallen groter dan het tweede, dan worden de zetels toegekend aan de kandidaat-titularissen in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij behaald hebben. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend. Alvorens de gekozenen aan te wijzen, kent het kieskringhoofdbureau of het provinciaal centraal bureau, naar gelang van het geval, aan de kandidaat-titularissen individueel de helft van het aantal stembiljetten toe ten gunste van de volgorde van voordracht van deze kandidaten. Deze helft wordt vastgesteld door het totaal van het aantal lijststemmen en het aantal naamstemmen uitsluitend ten gunste van één of meerdere kandidaat-opvolgers, te delen door twee. De toekenning van deze stembiljetten gebeurt door overdracht. Zij worden toegevoegd aan de naamstemmen die de eerste kandidaat-titularis van de lijst heeft behaald, voor wat nodig is om het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor elke lijst, te bereiken. Is er een overschot, dan wordt het op gelijkaardige wijze toegekend aan de tweede kandidaat-titularis, vervolgens aan de derde en zo verder, totdat de helft van het aantal stembiljetten die gunstig zijn voor de volgorde van voordracht van deze kandidaten, uitgeput is.
Het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor elke lijst, wordt bereikt door het verkiezingscijfer van de lijst zoals het bepaald is in artikel 29bis, te delen door het aantal zetels dat toegekend is aan deze lijst, vermeerderd met een eenheid.
Wanneer het aantal kandidaat-titularissen van een lijst lager is dan dat van de aan de lijst toekomende zetels, zijn die kandidaten gekozen en worden de overblijvende zetels toegekend aan de kandidaat-opvolgers die als eerste voorkomen in de in artikel 29nonies aangeduide volgorde. Bij gebrek aan voldoende opvolgers, wordt de verdeling van het overschot geregeld overeenkomstig het laatste lid van artikel 29ter.".
Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 10 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
Het voorgestelde artikel wijzigen als volgt:
A) In het tweede lid wordt:
1) de eerste zin vervangen als volgt:
"Is het eerste aantal groter dan het tweede, dan worden de zetels toegekend aan de kandidaat-titularissen die de meeste naamstemmen hebben behaald";
2) de vierde zin vervangen als volgt:
"Deze helft wordt verkregen door het totaal van de stembiljetten waarop een lijststem is uitgebracht en de stembiljetten waarop uitsluitend ten gunste van één of meer kandidaat-opvolgers werd gestemd, te delen door twee.";
3) in de zesde zin de woorden "dat specifiek is voor elke lijst" vervangen door de woorden "van de lijst";
4) in de laatste zin de woorden "uitgeput is" vervangen door de woorden "tot nul is teruggebracht".
B) wordt het derde lid vervangen als volgt:
"Het verkiesbaarheidscijfer van elke lijst wordt verkregen door het stemcijfer van de lijst te delen door het aantal van de aan de lijst toegekende zetels, vermeerderde met één, zoals wordt bepaald in artikel 29bis."
C) wordt het vierde lid vervangen als volgt:
"Is het aantal kandidaat-titularissen van een lijst lager dan dat het aantal zetels dat aan de lijst toekomt, dan zijn deze kandidaten gekozen en worden de overblijvende zetels toegekend aan de kandidaat-opvolgers die het eerst komen in de bij artikel 29nonies bepaalde volgorde. Zijn er niet genoeg opvolgers, dan wordt het overschot verdeeld overeenkomstig artikel 29ter, derde lid."
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Dit amendement beoogt de formulering van het voorgestelde artikel te verduidelijken en een inspanning te doen om de Nederlandse tekst met de Franse tekst in overeenstemming te brengen. Ik wens het separatisme niet zo ver te drijven dat de Nederlandse en de Franse versie van dezelfde tekst verschillen.
De voorzitter. - Artikel 12 luidt:
Artikel 29nonies van dezelfde bijzondere wet, vervangen bij de bijzondere wet van 22 januari 2002, wordt vervangen als volgt:
"Art. 29nonies. - Voor elke lijst waarop één of meer kandidaten gekozen zijn krachtens artikel 29octies, worden de kandidaten voor de opvolging die het grootste aantal stemmen hebben behaald, of bij gelijk stemmenaantal, in de volgorde van inschrijving op het stembiljet, eerste, tweede, derde, enz. opvolger verklaard.
Voorafgaandelijk aan hun aanwijzing gaat het hoofdbureau, nadat het de titularissen aangewezen heeft, over tot de individuele toekenning aan de kandidaat-opvolgers, van de helft van het aantal stembiljetten die gunstig zijn voor de volgorde van voordracht van deze kandidaten. Deze helft wordt vastgesteld door het totaal van het aantal lijststemmen en het aantal naamstemmen uitsluitend ten gunste van één of meerdere kandidaat-titularissen, te delen door twee.
De toekenning van deze stembiljetten gebeurt door overdracht. Zij worden toegevoegd aan de naamstemmen die de eerste kandidaat-opvolger heeft behaald, voor wat nodig is om het in artikel 29octies, derde lid, bedoelde verkiesbaarheidscijfer te bereiken. Is er een overschot, dan wordt het op gelijkaardige wijze toegekend aan de tweede kandidaat-opvolger, vervolgens aan de derde en zo verder, volgens de volgorde van voordracht, totdat de helft van het aantal stembiljetten die gunstig zijn voor de volgorde van voordracht van deze kandidaten, uitgeput is.
Er wordt niets toegekend aan de kandidaten die tegelijk als kandidaat-titularis en als kandidaat-opvolger voorgedragen worden en die reeds aangewezen zijn als gekozenen bij de kandidaat-titularissen, overeenkomstig artikel 29octies.".
Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 11 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
Het voorgestelde artikel wijzigen als volgt:
A) in het eerste lid wordt het zinsdeel volgend op de woorden "artikel 29octies", vervangen als volgt:
"worden de kandidaat-opvolgers die de meeste stemmen hebben behaald, eerste, tweede, derde opvolger en zo verder, verklaard; bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van inschrijving op het stembiljet beslissend.";
B) het tweede lid wordt vervangen als volgt:
"Alvorens de opvolgers aan te wijzen, kent het hoofdbureau aan de kandidaat-opvolgers individueel de helft van het aantal stembiljetten ten gunste van de volgorde van voordracht van deze kandidaten toe. Deze helft wordt verkregen door het totaal van de stembiljetten waarop een lijststem is uitgebracht en de stembiljetten waarop uitsluitend ten gunste van één of meer kandidaat-titularissen werd gestemd, te delen door twee.";
C) het derde lid wordt vervangen als volgt:
"De toekenning van de helft van deze stembiljetten gebeurt door overdracht. Aan de door de eerste kandidaat-opvolger behaalde naamstemmen, wordt dit aantal toegevoegd voor wat nodig is om het verkiesbaarheidscijfer te bereiken bedoeld in artikel 29octies, derde lid. Is er een overschot, dan wordt het toegekend aan de tweede kandidaat, vervolgens aan de derde en zo verder, in de volgorde van voordracht, totdat het aantal van de helft van deze stembiljetten tot nul is herleid.";
D) het vierde lid wordt vervangen als volgt:
"Er worden geen stemmen toegekend aan de kandidaten die tegelijk als titularis en als opvolger zijn voorgedragen en reeds als titularis gekozen zijn overeenkomstig artikel 29octies."
Artikel 13 luidt:
In dezelfde bijzondere wet wordt een artikel 29nonies¹ ingevoegd, luidende:
"Art. 29nonies¹. - De eventuele decimalen van het quotiënt dat verkregen wordt enerzijds door het totaal van de in de artikelen 29octies en 29nonies bedoelde stembiljetten, die gunstig zijn voor de volgorde van voordracht van respectievelijk de kandidaat-titularissen en de kandidaat-opvolgers, te delen door twee, en anderzijds, door het kiescijfer van de in artikel 29bis bedoelde lijst te delen door het aantal van de zetels die aan de lijst toekomen, vermeerderd met een eenheid, om het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor die lijst, te bepalen, overeenkomstig artikel 29octies, derde lid, worden afgerond tot op de hogere eenheid, ongeacht of ze al dan niet 0,50 bereiken.".
Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 12 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
In het voorgestelde artikel het woord "kiescijfer" vervangen door het woord "stemcijfer" en de woorden "het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor die lijst, te bepalen, overeenkomstig artikel 29octies" door de woorden "het overeenkomstig artikel 29octies bepaalde verkiesbaarheidscijfer van elke lijst."
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - De amendementen 11 en 12 gaan uit van dezelfde bezorgdheid als bij de vorige amendementen, namelijk het gebruik van dezelfde begrippen voor dezelfde inhoud.
De voorzitter. - Artikel 14 luidt:
Artikel 29undecies, tweede lid, van dezelfde bijzondere wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, wordt opgeheven.
De heer Brotcorne stelt voor dit artikel te schrappen (amendement 22, zie stuk 3-473/4).
M. Christian Brotcorne (CDH). - Cet amendement est la conséquence de mon amendement précédent puisqu'il concerne aussi l'apparentement.
De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 13 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
Een artikel 14bis invoegen, luidend als volgt:
"Art. 14bis. - In titel III, hoofdstuk II, afdeling 1bis, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, wordt een artikel 30ter met als titel "Onderafdeling 8. Bijzondere bepaling", ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 30ter. - De artikelen 29quinquies, 29sexies, §1, en 30 kunnen niet gewijzigd worden in een periode van 12 maanden voorafgaand aan de verkiezingen.""
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Dit amendement heeft tot doel te bepalen dat essentiële elementen van de verkiezingen van het Vlaamse en het Waalse Parlement niet kunnen gewijzigd worden in een periode van minder dan twaalf maanden vóór de verkiezingen. De verantwoording van dit amendement is vanochtend uitvoerig uiteengezet.
De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 14 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
Een artikel 14ter invoegen, luidend als volgt:
"Art 14ter. - In artikel 35, §3, van dezelfde wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, wordt het volgende lid toegevoegd:
"De decreten bedoeld in de artikelen 26, 28bis, §1, 29sexies, §2, kunnen niet worden aangenomen in een periode van 12 maanden voorafgaand aan de verkiezingen.""
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Dit amendement heeft tot doel te bepalen dat de bijzondere decreten over de toepassing van de constitutieve autonomie en die betrekking hebben op de essentiële aspecten van de verkiezingen van het Vlaamse en het Waalse Parlement niet kunnen worden aangenomen in een periode van minstens twaalf maanden voor de verkiezingen.
De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 15 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
Een artikel 16bis invoegen, luidend als volgt:
"Art. 16bis. - In artikel 12 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen wordt een §1bis ingevoegd, luidend als volgt:
"§1bis. Onverminderd de bepalingen van §1 mag niemand zich tegelijk verkiesbaar stellen voor de verkiezingen van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers, van de Vlaamse Raad of van Europees Parlement wanneer deze verkiezingen op dezelfde dag plaatshebben.
De bewilligende kandidaat die deze verbodsbepaling overtreedt, is strafbaar met de straffen bepaald bij artikel 202 van het Kieswetboek. Zij naam wordt geschrapt van alle lijsten waarop hij voorkomt overeenkomstig de bepalingen van artikel 118, zevende en achtste lid, van het Kieswetboek.""
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik verwijs naar de verantwoording van het amendement dat ertoe strekt een nieuw artikel 2bis in te voegen.
De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 16 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
Een artikel 16ter invoegen, luidend als volgt:
"Art. 16ter. - In titel III, hoofdstuk II, afdeling 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, wordt een artikel 12bis ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 12bis. - Het lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad dat zich kandidaat heeft gesteld bij de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers en verkozen is, verliest zijn hoedanigheid van lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad zodra zijn verkiezing openbaar is afgekondigd.
Het lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad dat door opvolging een mandaat van een volksvertegenwoordiger of van een rechtstreeks gekozen of gecoöpteerd senator voleindigt, verliest zijn hoedanigheid van lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad zodra hij de eed aflegt van volksvertegenwoordiger of senator.""
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik verwijs naar de schriftelijke verantwoording.
De voorzitter. - Artikel 17 luidt:
In artikel 16bis, §1, van dezelfde bijzondere wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 9 mei 1989 en gewijzigd bij de bijzondere wetten van 13 juli 2001 en 22 januari 2002, worden het eerste en tweede lid vervangen als volgt:
"Bij het voordragen van de kandidaten voor de mandaten van lid van de Raad, moeten tegelijkertijd en met inachtneming van dezelfde vormen kandidaat-opvolgers worden voorgedragen. Zij moeten, op straffe van nietigheid, voorgedragen worden in dezelfde akte als de kandidaat-titularissen en de samen voorgedragen kandidaten van beide categorieën moeten daarin afzonderlijk worden gerangschikt met nauwkeurige aanduiding van elke categorie.
Het aantal kandidaten voorgedragen voor de opvolging moet gelijk zijn aan het aantal kandidaat-titularissen. Wanneer het aantal kandidaten voorgedragen voor de effectieve mandaten groter is dan zestien, wordt het aantal kandidaat-opvolgers evenwel verplicht vastgesteld op zestien. Wanneer het aantal kandidaten voorgedragen voor de effectieve mandaten kleiner is dan vier, wordt het aantal kandidaat-opvolgers verplicht vastgesteld op vier.
De voordracht van de kandidaat-titularissen en -opvolgers geeft de volgorde aan waarin deze kandidaten in elk van beide categorieën worden voorgedragen.
Geen enkele lijst mag een aantal kandidaat-titularissen bevatten dat groter is dan het aantal te verkiezen leden.
Alleenstaande kandidaturen voor de effectieve mandaten worden geacht ieder een afzonderlijke lijst te vormen.
Op elk van de lijsten mag noch het verschil tussen het aantal kandidaat-titularissen van elk geslacht, noch het verschil tussen het aantal kandidaat-opvolgers van elk geslacht, groter zijn dan één.
Noch de eerste twee kandidaat-titularissen, noch de eerste twee kandidaat-opvolgers van elk van de lijsten mogen van hetzelfde geslacht zijn.".
Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 17 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
In het voorgestelde artikel de woorden "kandidaten voorgedragen voor de opvolging" vervangen door het woord "kandidaat-opvolgers" en de woorden "kandidaten voorgedragen voor de effectieve mandaten" door de woorden "kandidaat-titularissen".
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Hier geldt dezelfde verantwoording als bij het vorige amendement.
De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 18 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:
Een artikel 18bis invoegen, luidend als volgt:
"Art. 18bis. - In de bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse instellingen wordt in titel III, hoofdstuk II, afdeling 2: Verkiezingen, een artikel 21ter ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 21ter. - De artikelen 17, §3, 20, §§2 en 3, en 20bis, kunnen niet worden gewijzigd in een periode van 12 maanden voorafgaand aan de datum van de verkiezingen.""
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Hier geldt ook de bekommering dat er geen wijziging van de kieswetgeving mag plaatsvinden binnen de twaalf maand vóór de verkiezingen van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.
-De stemming over de amendementen en over de artikelen waarop zij betrekking hebben wordt aangehouden.
-De overige artikelen worden zonder opmerking aangenomen.
-De aangehouden stemmingen en de stemming over het wetsontwerp in zijn geheel hebben later plaats.