3-13

3-13

Belgische Senaat

Handelingen

DINSDAG 14 OKTOBER 2003 - OPENINGSVERGADERING

(Vervolg)

Toespraak van de voorzitter

De voorzitter. - Beste collega's, in de eerste plaats wil ik u allen danken omdat u mij en de andere leden van het Bureau in ons ambt hebt bevestigd.

Voor mij is dat een bewijs van vertrouwen. Ik wil niet ontkennen dat ik daar gevoelig voor ben.

Als voorzitter van de Senaat fungeren is een grote eer, en al spelen ook politieke akkoorden mee, u bent het die de eindbeslissing neemt. Ik ben u daar dan ook zeer erkentelijk voor.

Beste collega's, onze assemblee telt na de jongste verkiezingen bijna voor de helft nieuwe leden.

Bij deze traditionele gelegenheid wil ik dan ook in het bijzonder het woord richten tot degenen die voor het eerst in de Senaat zitting hebben en die dus voor het eerst gaan kennismaken met het tweekamerstelsel zoals de grondwetgever dat in 1993 vorm gegeven heeft.

Dat de huidige Senaat veel van zijn invloed en bevoegdheden heeft zien verloren gaan, is een vaak gehoorde bewering.

Het klopt dat de Senaat niet langer de voor de democratie essentiële taak kan uitoefenen om zich uit te spreken over de rijksbegroting.

Hij schenkt of ontneemt niet langer het vertrouwen aan de regering, terwijl toch de meest representatieve en rechtmatige vertegenwoordigers van ons kiesstelsel er zitting hebben.

Is die tweevoudige achteruitgang ten opzichte van het egalitaire tweekamerstelsel een reden om het hele stelsel ter discussie te stellen?

Nu u als nieuwe leden deze zittingsperiode van de Senaat aanvat, wil ik u helpen de specifieke kenmerken van de Senaat te begrijpen en de rijkdom ervan te ontdekken.

Velen herhalen om strijd dat de Senaat niet langer het regeringswerk kan controleren.

Niets is echter minder waar: net zoals de volksvertegenwoordigers kunnen de senatoren enerzijds de regering nog steeds aan de tand voelen via schriftelijke of mondelinge vragen en via vragen om uitleg, terwijl de Senaat anderzijds het recht behoudt om parlementaire onderzoekscommissies in te stellen.

Het klopt weliswaar dat de Senaat, in tegenstelling tot de Kamer, de regering niet na ondervraging kan afkeuren met een motie van wantrouwen.

Is de controlebevoegdheid van de senatoren daarom minder belangrijk dan die van de volksvertegenwoordigers?

Ik meen van niet. Het tegendeel is zelfs waar. Doordat de senatoren niet langer de regering kunnen doen vallen - wat trouwens zelfs voor de volksvertegenwoordigers lang niet meer vanzelfsprekend is - hebben zij, mijns inziens, een grotere vrijheid van spreken verworven. Sommigen hebben dat trouwens zeer goed begrepen.

De ware zwakte van de Senaat inzake de controle op de handelingen van de regering ligt volgens mij in het risico dat hij het werk van de volksvertegenwoordigers overdoet.

Mondelinge vragen van senatoren, die worden gesteld een uur nadat ze al eens in de Kamer zijn gesteld, wekken terecht de irritatie van de regering op en komen de Senaat niet ten goede, tonen zijn nut niet aan. Integendeel.

Het lijkt me dus van essentieel belang dat we in overleg met de Kamer voor dat probleem een afdoende oplossing vinden en dat we, in het kader van de komende hervorming van het tweekamerstelsel, klaar zijn om de relevantie et het nut ervan te beoordelen.

Waarde collega's, zoals bekend ligt de essentiële rol van de Senaat in zijn wetgevingsfunctie en in zijn initiatiefrecht.

De Senaat behandelt de wetgevende teksten in verband met de Grondwet, de bijzondere institutionele wetten, de wetten die de rechterlijke organisatie vaststellen en de wetten tot ratificatie van de internationale verdragen op gelijke voet met de Kamer. Het gaat om materies die onder het onverkorte tweekamerstelsel vallen.

Tevens behandelt hij in tweede lezing de wetsontwerpen van de regering die de Kamer heeft aangenomen, na een beslissing genomen in het raam van de evocatieprocedure.

Die taak is van wezenlijk belang, zij vormt de kern van het tweekamerstelsel, zowel bij ons als in de andere landen met een tweekamerstelsel, zoals Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje en Italië, alsook in federale staten zoals Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland of Rusland, en dan hebben we het alleen nog maar over Europese landen.

Die tweede lezing door een tweede Kamer, die anders is samengesteld, heeft tot doel meer waarborgen te bieden voor een degelijke wetgeving.

Die taak vindt haar oorsprong in het ontstaan van de democratie zoals die bedacht en ontworpen werd in de eeuwen van de Verlichting en die gebaseerd is op het evenwicht van de machten en op de check and balance-theorie. Ze heeft echter slechts zin wanneer ze in een geest van onafhankelijkheid wordt uitgevoerd, met de bedoeling het algemeen belang te dienen.

We leven in een tijd waarin de parlementen zowat overal ter wereld hun macht en invloed laten aantasten door regeringen en politieke partijen, waarvan de rol overdreven is versterkt door al te grote media-aandacht van een pers die op haar beurt blijk geeft van minder kritische zin en een minder onafhankelijke houding dan weleer.

Waarde collega's, het is onze plicht waakzaam te blijven voor media die de politici voor hun kar spannen en voor politici die hetzelfde doen met de media. Het bespelen van de media door regeringen heeft een hoogtepunt bereikt in Groot-Brittannië en in de Verenigde Staten, met de listen en lagen die de regeringen er hebben aangewend om de publieke opinie te overtuigen van het nut van een oorlog tegen Irak.

Waarde collega's, de democratie verwacht een niet aflatende waakzaamheid en dus een reële en constructieve kritische geest.

Dat de meeste Europese regeringen hun respectieve senaten slechts matig waarderen komt precies daardoor dat ze bijna overal een vaak getemperde, maar toch zeer reële institutionele tegenmacht vormen. Dat hoort blijkbaar zo in de hedendaagse wereld, waar de media emoties opkloppen en waar de reactiesnelheid van de politici een belangrijker criterium lijkt dan de deugdelijkheid van hun argumenten. De reflecterende rol van de Senaat, de relatieve afstand die hij in acht moet nemen ten opzichte van de gebeurtenissen, blijft naar mijn mening belangrijker dan ooit.

In de huidige wereld, waarin snelheid en zelfs de waan van de dag belangrijker zijn dan elke andere overweging, lijkt het me niet overbodig een plaats van reflectie te behouden, een plaats waar men de gevolgen op langere termijn van de beslissingen blijft bespreken. Die plaats is de Senaat, waarde collega's.

Een Senaat is vaak niet populair bij zijn regering, maar naar mijn mening bewijst hij op die manier zijn nut.

In de democratische wereld vormt de Senaat veelal een sterke tegenmacht voor de regering. Dat is uiteraard het geval in staten als Frankrijk of de Verenigde Staten, waar de meerderheid van de Senaat vaak tot de oppositie behoort. Wij weten dat zoiets in België niet kan gebeuren, en dat is goed - ongeacht de coalitie die aan de macht is. De hoofdopdracht van een parlement is immers niet de regering in haar handelingen te blokkeren, maar wel haar in het algemeen belang te beïnvloeden, te controleren en eventueel af te keuren.

Uit de praktijk blijkt dat de Belgische Senaat die rol naar behoren vervult: hij evoceert ongeveer de helft van de in de Kamer aangenomen wetsvoorstellen, hij amendeert ongeveer de helft van de regeringsteksten die hij in tweede lezing behandelt en de Kamer bekrachtigt meer dan 90% van de door de senatoren aangenomen amendementen.

Natuurlijk weten wij dat de regering geregeld druk uitoefent op de meerderheid. Ook de partijtucht of de tijdsdruk wegens een overvolle agenda aan de vooravond van de vakantie zorgen ervoor dat de Senaat naar mijn mening al te vaak afziet van zijn bevoegdheden.

Maar we moeten door de bomen het bos blijven zien. Daartegenover staat immers dat de Senaat tijdens de voorbije twee zittingsperiodes geregeld werkelijk nuttige wijzigingen heeft aangebracht in de wetgeving, die nog jaren bepalend zullen zijn voor het leven van onze medeburgers.

De belangrijkste rol van de Senaat blijft evenwel zijn functie als reflectiekamer.

Dankzij het initiatief van senatoren hebben maatschappelijk uiterst relevante wetten het licht gezien.

Hoe paradoxaal het sommigen ook mag lijken, het is wel degelijk op initiatief van de Senaat - die ten onrechte voor een behoudsgezinde kamer wordt aangezien - dat de meest vooruitstrevende wetten werden aangenomen om de leefregels voor onze medeburgers aan te passen aan de wetenschappelijke, morele en ethische werkelijkheid.

Zowel over adoptie, afstamming, echtscheiding, als over de voorwaardelijke straffeloosheid van abortus of euthanasie, kwam het initiatief van de Senaat.

Dergelijk specifiek wetgevend werk, waarbij de tijd wordt genomen om te reflecteren over een complex thema en waarbij geduldig wordt gezocht naar een meerderheid voor een innovatieve wetgeving, zou de Kamer van volksvertegenwoordigers - die andere taken en beperkingen heeft - nooit uitvoeren.

Aan de vooravond van een nieuwe hervorming van het tweekamerstelsel, waarvan de krachtlijnen nog moeten worden bepaald, achtte ik het nodig dat te herhalen ten behoeve van de nieuwe leden van onze Assemblee, van wie de meesten nog geen ervaring hebben met het tweekamerstelsel.

Sommige onderwerpen vragen tijd voor beraad of hebben het grote politieke nadeel dat ze niet populair zijn.

Ik denk bijvoorbeeld aan het penitentiaire beleid.

Ik hoop dat de Senaat de moed kan opbrengen die onderwerpen naar zich toe te halen en ze met de nodige ernst, omzichtigheid en objectiviteit te behandelen.

Waarde collega's, u zou kunnen menen dat ik voor de Senaat, door het ambt dat u mij nogmaals opdraagt, een buitensporige of weinig objectieve bewondering koester.

Vergis u echter niet, ik heb in toespraken in het verleden meermaals gewezen op de tekortkomingen van ons tweekamerstelsel, die de grondwetgever vroeg of laat zal moeten wegwerken.

Wel meen ik dat de wetgevende rol van de Senaat, vooral als reflectiekamer, hoe dan ook onmisbaar is voor de complexe federale Staat die België toch is.

Het klopt dat de vertegenwoordiging van de drie gewesten en de drie gemeenschappen in de Senaat zou moeten worden versterkt, zodat de Senaat de plaats wordt waar de betrokkenheid van de deelgebieden bij het federale beleid uitdrukking vindt. Maar die hervorming, die noodzakelijk is - net als andere hervormingen inzake bevoegdheden en samenstelling - mag volgens mij de basisopdracht van de Senaat niet in gevaar brengen. Die opdracht bestaat erin te waken over de kwaliteit van onze wetgeving en ze aan te passen aan de noden van de Belgische samenleving.

Om al die vele, complexe redenen stel ik voor dat de Senaat, zoals dat behoort in een democratische samenleving, een commissie instelt die, binnen het door de preconstituante bepaalde kader, de aanpassing voorbereidt van het tweekamerstelsel aan de huidige Belgische werkelijkheid.

Ik spreek de wens uit dat u mij daarin zult volgen zodat wij ons kunnen buigen over het behoud en de modernisering van het tweekamerstelsel, dat onmisbaar is in een federale Staat en in een samenleving die zo complex is als de onze.

Ik dank u voor uw aandacht.

(De vergadering wordt geschorst om 15.35 uur. Ze wordt hervat om 16.10 uur.)