3-41

3-41

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 5 FEBRUARI 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Ontwerp van bijzondere wet houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving (Stuk 3-473)

Artikelsgewijze bespreking

(De tekst aangenomen door de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden is dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp. Zie stuk Kamer 51-584/8.)

De voorzitter. - Op het opschrift heeft de heer Van Hauthem c.s. amendement 19 ingediend (zie stuk 3-473/4) dat luidt:

De heer Joris Van Hauthem (VL. BLOK). - Het is niet logisch dat de deelstaatparlementen nog afhankelijk zijn van het federale niveau om hun verkiezingen te organiseren. Op het ogenblik is het federale parlement bevoegd voor het grootste gedeelte van de kieswetgeving voor de regionale parlementen. De deelstaten zijn maar voor een klein deel bevoegd, onder meer voor de kieskringen en de voordracht van de kandidaten. De regelgeving is dus verdeeld over twee niveaus. Wij willen dat de volledige bevoegdheid ter zake naar de gewesten, in casu de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad, wordt overgeheveld.

Dat is meteen ook verantwoording van het volgende amendement.

De voorzitter. - De heer Van Hauthem c.s. heeft amendement 20 ingediend (zie stuk 3-473/4) dat luidt:

Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 2 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Dit amendement beoogt de dubbele of meervoudige kandidaatstelling bij gelijktijdige verkiezingen van de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad enerzijds en de verkiezingen van de federale wetgevende kamers of het Europees Parlement anderzijds onmogelijk te maken. Thans is het mogelijk bij gelijktijdige verkiezingen voor meer dan één assemblee kandidaat te zijn en te worden verkozen. Alleen voor de verkiezingen van de federale kamers kan niemand tegelijk kandidaat zijn voor Kamer en Senaat. Het is echter wel mogelijk om tegelijk kandidaat te zijn voor de verkiezingen van de gewestraden en de verkiezingen van de federale kamers of het Europees Parlement wanneer deze verkiezingen op dezelfde dag plaatshebben.

Nochtans is de hoedanigheid van lid van de gewestraad onder meer onverenigbaar met die van lid van de Kamer, van de Senaat of van het Europees Parlement. Aangezien een verkozene voor twee of meer mandaten tussen dewelke een grondwettelijke of wettelijke onverenigbaarheid geldt, slechts één mandaat kan opnemen, dient hij zich voor de andere mandaten te laten vervangen. Voor de inspraak van de kiezer is dit nefast. Kiezers die hun stem hebben uitgebracht voor een kandidaat die verkozen is verklaard voor meer dan één assemblee moeten na de verkiezingen vaststellen dat de betrokkene slechts één mandaat kan opnemen en zich voor de andere moet laten vervangen door een opvolger voor wie de kiezers niet hebben gestemd. De kiezer houdt hieraan de indruk over dat hij wordt misleid. Tevens doet de dubbele of meervoudige kandidaatstelling bij gelijktijdige verkiezingen een discriminatie van zowel kiezers als kandidaten ontstaan.

De kiezers onderling worden verschillend behandeld doordat ze hun stem kunnen inschatten voor kandidaten die voor een assemblee kandidaat zijn maar niet voor kandidaten die voor meer dan een assemblee kandidaat zijn. Kandidaten die zich voor meer dan een assemblee kandidaat stellen worden gunstiger behandeld doordat ze over meer middelen kunnen beschikken om een verkiezingscampagne te voeren en doordat ze in voorkomend geval kunnen kiezen welk mandaat ze opnemen.

Deze argumenten zijn gedeeld door het arrest van het Arbitragehof nummer. 73/2003 van 26 mei 2003 over de dubbele kandidaatstelling voor Kamer en Senaat. Het Arbitragehof heeft deze dubbele kandidaatstelling vernietigd. In mijn algemene uiteenzetting van vanochtend ben ik daar verder op ingegaan en heb ik aangetoond dat deze regeling noodzakelijk is omdat de verkiezingen anders een ongrondwettelijk verloop zullen kennen. Het verwondert mij dan ook dat de bepaling die in elk geval als gevolg van het arrest van het Arbitragehof diende te worden geregeld, niet is opgenomen. Dat is de paarse paradox: men regelt wat niet moet worden geregeld en men regelt niet wat moet worden geregeld.

De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 3 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik verwijs naar de uitvoerige verantwoording.

De voorzitter. - Artikel 3 luidt:

Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 4 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

Op amendement 4 heeft mevrouw de Bethune c.s. het subsidiair amendement 5 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Amendement 4 brengt de regeling voor het bepalen van het aantal opvolgers in overeenstemming met de regeling die van toepassing is voor de verkiezingen van het federale en het Europees parlement. Een harmonisering is aangewezen.

Amendement 5 beoogt dezelfde definities voor dezelfde begrippen te gebruiken.

De voorzitter. - Artikel 4 luidt:

De heer Brotcorne stelt voor dit artikel te schrappen (amendement 21, zie stuk 3-473/4).

M. Christian Brotcorne (CDH). - Comme je l'ai expliqué ce matin, si nous acceptons le principe du seuil de 5%, nous estimons souhaitable de conserver le mécanisme de l'apparentement, même là où les listes ont une portée provinciale.

De voorzitter. - Artikel 5 luidt:

Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 6 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Het verdient de voorkeur in dezelfde wet dezelfde definities voor dezelfde begrippen te gebruiken.

De voorzitter. - Artikel 6 luidt:

Mevrouw de Bethune c.s. stelt voor dit artikel te schrappen (amendement 7, zie stuk 3-473/2).

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - De invoering van een kiesdrempel heeft niets te maken met het tegengaan van de versplintering van het politieke landschap, maar alles met de herverkaveling van het politieke landschap in het voordeel van de paarse kopstukken.

De voorzitter. - Artikel 7 luidt:

Mevrouw de Bethune c.s. stelt voor dit artikel te schrappen (amendement 8, zie stuk 3-473/2).

Artikel 8 luidt:

Mevrouw de Bethune c.s. stelt voor dit artikel te schrappen (amendement 9, zie stuk 3-473/2).

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - De verantwoording van de amendementen 8 en 9 is dezelfde als voor amendement 7.

De voorzitter. - Artikel 10 luidt:

Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 10 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Dit amendement beoogt de formulering van het voorgestelde artikel te verduidelijken en een inspanning te doen om de Nederlandse tekst met de Franse tekst in overeenstemming te brengen. Ik wens het separatisme niet zo ver te drijven dat de Nederlandse en de Franse versie van dezelfde tekst verschillen.

De voorzitter. - Artikel 12 luidt:

Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 11 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

Artikel 13 luidt:

Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 12 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - De amendementen 11 en 12 gaan uit van dezelfde bezorgdheid als bij de vorige amendementen, namelijk het gebruik van dezelfde begrippen voor dezelfde inhoud.

De voorzitter. - Artikel 14 luidt:

De heer Brotcorne stelt voor dit artikel te schrappen (amendement 22, zie stuk 3-473/4).

M. Christian Brotcorne (CDH). - Cet amendement est la conséquence de mon amendement précédent puisqu'il concerne aussi l'apparentement.

De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 13 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Dit amendement heeft tot doel te bepalen dat essentiële elementen van de verkiezingen van het Vlaamse en het Waalse Parlement niet kunnen gewijzigd worden in een periode van minder dan twaalf maanden vóór de verkiezingen. De verantwoording van dit amendement is vanochtend uitvoerig uiteengezet.

De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 14 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Dit amendement heeft tot doel te bepalen dat de bijzondere decreten over de toepassing van de constitutieve autonomie en die betrekking hebben op de essentiële aspecten van de verkiezingen van het Vlaamse en het Waalse Parlement niet kunnen worden aangenomen in een periode van minstens twaalf maanden voor de verkiezingen.

De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 15 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik verwijs naar de verantwoording van het amendement dat ertoe strekt een nieuw artikel 2bis in te voegen.

De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 16 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik verwijs naar de schriftelijke verantwoording.

De voorzitter. - Artikel 17 luidt:

Op dit artikel heeft mevrouw de Bethune c.s. amendement 17 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Hier geldt dezelfde verantwoording als bij het vorige amendement.

De voorzitter. - Mevrouw de Bethune c.s. heeft amendement 18 ingediend (zie stuk 3-473/2) dat luidt:

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Hier geldt ook de bekommering dat er geen wijziging van de kieswetgeving mag plaatsvinden binnen de twaalf maand vóór de verkiezingen van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.

-De stemming over de amendementen en over de artikelen waarop zij betrekking hebben wordt aangehouden.

-De overige artikelen worden zonder opmerking aangenomen.

-De aangehouden stemmingen en de stemming over het wetsontwerp in zijn geheel hebben later plaats.