3-14 | 3-14 |
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - De minister bracht in de zomer een bezoek aan de dienst Vreemdelingenzaken en aan de gesloten centra van Steenokkerzeel en Melsbroek. Zo kon hij zich in de materie inwerken.
Ik las ook dat de minister wetswijzigingen overweegt om de achterstand bij de Raad van State weg te werken en om misbruiken van de procedure uit te sluiten. Hierover zijn we bijzonder verheugd, want de jongste jaren hebben we daar in de commissie voor de Binnenlandse Zaken en de Administratieve Aangelegenheden sterk op aangedrongen.
Nog niet zo lang geleden, eind 2000, kondigde de regering-Verhofstadt aan het asielbeleid grondig te willen hervormen. De administratie zou worden gereorganiseerd en er zou een nieuwe asielprocedure van kracht worden. Maar verder dan een voorontwerp is het niet gekomen. De socialisten en de liberalen waren over dit thema zo verdeeld dat er weinig vorderingen werden gemaakt.
Ik las ook dat de minister een nota zou ontvangen hebben van de directeur-generaal van de dienst Vreemdelingenzaken. Kan die nota in de commissie voor de Binnenlandse Zaken en de Administratieve Aangelegenheden besproken worden?
De voorbije jaren is gebleken dat het met de bestaande asielprocedure niet mogelijk is om de asieldossiers snel, kwaliteitsvol én rechtvaardig af te handelen. De huidige procedure is trouwens bijzonder complex. Is de minister van plan om de asielprocedure te herzien? Binnen welke termijn? Krijgen we hiervoor een ontwerp van de regering of verwacht de minister een voorstel van ons?
Wellicht is de minister ook op de hoogte van de achterstand inzake oude asieldossiers. Mensen die hier 4, 5 tot 6 jaar zijn en wier dossier dus dateert van vóór 2000, leven al jaren in onzekerheid omdat bij de regularisatie eerst de nieuwe dossiers werden behandeld. Hoe gaat hij ervoor zorgen dat die achterstand op korte termijn wordt weggewerkt? Zal hiervoor extra personeel worden aangeworven? Zullen mensen die meer dan vier jaar in ons land verblijven, geregulariseerd worden?
Het is haast onmogelijk om de dienst Vreemdelingenzaken te bereiken. Dat heb ik reeds vele malen aangekaart. Wanneer men naar de dienst belt, wordt men ettelijke keren doorverbonden. Het probleem kan worden opgelost door een eenvoudige telefooncentrale waarmee men vrij snel bij de juiste dienst terechtkomt. Die telefooncentrale werd trouwens vroeger al na een audit in het vooruitzicht gesteld.
Zal er nog een audit gebeuren vóór de hervorming? Of zijn er al genoeg gegevens om eindelijk met de hervorming te starten?
Momenteel zijn heel wat asielzoekers technisch niet-verwijderbaar. Dat zijn uitgeprocedeerde asielzoekers wier land van herkomst weigert de nodige documenten af te leveren. Voor hen biedt de Belgische wetgeving geen oplossing. Zij verzeilen in de illegaliteit en moeten zwartwerk doen om te overleven. Sommigen worden opgesloten en daarna weer vrijgelaten omdat men niet weet wat men met hen moet aanvangen.
Hoe gaat de minister deze problematiek aanpakken? Zal hij voor deze mensen een bijkomend statuut uitwerken?
De minister heeft in de gesloten centra wellicht ook kennisgemaakt met al dan niet begeleide minderjarige vreemdelingen. Hoe wil hij tot een oplossing komen voor de opvang van deze asielzoekers?
Mensen die voor het eerst een regularisatieaanvraag indienen, doen dat in de gemeente en daar wordt beslist of de aanvraag kan worden doorgestuurd. Zou het niet mogelijk zijn om bij het attest van het verzoekschrift ook een arbeidsvergunning te voegen die loopt tot het dossier afgehandeld is?
Vandaag krijgen mensen die een regularisatieaanvraag indienen op basis van artikel 9.3. geen OCMW-steun meer. Ze hebben niets meer waarop ze kunnen terugvallen. Het enige wat hen dan nog rest is zwartwerk in horecazaken, in de fruitpluk in Limburg, ... Als ze dan ook nog betrapt worden op zwartwerk, komen sommigen van hen in de criminaliteit terecht. Vanacht hebben inbrekers mijn huis leeggehaald. Ik weet dus waarover ik spreek. Ik wil niemand concreet beschuldigen, maar ik wil wel waarschuwen voor gevaarlijke situaties. Als men asielzoekers zegt dat ze moeten wachten op een uitspraak, dan moet men er ook voor zorgen dat ze intussen middelen van bestaan hebben. Ze kunnen niet leven van de hemelse dauw. Als hun aanvraag uiteindelijk toch wordt afgewezen en ze uit het land moeten worden gezet, dan moeten ze ook effectief op het vliegtuig worden gezet. Als hun aanvraag wordt aanvaard, en ze hebben al een arbeidskaart, dan kunnen ze in het normale arbeidscircuit worden tewerkgesteld.
De heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. - De herziening van de asielprocedure is volgens ons niet aan de orde, aangezien we de asielstroom op het ogenblik goed onder controle hebben. Het aantal asielaanvragen is sinds 2001 beginnen dalen; in dat jaar waren er 24.549 aanvragen tegenover 42.691 in 2000. Deze daling bestendigde zich in 2002, toen er nog maar 18.805 aanvragen binnenkwamen en zet zich door in 2003. In de eerste negen maanden van dit jaar kwamen er 12.023 asielaanvragen binnen tegenover 14.332 in dezelfde periode van 2002. Deze daling is te zeker ook toe te schrijven aan de schrapping van de financiële hulp aan asielzoekers begin 2001 en aan de continue inspanningen om de nieuwe asielaanvragen snel te behandelen en het aantal verwijderingen op te drijven.
De dienst Vreemdelingenzaken blijft ook in 2003 het merendeel van de asielaanvragen de dag van de indiening of de dag erna behandelen. De dienst heeft dan ook geen noemenswaardige achterstand.
De commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen blijft met succes het LIFO-principe toepassen, zonder de oude dossiers te verwaarlozen. In 2001 en 2002 werden 25.471 oude dossiers behandeld en ook in 2003 werden er ernstige inspanningen gedaan.
Er zullen gesprekken worden gevoerd met de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen om beheersmaatregelen te treffen zodat de achterstand van een drieduizendtal dossiers kan worden weggewerkt.
Ik wijs erop dat de inspanningen om de asielaanvragen snel te behandelen niet ten koste gaan van de kwaliteit. Informatie die dat tegenspreekt, wil ik graag ontvangen, zodat ik die kan verifiëren en eventueel maatregelen kan nemen om daar tegen in te gaan.
Het criterium van rechtvaardigheid dat mevrouw Thijs aanhaalt, is geen criterium dat mijn diensten hanteren. Elke vreemdeling wiens asielaanvraag beantwoordt aan de criteria van de Conventie van Genève, verkrijgt het statuut van vluchteling.
Ik kan mevrouw Thijs ook melden dat ik mijn administratie opdracht heb gegeven om na te gaan welke aanpassingen er moeten gebeuren op wetgevend vlak. Ik heb nog geen antwoord ontvangen, maar als het zover is, zal ik haar daarvan zeker op de hoogte brengen. Desgevallend kan ook het parlement zelf een initiatief nemen.
Ik heb de dienstdoende commissaris-generaal een overzicht gevraagd van alle oude asieldossiers. Hij zal me informeren over welke nationaliteiten het gaat, wat de stand is van elke dossier en ook een voorstel formuleren om de achterstand van de dossiers weg te werken.
Mijn enige voorwaarde is dat er geen sprake kan zijn van collectieve regularisatie. De toepassing van artikel 9.3. van de wet zal altijd individueel worden bekeken.
De dienst Vreemdelingenzaken heeft enkele initiatieven genomen om de bereikbaarheid van de telefooncentrale te verbeteren. De slechte bereikbaarheid is een oud zeer. Omdat de meeste telefoons over een visumdossier gaan, werd aandacht besteed aan de verbetering van de bereikbaarheid van de visumdienst voor derden.
In september 2002 werd er een helpdesk opgericht die alle telefoons behandelt. Veertien personeelsleden bemannen deze helpdesk. Ze worden versterkt door het personeel van de visumdienst. De dossierbehandelaars op de visumdienst kunnen zich dan concentreren op de behandeling van de dossiers.
Deloitte & Touche lichtte de helpdesk door. Door het groot aantal oproepen per dag stoten de oproepers vaak op een bezettoon. Recentelijk werd er een ambtenaar van niveau 1 aangesteld om de helpdesk beter te beheren. De helpdesk moet worden ondersteund door een callcenter. Bellers worden zo beter begeleid en georiënteerd via een gericht vragen- en informatiesysteem. Een offerte voor een callcenter is al ingediend. In 2004 zullen de nodige middelen op de begroting worden uitgetrokken. De helpdesk kan dan ook worden uitgebreid.
Het is de bedoeling contactpunten op te richten voor de gemeenten en de Belgische diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen. Ook voor deze initiatieven wordt de DVZ ondersteund door de firma Deloitte &Touche.
Ten slotte werden een aantal websites opgezet.
Voor afgewezen asielzoekers die over de niet-terugleidingsclausule beschikken, wordt het bevel om het grondgebied te verlaten maandelijks verlengd. Dat besliste de ministerraad in de zomer van 2002. De dienst Vreemdelingenzaken kan de betrokken vreemdeling wel terugleiden naar een ander land dan het land dat hij is ontvlucht.
De vraag over de specifieke bescherming en het verstrekken van toegang tot de arbeidsmarkt voor die personen moet worden bekeken op Europees vlak om een algemene regeling tot stand te brengen op het gebied van subsidiaire bescherming in alle lidstaten. We kunnen dat niet geïsoleerd aanpakken.
Elke vreemdeling die een bevel krijgt om het grondgebied te verlaten, moet zelf gevolg geven aan de verwijderingsmaatregel. Hij kan bij vrijwillig vertrek een beroep doen op bijstand van organisaties als IOM.
Het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 over de gesloten centra bepaalt dat minderjarigen een aangepaste infrastructuur ter beschikking moeten krijgen om zich te kunnen ontspannen. Het koninklijk besluit bevat ook specifieke bepalingen voor de families van minderjarigen, bijvoorbeeld de bepaling dat op het verplichte groepsleven een uitzondering kan worden gemaakt voor het opvangen van families.
Om de eenheid van het gezin te bewaren, verblijven begeleide minderjarigen samen met hun ouders of hun wettelijke voogd in een gesloten centrum. Op die manier verliest het kind zijn familiale en sociaal-culturele houvast niet en wordt het niet van zijn ouders gescheiden.
Niet-begeleide minderjarigen worden niet in een gesloten centrum vastgehouden, met uitzondering van de minderjarigen aan wie de toegang tot het grondgebied werd geweigerd omdat ze niet voldeden aan de voorwaarden die zijn opgelegd in artikel 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Deze vasthouding maakt het mogelijk hun identiteit en hun leeftijd vast te stellen, hen te beschermen tegen de netwerken van de mensenhandel en ze in staat te stellen zich op een wettelijke wijze bij de familie te voegen in het land van herkomst of een derde land.
Tot zover de antwoorden op de vragen die waren gerezen naar aanleiding van een bezoek aan enkele centra vlak na mijn ambtsaanvaarding. De nota die ik heb gekregen van de directeur-generaal naar aanleiding van mijn bezoek is uiteraard geen geheim document. Het ging om een status-quo. Ik ben bereid er in de commissie dieper op in te gaan.
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Ik dank de minister voor zijn omstandig antwoord.
Mijns inziens mag de minister zijn administratie niet altijd geloven als die beweert dat de het aantal asielzoekers daalt. Sinds er geen financiële hulp meer wordt gegeven, dienen heel wat mensen niet eens meer een asielaanvraag in. Natuurlijk dalen de cijfers dan. Toch geven bijna alle burgemeesters toe dat het aantal illegalen in hun gemeenten blijft stijgen.
Ik wacht op de nota's die de minister heeft beloofd. Zodra die voorhanden zijn, kunnen die worden besproken in de commissie.
Verder wil ik beklemtonen dat van alle mensen die een uitwijzingsbevel ontvangen, er niet één het land binnen vijf dagen verlaat. Laten wij elkaar geen Liesbeth noemen; deze mensen verdwijnen meestal in de illegaliteit.
Vandaag nog heb ik een bezoek gebracht aan enkele wijken in Brussel en ik heb kunnen vaststellen dat huisjesmelkers soms tot 40 illegalen in één huis herbergen. Ondanks een uitwijzingsbevel hebben deze mensen ons land nooit verlaten.
Misschien moeten wij andere oplossingen trachten te vinden voor dit probleem, want voor de illegalen zelf is dat geen leven.
De heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. - Ik betreur de uitspraak van mevrouw Thijs als zou niemand gevolg geven aan een uitwijzingsbevel. Er zijn mensen die daaraan wel degelijk gevolg geven, en andere die dat niet doen. Een tijdspanne van vijf dagen om het land te verlaten is mijns inziens te kort. Eén van de eerste zaken die ik met de administratie heb besproken, is precies het optrekken van de tijdspanne tot vijftien dagen.
Pas als de betrokkenen geen vrijwillig gevolg geven aan een uitwijzingsbevel, kan de overheid andere methoden gebruiken. De cijfers tonen aan dat het aantal gedwongen uitwijzingen stijgt.
Beweren dat aan geen enkele uitwijzingsbevel gevolg wordt gegeven, vind ik goedkope stemmingmakerij.
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Ik stel voor dat de minister de cijfers van het aantal effectieve verwijderingen land voorlegt op de volgende vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken en de Administratieve Aangelegenheden.
De heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. - Dat zal ik doen.