3-122/1 | 3-122/1 |
24 JULI 2003
Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 12 juni 2002 in de Kamer werd ingediend (stuk Kamer, nr. 50-1862/1 2001/2002).
Artikel 41 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden stelt dat in geval van een veroordeling voor een misdrijf, begaan in een stadion, de rechter een stadionverbod kan opleggen en daar een aanmeldingsplicht aan kan koppelen op de wijze die hij bepaalt.
Deze laatste mogelijkheid is evenwel niet voorzien voor een administratief stadionverbod of een stadionverbod als beveiligingsmaatregel. Nochtans kan ook in die gevallen een effectief toezicht op het stadionverbod noodzakelijk zijn, al naargelang de (ernst van de) feiten die aan de basis van deze vormen van stadionverbod liggen.
Daarom willen wij ook in deze gevallen van stadionverbod de aanmeldingsplicht mogelijk maken.
Ludwig VANDENHOVE. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 24 van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2003, wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
« Het administratief stadionverbod kan een aanmeldingsplicht impliceren op de wijze die door de ambtenaar bedoeld in artikel 26, eerste lid, wordt bepaald. »
Art. 3
Artikel 29, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2003, wordt aangevuld als volgt :
« In voorkomend geval bepaalt zij tevens de wijze van aanmeldingplicht. »
Art. 4
In artikel 44 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in het eerste lid wordt de eerste zin aangevuld als volgt :
« en, in voorkomend geval, een aanmeldingsplicht op te leggen op de wijze die door hem wordt bepaald. »;
b) in het tweede lid wordt de tweede zin aangevuld als volgt :
« en, in voorkomend geval, een aanmeldingsplicht opleggen op de wijze die door hem wordt bepaald. »;
c) het vijfde lid wordt aangevuld als volgt :
« en, in voorkomend geval, de wijze van aanmeldingsplicht. »;
d) het zesde lid wordt aangevuld als volgt :
« 4º de wijze van aanmeldingsplicht, indien daartoe werd beslist. »
15 juli 2003.
Ludwig VANDENHOVE. |