3-36

3-36

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 15 JANUARI 2004 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Jean-Marie Dedecker aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over «de vergoedingen die worden toegekend aan ZKH Prins Filip voor het voorzitten van gemeenschappelijke handelsmissies georganiseerd door het Agentschap voor buitenlandse handel» (nr. 3-136)

De voorzitter. - De heer Jacques Simonet, staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, antwoordt namens mevrouw Fientje Moerman, minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Het verheugt me vandaag mijn vraag te kunnen stellen. De wegen van de democratie zijn ondoorgrondelijk. Soms is de hulp van de vierde macht belangrijk.

Volgens een interne nota aan de raad van bestuur van Export Vlaanderen van 10 september 2003, ontvangt ZKH Prins Filip een dubbele dagvergoeding voor het voorzitten van gezamenlijke handelsmissies. Welke vergoeding ontvangt de Prins voor het voorzitten van handelsmissies? Hoe wordt de vergoeding bepaald? Waarvoor wordt ze aangewend? Klopt het in november 2003 in de pers verschenen bericht dat prins Filip een dubbele dagvergoeding ontvangt op de gemeenschappelijke handelsmissies die door hem worden voorgezeten?

Was dit het geval met name vóór de stopzetting van de activiteiten van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel? Wordt de cumulatie van de vergoeding beperkt als de Prins handelsmissies voorzit die onder de vlag van de diverse gewestelijke diensten voor buitenlandse handel reizen? Zo neen, waarom niet?

De heer Jacques Simonet, staatssecretaris voor Europese Zaken en Buitenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken. - Het antwoord van mevrouw Moerman is kort en bondig.

Het is tot nog toe altijd zo geweest dat de kosten van de Prins in de uitoefening van zijn opdracht als erevoorzitter van handelsmissies, gedragen worden door de daartoe bevoegde instellingen. Over de specifieke problematiek van de vergoedingen moet de raad van bestuur van het Agentschap voor Buitenlandse Handel zich nog uitspreken.

De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - Ik vraag me af wat de democratische controle op het Agentschap voor Buitenlandse Handel inhoudt. Het Agentschap heeft een specifieke structuur en kan zogezegd in alle vrijheid beslissen welke vergoedingen het mag toekennen. We hebben geen inspraak, we mogen alleen betalen.

De Senaat heeft enkele jaren geleden de dotatie van de Prins verhoogd van een schamele 14,6 miljoen frank tot 34 miljoen frank. De Prins moet ons land vertegenwoordigen en krijgt daarvoor een dotatie. We hebben het recht te weten welke sommen de Belgische belastingbetaler aan het Hof geeft voor de uitoefening van die functies. Ik weet dat de Prins voor een missie naar Warschau een dagvergoeding kreeg van 104 euro; voor een missie naar Praag ontving hij 84 euro per dag.

Als vertegenwoordiger van het volk wens ik te weten hoeveel betaald wordt voor de handelsmissies van de Prins naar het buitenland.