(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Volgens het regeerakkoord beslisten de regeringspartijen op en achter de Thornton-bank een reusachtig windmolenpark te vestigen dat tegen eind 2004 in productie zou moeten gaan.
Momenteel wordt de Thornton-bank echter reeds geëxploiteerd voor het delven van minerale en andere niet-levende rijkdommen. Deze exploitatie is voor de betrokken bedrijven gepaard gegaan met heel wat investeringen. Bovendien is hiermee een zekere tewerkstelling verzekerd, die verloren zou kunnen gaan met het inplanten van een windmolenpark.
Bij deze beslissing zijn dus heel wat vragen te stellen.
1. a) Welke rechtspersonen hebben momenteel een concessie tot exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen van de zeebodem op en rond de Thornton-bank ?
b) Wanneer werd hun concessie bij koninklijk besluit bepaald ?
c) Voor welke exploitatie hebben zij een concessie en voor welke duur ?
d) Welke bepalingen werden in de respectievelijke koninklijke besluiten opgenomen omtrent de gevallen waarin de concessie kan worden ingetrokken en overweegt de regering eventueel om van deze bepalingen gebruik te maken ?
e) Is de uitbating van de Thornton-bank in het kader van de huidige concessies verenigbaar met de inplanting van het bedoelde windmolenpark, en zo ja, hoe ?
f) Waarborgt de regering de verdere exploitatie van de Thornton-bank in het kader van de lopende concessies, en zo neen, overweegt de regering deze concessies dan te schorsen of in te trekken en op welke rechtsgronden overweegt ze dit te doen ?
g) Bestaat er ingevolge eventueel roekeloos handelen vanwege de regering een risico op rechtszaken en de daarbij horende eis tot schadevergoeding vanwege de betrokken bedrijven ? Zo ja, welke schadeclaims kunnen worden verwacht ?
2. Zijn er momenteel concessieaanvragen lopende tot exploitatie van de Thornton-bank ? Zo ja, werden deze effectief opgeschort, en op welke rechtsgronden ?
3. a) Hoeveel bedraagt de economische waarde van de actuele bedrijvigheid op de Thornton-bank ?
b) Hoeveel mensen zijn momenteel rechtstreeks en onrechtstreeks tewerk gesteld in het kader van de exploitatie van de Thornton-bank ?
c) Welke investeringen zijn hiermee gemoeid ?
d) Acht de geachte minister het verantwoord dat deze economische bedrijvigheid en de daarmee samenhangende tewerkstelling op het spel worden gezet door de inplanting van een windmolenpark ?
e) Welke compensaties worden voorzien voor de verliezen die door de betrokken bedrijven en de daarmee samenhangende tewerkstelling gepaard gaan ?
f) Wordt er een bijkomende zone voor exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen van de zeebodem opengesteld die even gunstig gelegen is als de Thornton-bank en even kwaliteitsvol materiaal oplevert ?
4. a) Waarom werden de betrokken bedrijven niet geraadpleegd bij de beslissing tot inplanting van een windmolenpark op de Thornton-bank door hen minstens om hun advies te vragen, temeer daar zij voorheen wel degelijk geraadpleegd werden ?
b) Werd er inmiddels met de betrokken bedrijven overlegd en wat zijn de eventuele resultaten van dit overleg ?
5. Werd voor de beslissing tot vestiging van een windmolenpark op en rond de Thornton-bank het advies ingewonnen van de raadgevende commissie belast met de coördinatie tussen de administraties die betrokken zijn bij het beheer van de exploratie en de exploitatie van het continentaal plat en van de territoriale zee ? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, hoe luidde het advies van deze commissie ?
6. Houdt de regering rekening met het strategische belang van de exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen van de Thornton-bank en het continentaal plat voor een aantal bedrijfstakken in ons land, zoals bijvoorbeeld de bouwsector ? Welke alternatieven worden eventueel voorzien in geval deze exploitatie in het gedrang wordt gebracht ?