3-212/1

3-212/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2003

18 SEPTEMBER 2003


Wetsvoorstel tot uitbreiding van het BTW-tarief geldende voor de sierteelt tot de levering van planten en bloemen bij tuinaanleg

(Ingediend door de heer Ludwig Caluwé)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 20 september 1999 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 2-67/1 ­ BZ 1999).

Sedert 1 januari 1993 kunnen de Lid-Staten enkel een verlaagd BTW-tarief toepassen voor leveringen van goederen en diensten opgesomd in een limitatieve lijst vastgesteld door de Raad van de Europese Gemeenschappen en opgenomen als bijlage bij de richtlijn 92/77/EEG van de Raad van 19 oktober 1992, tot aanvulling van het gemeenschappelijk stelsel van de belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging van richtlijn 77/388/EEG.

Sierteeltproducten en het aanleggen van tuinen werden daarin niet opgenomen.

Gelet evenwel op de richtlijn 96/42/EG van de Raad van 25 juni 1996 tot wijziging van artikel 28, lid 2, van richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van de belasting over de toegevoegde waarde kunnen de Lid-Staten een verlaagd tarief invoeren voor de levering van sierteeltproducten.

Voor België werd dit verlaagd tarief ingevoerd door het koninklijk besluit van 27 september 1996. Hierdoor is de levering van sierteeltproducten door elke BTW-belastingplichtige die in de uitoefening van zijn economische beroepsactiviteiten sierteeltproducten levert, vanaf 1 oktober 1996 onderworpen aan het verlaagd tarief.

Het wekt verbazing dat het leveren van beplantingen door tuinaanleggers hierin niet werd opgenomen. Naar verluidt gebeurt dit omdat tuinaanleg beschouwd wordt als een onroerende handeling in zijn geheel. De huidige reglementering maakt geen onderscheid tussen de geleverde producten en de geleverde dienst.

Hierdoor ontstaat een belangrijke discriminatie. Als de verbruiker de bedoelde bloemen en planten rechtstreeks koopt bij een sierteler betaalt hij 6 % BTW. Wanneer hij deze producten echter aankoopt bij een tuinaannemer die meteen ook zorgt voor de bemesting, de beplanting en de aanleg moet hij niet alleen op de werkuren en het concept 21 % BTW betalen, maar ook voor de producten die in de tuinaanleg verwerkt worden. Nochtans moet de tuinaannemer die deze producten in eerste instantie zelf aankoopt bij een sierteler op deze aankoop maar 6 % BTW betalen.

Men moet niet veel verbeelding hebben om te beseffen dat een dergelijke regeling het zwartwerk in de hand werkt.

In Nederland wordt het onderscheid tussen de levering van de goederen en het verrichten van de dienstprestatie wel toegepast. Daar worden voor hoveniers- en groenvoorzieningsbedrijven twee BTW-tarieven gehanteerd. Een hoog tarief (17,5 %) voor de dienstverlening en een laag tarief (6 %) voor het plantmateriaal.

Dit wetsvoorstel heeft de bedoeling om onze wetgeving op dit punt met de Nederlandse te harmoniseren en een impuls tot zwartwerk weg te nemen.

Ludwig CALUWÉ.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In tabel A van de bijlage van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wordt in het laatste lid van rubriek XXIV tussen het woord « werkzaamheden » en het woord « worden », de woorden « met inbegrip van de aanleg en het onderhoud van tuinen » ingevoegd.

21 juli 2003.

Ludwig CALUWÉ.