3-35 | 3-35 |
De voorzitter. - De lijst van de in overweging te nemen voorstellen werd rondgedeeld.
Leden die opmerkingen mochten hebben, kunnen die vóór het einde van de vergadering mededelen.
Tenzij er afwijkende suggesties zijn, neem ik aan dat die voorstellen in overweging zijn genomen en verzonden naar de commissies die door het Bureau zijn aangewezen. (Instemming)
(De lijst van de in overweging genomen voorstellen wordt in de bijlage opgenomen.)
M. Alain Destexhe (MR). - Mme Lizin et moi-même avons déposé une proposition de résolution. Toutefois, nous souhaitons déposer le même texte sous forme de proposition de loi que nous souhaiterions soumettre à cette honorable assemblée, voire - par votre intermédiaire, monsieur le président - au Conseil d'État. Notre proposition viserait notamment à légiférer sur le port d'insignes religieux, entre autres dans les établissements scolaires...
De voorzitter. - Dat behoort niet helemaal tot onze bevoegdheid.
M. Alain Destexhe (MR). - Il me paraît en effet difficile de se référer à l'article 24 de la Constitution. En revanche, deux autres articles pourraient servir de base à une proposition de loi sénatoriale concernant ces matières.
Il s'agit tout d'abord de l'article 10 de la Constitution, selon lequel « l'égalité des femmes et des hommes est garantie ». Il s'agit ensuite, dans la section qui traite des compétences des communautés, de l'article 131 : « La loi arrête les mesures en vue de prévenir toute discrimination pour des raisons idéologiques ou philosophiques ». Cet article n'a pas été adopté, nous le savons, dans l'esprit de prévenir des discriminations individuelles, mais il nous paraît pouvoir être utilisé pour déposer au Sénat un texte qui revêtirait une valeur générale à l'échelon du Royaume.
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik wil mij beroepen op het reglement. Op dit ogenblik is aan de orde de inoverwegingneming van voorstellen en resoluties. Het gaat niet op om een discussie ten gronde te openen omdat de televisie aanwezig is. Die discussie is niet geagendeerd.
Ik stel vast dat er geen bezwaren zijn tegen de inoverwegingneming. De discussie moet op een later tijdstip plaatsvinden. Het is niet aangewezen die discussie nu al op eenzijdige wijze te openen.
De voorzitter. - Mijnheer Vandenberghe, ik ben het volkomen met u eens. Het debat ten gronde moet nu nog niet worden gevoerd. Wij moeten ons alleen uitspreken over de inoverwegingneming. Vervolgens zal de voorzitter in zijn grote wijsheid bekijken of in voorkomend geval een beroep moet worden gedaan op de Raad van State. Wat er ook van zij, mijnheer Destexhe, ik zal uw wens onderzoeken.