3-26

3-26

Belgische Senaat

Handelingen

VRIJDAG 5 DECEMBER 2003 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Anke Van dermeersch aan de minister van Financiën over «de verlaging van het BTW-tarief voor bepaalde producten en diensten» (nr. 3-62)

De voorzitter. - De heer Hervé Jamar, staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën, antwoordt namens de heer Didier Reynders, minister van Financiën.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BLOK). - De Europese Commissie heeft sinds 1999 een experiment lopen dat de verlaagde tarieven voor BTW voor specifieke sectoren moet beoordelen. De producten en diensten die onder de toepassing van een verlaagd BTW-tarief vallen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen, zoals voorzien in richtlijn 1999/85/EG van 22 oktober 1999. Zo moeten de diensten arbeidsintensief zijn, grotendeels gericht zijn tot de eindgebruiker, niet concurrentiegevoelig zijn en er moet een nauw verband zijn tussen de prijsverlaging als gevolg van de BTW-tariefverlaging en de toename van de werkgelegenheid. De Commissie stelde een lijst op van diensten die hiervoor in aanmerking kwamen: bepaalde renovatiewerken, kleine hersteldiensten zoals van fietsen, van schoeisel, lederwaren, kleding en huishoudlinnen, ruiten wassen, schoonmaken van particuliere woningen, thuiszorg en kappersdiensten.

Het Ministerie van Financiën zette deze richtlijn sedert 1 januari 2000 om in de praktijk en onderwierp de renovatiewerken en de kleine hersteldiensten aan het verlaagde BTW-tarief van 6 procent. De BTW van andere diensten die ook in aanmerking kwamen voor een verlaagd tarief, werd niet verlaagd.

Begin juni laatstleden zei de Commissie in een evaluatierapport dat het experiment van de verlaagde BTW eigenlijk weinig effect heeft op de werkgelegenheid en dat ze bijgevolg de verlaagde tarieven voor de arbeidsintensieve sectoren wil ongedaan maken. Nederland reageerde al boos en argumenteerde dat het experiment wel degelijk succes heeft en een groot aantal banen heeft opgeleverd. Nederlands onderzoek wees dit uit en een vakbond berekende dat de afschaffing van het verlaagde BTW-tarief Nederland 8.500 banen zal kosten. Bovendien zou de afschaffing resulteren in een totale omzetderving van 250 miljoen euro. De bouwfederatie Nacebo heeft het over 7000 verloren banen in de bouwsector wanneer het systeem ophoudt te bestaan.

Ook de minister van Financiën was eenzelfde mening toegedaan en opteerde voor het behoud van de verlaagde tarifering, ondanks de conclusies van de Commissie. Voor het garanderen van de huidige BTW-regeling volgens de richtlijn is echter een unanieme goedkeuring nodig van de lidstaten, maar Zweden, Denemarken, Duitsland en Oostenrijk zijn het experiment niet gunstig gezind. Dinsdag 25 november laatstleden bleek nogmaals dat de Commissie een verlenging van de experimenten niet ziet zitten en de Commissie zag dan ook af van enig voorstel in die richting. Er wordt door de Commissie enkel voorzien in een verlenging van een luttele zes maanden, tot eind juni 2004, om het proefproject te doven. De kans is dus bijzonder groot dat de verlaagde BTW-tarieven worden afgevoerd.

Is er in België naar het voor beeld van Nederland reeds een soortgelijk onderzoek gevoerd naar de gevolgen van de afschaffing van het verlaagde BTW-tarief? Zo ja, wat zijn de resultaten hiervan? Hoeveel banen zouden in het gedrang komen in bovengenoemde sectoren, rekening houdende met de afschaffing van de verlaagde BTW-tarifering? Blijft de minister bij zijn standpunt dat het huidige experiment van verlaagde BTW- tarieven behouden moet blijven? Zo ja, wat zal of kan de minister doen om de huidige BTW-regeling te behouden?

Indien de huidige BTW-voet toch zou blijven bestaan, welke maatregelen zal de minister nemen ten gunste van de arbeidsintensieve diensten van richtlijn 1999/85/EG?

De heer Hervé Jamar, staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, toegevoegd aan de minister van Financiën. - De veelvuldige parlementaire vragen, interpellaties en vragen om uitleg bewijzen dat de problematiek van de verlaagde BTW-tarief brandend actueel is.

Wat de tarifering van onroerende activiteiten betreft, klopt het dat België richtlijn 99/85 EG van 22 oktober 1999 meteen heeft aangegrepen om gedurende de geplande periode van drie jaar de renovatie - en herstellingswerken aan privé-woningen van minstens vijf jaar oud aan het verlaagd tarief van 6% te onderwerpen. Met toepassing van richtlijn 2002/92 EG van 3 december 2002 kon bedoeld experiment met één jaar worden verlengd; België heeft een en ander geconcretiseerd via het koninklijk besluit van 18 december 2002.

Lang niet alle lidstaten hebben van deze mogelijkheid tot tariefverlaging gebruik gemaakt; zo hebben bij voorbeeld Duitsland, Zweden, Denemarken, Finland, Oostenrijk en Ierland hieraan verzaakt. Wat er ook van zij, over het voorstel van richtlijn 23 juli 2003 tot wijziging van de Europese tariefstructuur en inzonderheid van bijlage H bij de zesde richtlijn hebben de lidstaten nog geen eensgezindheid bereikt. Zulks is onder meer gebleken tijdens de Ecofinraad van 25 november 2003.

Met betrekking tot de onroerende sector breidt punt 10 van de nieuwe bijlage H de bepalingen inzake sociale huisvesting uit tot woningen in het algemeen. Overeenkomstig het regeerakkoord van 12 juli 2003 heeft minister Reynders tijdens de opeenvolgende Ecofinraden van respectievelijk 13 september te Stresa, 7 oktober te Luxemburg en 25 november te Brussel zich consequent akkoord verklaard met de nieuwe bijlage H, op voorwaarde dat de schoolgebouwen, de openbare gebouwen alsmede de aanleg en het onderhoud van tuinen eraan worden toegevoegd.

Omdat de vereiste unanimiteit uitbleef, heeft de Raad eenparig aan de Commissie gevraagd om het tijdelijk experiment inzake de arbeidsintensieve diensten met twee jaar te verlengen. Gedurende de bijkomende periode zou de Raad dan dienen te ijveren voor een compromis over het huidige voorstel en voor het wegwerken van de hangende betwistingen over onder meer nul -, super verlaagde en parkingtarieven, en over regionale afwijkingen.

Europees Commissaris Bolkestein heeft ter zake veeleer afwijzend gereageerd. Hij wenst gedurende hoogstens zes maanden een gedoogbeleid in acht te nemen. België heeft dit experiment van de arbeidsintensieve diensten positief geëvalueerd. Om de vereiste rechtszekerheid te waarborgen, stellen wij uiteraard alles in het werk om de Commissie ervan te overtuigen het experiment te verlengen. Het is van wezenlijk belang dat het Nederlandse en het Ierse voorzitterschap tijdens het eerste en het tweede semester 2004 de problematiek van de verlaagde tarieven op de officiële Ecofinagenda plaatsen.

Onze diensten hebben de opdracht gekregen om alle mogelijkheden te onderzoeken om vanaf 1 januari 2004 het verlaagd tarief voor de arbeidsintensieve diensten, met inbegrip van werken aan privé-woningen van meer dan vijf jaar oud, te verlengen.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BLOK). - Er zou in België dus een onderzoek gevoerd zijn want volgens de minister zou het verlaagde BTW-tarief positief zijn geëvolueerd. Was dat een grondig onderzoek en zijn er cijfers over het aantal banen dat het verlaagde BTW-tarief heeft gecreëerd? Hoeveel banen zouden er bijgevolg verloren gaan als het verlaagde tarief zou worden afgeschaft? Het is in deze tijden van stijgende werkloosheid toch belangrijk dat we weten op welke manier we meer banen kunnen creëren. Mijn eerste vraag is dus onvoldoende beantwoord.

Voorts begrijp ik dat de minister bij het standpunt blijft dat het huidige experiment van verlaagde BTW-tarieven behouden moet blijven en dat hij streeft naar een unaniem akkoord in de Europese Unie. Dat is natuurlijk heel positief, maar er zijn nog meer mogelijkheden en ook daar vind ik het antwoord van de minister onvoldoende. Ik denk bijvoorbeeld aan de thuiszorg waar heel wat banen kunnen worden gecreëerd, kappersdiensten, het schoonmaken van privé-woningen waar heel wat zwartwerk gebeurt. Al die diensten zouden ook aan een verlaagd BTW-tarief kunnen worden onderworpen. Wat zal er in de toekomst gebeuren mocht het huidige BTW-tarief toch blijven bestaan?

M. Hervé Jamar, secrétaire d'État à la Modernisation des finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances. - Je puis confirmer que le ministre Reynders, son cabinet et ses services, ont défendu dans toutes les réunions, et en priorité, la prolongation du taux réduit, le temps que soit négocié un accord global.

Il y a deux annexes importantes à la sixième directive : l'annexe H et l'annexe K pour les travaux à main d'oeuvre intensive.

Il n'y a d'accord sur rien tant qu'il n'y a pas d'accord sur tout. Je ne dirai donc pas personnellement qu'il n'y a pas d'accord mais que nous attendons la réunion où se dégagera un accord. Nous sommes optimistes.

Nous avons tout intérêt à aboutir à un accord avant que ne se concrétise l'élargissement. Les Pays-Bas ont d'ailleurs déjà mis à l'ordre du jour de leur première réunion de janvier cette importante problématique des tarifs de la TVA, non seulement pour le problème immobilier mais aussi pour l'ensemble des secteurs. Certains pays ne veulent rien changer pour l'instant. Mais peut-être n'est-ce qu'une position tactique en attendant un accord généralisé.

L'initiative pour la reprise dans les annexes des abaissements des tarifs revient à la Commission européenne.

Nous sommes l'un des pays de pointe pour l'abaissement des tarifs. Nous en assumerons aussi les conséquences et donc une perte de revenus. Peut-être cela fait-il peur à d'autres pays ?

Sachez cependant que le gouvernement unanime fait le maximum pour atteindre ses objectifs.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VL. BLOK). - Ik heb nog een laatste vraag over het onderzoek. Is er al dan niet een grondig onderzoek geweest? Ik begrijp dat de minister de cijfers niet bij de hand heeft, maar misschien kan ik schriftelijk vragen hoeveel banen het verlaagde BTW-tarief heeft gecreëerd.

M. Hervé Jamar, secrétaire d'État à la Modernisation des finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, adjoint au ministre des Finances. - Je n'ai pas les chiffres disponibles ici. Je vous transmettrai par écrit les données objectives qui sont à la base de la réponse que je viens de vous faire.

De voorzitter. - De agenda van deze vergadering is afgewerkt.

De volgende vergaderingen vinden plaats donderdag 11 december 2003 om 9.30 uur en om 15 uur.

(De vergadering wordt gesloten om 17.55 uur.)