3-494/1

3-494/1

Belgische Senaat

ZITTING 2003-2004

4 FEBRUARI 2004


Voorstel van resolutie over de kandidatuur van Turkije als lid van de Europese Unie

(Ingediend door de heer Karim Van Overmeire c.s.)


TOELICHTING


Turkije heeft momenteel de status van kandidaat-lidstaat van de Europese Unie. Het land heeft nochtans geen wortels in de Europese culturele traditie. Turkije is de voorbije decennia in gebreke gebleven, niet alleen in zijn internationale verplichtingen op het vlak van de volkeren- en de mensenrechten, maar ook in zijn engagementen ten aanzien van de Unie.

Vandaar dat de auteurs van dit voorstel van oordeel zijn dat Turkije niet als lid van de Europese Unie kan worden toegelaten. Indien het land onder internationale druk toch zou worden aanvaard, kan dit slechts gebeuren na een volksraadpleging in alle landen van de Unie. Bovendien moeten, voor het openen van de toetredingsonderhandelingen, van Turkije een reeks garanties worden geëist inzake het respect voor de mensenrechten en de rechten van volkeren.

Karim VAN OVERMEIRE.
Frank VANHECKE.
Jurgen CEDER.

VOORSTEL VAN RESOLUTIE


De Senaat,

A. Overwegende dat het Ottomaanse Rijk van de Turken zevenhonderd jaar lang de tegenpool en de belangrijkste vijand van Europa was, vanaf de 11e tot de 14e eeuw door etnische zuivering de Griekstalige meerderheid uit Anatolië verdreef, en tot aan de 19e eeuw Griekenland, Albanië, Kosovo, Bulgarije, Macedonië en Servië, bezette en meesleurde in de intellectuele en wetenschappelijke stagnatie van de islamwereld;

B. Overwegende dat de Turken geen Europese culturele wortels hebben, zoals daar zijn het Oude Griekenland, het Oude Rome, en de christelijke Middeleeuwen, alsook de Renaissance van de 15e en de 16e eeuw, de wetenschappelijke revolutie van de 17e eeuw, de Verlichting van de 18e eeuw, en de Industriële Revolutie en de romantiek van de 18e-19e eeuw, maar integendeel hun cultuur terugvoeren op het Oude Perzië, het Oude Arabië, de islam, en de dynastieën van de Seldjoeken en de Ottomanen;

C. Overwegende dat het Ottomaanse Rijk tijdens WO I in 1915 in Noordoost-Anatolië een volkerenmoord met 1,5 miljoen doden en tegelijk een etnische verdrijving van Armeniërs heeft doorgevoerd, en de Turkse Republiek dit tot op heden weigert te erkennen, alhoewel het Europese Parlement dit in 1987 wél heeft gedaan;

D. Overwegende dat de Turkse Republiek de Koerdische staat in Zuidoost-Anatolië, opgericht door het Verdrag van Sèvres in 1920, onder de voet heeft gelopen, en vervolgens de Koerdische opstanden van 1925, 1926-30, 1936-38 en 1984-99 heeft onderdrukt door etnische verdrijvingen naar West-Turkije, en hiervoor in geen herstel of schadevergoeding voorziet;

E. Overwegende dat Turkije in 1974 Noord-Cyprus onder de voet heeft gelopen, daar een etnische verdrijving van 162 000 Griekse Cyprioten heeft doorgevoerd, en het eiland nog altijd met 30 000 legermanschappen bezet, en er bovendien als enige land Turks-Cyprus erkent, wat ons in 2004 tot de situatie zal brengen waarbij een kandidaat-lidstaat een deel van het grondgebied van een lidstaat bezet;

F. Overwegende dat Turkije voor 97 % in Azië ligt, en de Turken maar tot de EU willen toetreden om economische redenen, en dat na vier decennia de integratie van de 3,5 miljoen Turkse inwijkelingen in de EU-landen nog altijd moeilijk blijft, waaruit blijkt hoe groot de culturele afstand is, wat ook bevestigd wordt door onder andere Giscard d'Estaing, de voorzitter van de Europese Conventie, die stelde dat de Turken geen Europeanen zijn, dat hun manier van leven anders is;

G. Overwegende dat Turkije nu 67 miljoen inwoners telt, en binnen enkele decennia 100 miljoen, zodat Turkije demografisch weldra het grootste land van de EU zou worden (Duitsland 82 miljoen. Frankrijk, VK en Italië ieder dichtbij de 60 miljoen);

H. Overwegende dat het samenwerkingsmodel van de EU reeds een voorbeeld was voor de gehele mensheid, en in Azië, Afrika en Latijns-Amerika navolging kreeg, en gebaseerd is op het samenhorigheidsgevoel en de culturele verbondenheid van volkeren uit dezelfde cultuur en hetzelfde werelddeel, iets wat voor de EU op de helling komt te staan indien een niet-Europees volk zoals de Turken zou toetreden, wat verder ook de deur op een kier zou zetten voor andere Turkstalige volkeren, zoals de Kazachen, de Kirgiezen, de Oezbeken, de Turkmenen en de Azerbeidjanen, en zelfs voor de Azeriërs in Iran of de Oeïgoeren in Chinees Turkestan;

I. Overwegende dat in Turkije het leger over een buitensporige macht beschikt, geregeld de controle over de staat overneemt, zoals in 1960, 1971-73 en 1980-83, ofwel de regering afzet, zoals in 1997, terwijl de veiligheidsdiensten op grote schaal folteren;

J. Overwegende dat de toetreding van Turkije tot de EU in de eerste plaats de geopolitieke belangen van de Verenigde Staten dient, terwijl de EU altijd al redenen voor terughoudendheid zag, zoals bleek toen Turkije in 1959 al wilde toetreden, het associatieakkoord met de EEG in 1963 hiervoor acht jaar voorzag, het aanvullende protocol van 1971 dit verlengde tot 1995, het associatieakkoord door de EG bevroren werd omwille van de militaire staatsgreep (1980-1988), de EG de hernieuwde toetredingsaanvraag van 1987 al in 1989 verwierp, dat herhaalde in 1997, en in 1999 uiteindelijk alleen de kandidatuur in beschouwing nam omdat, benevens de Amerikaanse druk, Turkije kon dreigen met inlijving van Noord-Cyprus en veto's in de Navo tegen Europa's snelle interventiemacht;

K. Overwegende dat Turkije in 1975 een douaneunie-overeenkomst afsloot met de EG, die moest ingaan in 1996, maar dat Turkije in 1996 het gemeenschappelijke buitentarief van de EU niet had overgenomen, Turkije opnieuw 5 jaar de tijd kreeg, maar Turkije in 2001 inzake industriële normen opnieuw niet in orde was, wat nu, na 28 jaar, niet alleen aan de bestuurlijke mogelijkheden, maar ook aan de politieke bereidheid van Turkije doet twijfelen om de EU-verworvenheden over te nemen;

L. Overwegende dat uit de Eurobarometer zoals beschreven in De Morgen van 10 maart 2003 bleek slechts 30 % van de Belgen een toetreding van Turkije zouden verwelkomen, zodat een Belgische volksraadpleging over deze kwestie toen waarschijnlijk een meerderheid van neen-stemmers zou opgeleverd hebben;

vraagt de regering :

1. de Turkse kandidatuur voor de EU af te wijzen, en indien België diplomatiek onder druk komt te staan om deze kandidatuur te aanvaarden de nodige waarborgen in te bouwen, ten eerste door hierover in België en in de andere EU-landen een volksraadpleging te vragen, zoals Denemarken en Frankrijk die hielden over het Verdrag van Maastricht, Ierland die hield over het Verdrag van Nice, en Zweden en Denemarken die hielden over de euro;

2. of anders :

2.1. erop aan te dringen dat Turkije daartoe, nog voor het openen van de toetredingsonderhandelingen, inzake Cyprus de volgende concrete stappen zou zetten :

­ het erkennen van de Republiek Cyprus, EU-lidstaat vanaf 2004;

­ het beëindigen van de bezetting van Noord-Cyprus, en de terugtrekking van het Turks leger;

2.2. erop aan te dringen dat Turkije, daartoe, nog voor het openen van de toetredingsonderhandelingen, t.o.v. zijn Koerdische en Armeense minderheden :

­ de volkerenmoord en de etnische verdrijving van de Armeniërs in 1915 bij wet erkent, alsook het Armeense recht op terugkeer en schadevergoeding, en het Armeense zelfbeschikkingsrecht in de gebieden waar Armeniërs voor 1915 de meerderheid vormden;

­ de etnische verdrijving van de Koerden van Noordoost- naar West-Anatolië bij wet erkent (jaren 1920 en 1930), alsook het Koerdische recht op terugkeer en schadevergoeding;

­ de meer recente (sinds 1984) 2 615 Koerdische dorpsvernielingen en het etnische verdrijven van de Koerden erkent (380 000 tot 1 miljoen verdrevenen volgens Human Rights Watch) en een terugkeerplan opstelt en uitvoert;

­ dat Turkije de Koerden in Noordoost-Anatolië, waar zij de grote meerderheid vormen, bestuur, rechtspraak en onderwijs in het Koerdisch verleent, en in Noordoost- Anatolië ook het Koerdische zelfbeschikkingsrecht erkent;

2.3. erop aan te dringen dat Turkije daartoe, nog voor het openen van de toetredingsonderhandelingen, inzake democratie en mensenrechten :

­ de 10 % drempel voor het parlement afschaft voor politieke partijen van de minderheden, en het verbod op Koerdische partijen opheft;

­ het ingrijpen van militairen in de politie en in het gerecht bij wet verbiedt, en de strafwetgeving aanpast om dit verbod te concretiseren;

­ de persvrijheid en de vrijheid van mening zou naleven;

­ de uitspraken van het Europese Hof voor de Mensenrechten in Turkije ook daadwerkelijk respecteert met een wettelijk recht op schadevergoeding,

2.4. erop aan te dringen dat Turkije daartoe, nog voor het openen van de toetredingsonderhandelingen, in verband met folteringen :

­ foltering onder alle omstandigheden uitdrukkelijk verbiedt, en dit concretiseert door aan het verbod een strenge strafwetgeving te koppelen;

­ verbiedt dat kleine kinderen met foltering bedreigd worden om hun ouders tot bekentenissen te dwingen (bron : Amnesty International);

­ de omstandigheden waarin de hechtenis gebeurt, verbetert, onder andere door zieken geneeskundige verzorging te waarborgen;

­ verbiedt dat geneesheren worden verhinderd om medische verslagen over folterslachtoffers op te stellen, en verbiedt dat deze verslagen door de politionele diensten aangeslagen en weggemoffeld worden;

­ de verjaring voor foltering opheft om te verhinderen dat ze een gerechtelijke tactiek wordt;

2.5. erop aan te dringen dat Turkije daartoe, nog voor het openen van toetredingsonderhandelingen, vooral inzake vrouwenrechten :

­ het begrip verkrachting in zijn wetgeving zou uitbreiden tot alle seksuele gewelddaden en ook echtelijke verkrachtingen als misdaad strafbaar te stellen;

­ gedwongen huwelijken na verkrachtingen, en zogenaamde « familiemisdaden » zoals het doden door de eigen familieleden van verkrachte meisjes, uitdrukkelijk bij wet zou verbieden en streng zou bestraffen;

­ het stelselmatig uitkleden en verkrachten van aangehouden vrouwen ­ vooral van Koerdische vrouwen ­ door leden van de politionele diensten (zoals aangebracht door Amnesty International en Human Rights Watch) met een uitdrukkelijke en strengere strafwetgeving zou beteugelen.

2.6. erop aan te dringen dat Turkije daartoe, nog voor het openen van toetredingsonderhandelingen, in zijn 605 gevangenissen voldoende voedsel, netheid en medische zorgen verschaft, zodat gevangenen niet ziek worden bij gebrek aan voedsel en hygiëne, en vervolgens niet sterven bij gebrek aan verzorging, er de folteringen en verkrachtingen verbiedt, en de blijvende lichaamsgebreken door folteringen (handen en armen voorgoed verlamd door langdurige ophanging bijvoorbeeld) vergoedt, en het verbod op blinddoeken (mei 2002), waardoor gevangenen hun folteraars niet kunnen identificeren, daadwerkelijk doorvoert, en ervoor zorgt dat het bezoekrecht, vooral van de advocaten, niet ingeperkt wordt, en vermijdt dat de nieuwe gevangenissen van het F-type, die vooral voor de politieke gevangenen bestemd lijken, met isoleercellen zonder vensters en totale isolatie tot 14 dagen toe, geen psychologische stoornissen, zelfmoorden en opgedreven politiebrutaliteit uitlokken;

2.7. erop aan te dringen dat Turkije daartoe, nog voor het openen van de toetredingsonderhandelingen, vooral inzake culturele rechten :

­ het opheffen van de noodtoestand in het overwegend Koerdische Zuidoost-Anatolië (november 2002) verder blijft naleven;

­ de wet (augustus 2002) die de omroep- en onderwijsrechten van minderheden (Koerden) erkent, niet langer ontkracht door de regulering (december 2002) die het omroeprecht beperkt tot 4 uren radio per week en 2 uren TV per week, en door de regulering die onderwijs in minderheidstalen beperkt tot weekeindes en vakantiedagen, en tot kinderen die het lager onderwijs doorliepen;

­ culturele onderdrukking zoals bijvoorbeeld aanhoudingen verrichten op een Koerdische bruiloft omdat er in het Koerdisch gezongen wordt, of gerechtelijk vervolgen omdat ouders een kind een Koerdische naam willen geven staakt, en ook hier de overtredingen door de politionele diensten strafrechtelijk beteugelt.

24 december 2003.

Karim VAN OVERMEIRE.
Frank VANHECKE.
Jurgen CEDER.