2-9com | 2-9com |
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Na een lang proces trad in oktober 2001 het Federaal borstvoedingscomité in werking. Tot nu toe heeft het comité echter noch via het parlement, noch via de media of andere informatiekanalen, verslag uitgebracht over zijn werkzaamheden. Het comité moet vooral het maatschappelijke debat over het belang van borstvoeding ondersteunen via onder andere informatie- en sensibiliseringsacties.
Inmiddels weten we dat België en zeker Vlaanderen heel zwak scoren inzake borstvoeding. Vlaanderen staat helemaal onderaan in de Europese rangschikking. Een mentaliteitsverandering dringt zich op, ook op de werkvloer. De arbeidsmarkt moet aanvaarden dat borstvoeding een basisrecht is van moeder en kind.
Na mijn talrijke interpellaties aan vice-eerste minister Onkelinx en minister Vandenbroucke, heeft de regering via een programmawet de borstvoedingspauzes mogelijk gemaakt. We hadden jarenlang nagelaten de Europese wetgeving ter zake toe te passen. Het dossier bleef liggen bij de Nationale Arbeidsraad. Met de nieuwe regeling kan de moeder één uur per dag borstvoedingspauze nemen. Dit is volstrekt onvoldoende. Zelf heb ik voorgesteld daarvoor twee uur per dag uit te trekken.
Het recht op borstvoeding impliceert dat de duur van het ouderschapsverlof en het moederschapsverlof van drie op zes maanden wordt gebracht, een voorstel dat ook door minister Vogels wordt verdedigd. In afwachting moeten werkende moeders recht krijgen op twee uur borstvoedingspauze. De Wereldgezondheidsorganisatie beveelt aan dat elke moeder minstens de mogelijkheid moet krijgen borstvoeding te geven tot het kind zes maand is. Om gezondheidsredenen verdient het aanbeveling langer borstvoeding te geven.
Graag krijg ik van de minister een antwoord op de volgende vragen. Heeft het comité een jaarverslag uitgebracht voor het werkingsjaar 2002? Zo ja, op welke manier werd dit verslag bekend gemaakt en aan wie werd het bezorgd? Zal het in het parlement worden besproken? Op welke andere wijze heeft het comité over zijn werkzaamheden gecommuniceerd? Welke initiatieven heeft het comité reeds genomen om het maatschappelijke debat over borstvoeding aan te wakkeren, de bevoegde organisaties en diensten te ondersteunen en welke adviezen heeft het comité aan de regering gegeven?
De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - Het Federaal Borstvoedingscomité werd in oktober 2001 geďnstalleerd en in 2002 werd het operationeel gemaakt. Tot dan toe waren nog geen middelen beschikbaar voor administratieve ondersteuning. Voor 2002 werd nog geen jaarverslag opgesteld.
Een delegatie van het borstvoedingscomité heeft mij op 13 januari 2003 een korte toelichting gegeven over de werkzaamheden van het afgelopen jaar, waaronder het voorstel van actieplan voor babyvriendelijke ziekenhuizen. Verleden jaar is het comité begonnen met de uitbouw van een website in beide talen. Op deze wijze wordt het voor het publiek zichtbaar gemaakt. Tevens is er een emailadres zodat het gericht vragen kunnen worden gesteld.
Binnen het comité werden drie werkgroepen opgericht: De eerste met het oog op het toezien op de procedure voor de toekenning van het keurmerk babyvriendelijk ziekenhuis, overeenkomstig het Europees Actieplan dat de Wereldgezondheidsorganisatie en Unicef gezamenlijk hebben opgezet. De tweede in verband met de methodologie van het inwinnen van gegevens over borstvoeding overeenkomstig de criteria van de Wereldgezondheidsorganisatie en Unicef. De derde in verband met het opstellen van een informatiegids inzake borstvoeding.
Het comité heeft ook een kalender in beide landstalen uitgegeven. Zodra de werkgroepen hun werkzaamheden hebben afgerond, zal het Federaal Borstvoedingscomité zich erover buigen en zullen de eerste adviezen aan de minister worden geformuleerd.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Het verheugt me dat het federaal borstvoedingscomité eindelijk kan beginnen werken.
De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - De werkgroepen zijn al van start gegaan.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Jammer genoeg is tijdens deze regeerperiode veel tijd verloren gegaan. Minister Aelvoet is er de eerste twee jaren van de regeerperiode niet in geslaagd op de begroting middelen uit te trekken voor de werking van het comité. Minister Tavernier geeft zelf aan dat er in 2002 nog geen werkingsmiddelen waren. Ondertussen zijn we in 2003 en kan het comité eindelijk beginnen werken.
Het initiatief `babyvriendelijk ziekenhuis' is zeer belangrijk en positief. Ik dacht dat tot voor kort maar één ziekenhuis in ons land aan de voorwaarden voldeed. Ik hoop dat hier op korte tijd verbetering kan worden aangebracht. Ook het inwinnen van gegevens en het opstellen van een informatiegids zijn essentieel.
De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - De aanloopfase liep in 2002 en niet in 2003. De werkgroepen zijn bezig en de adviezen komen eraan.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Wanneer heeft het comité vergaderd?
De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - Dat kan ik niet zo meteen zeggen.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Uit uw antwoord had ik begrepen dat er vorig jaar geen middelen waren om het comité te laten functioneren.
De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - Het heeft wel degelijk gefunctioneerd, want het heeft op 1 januari verslag uitgebracht.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Het heeft inderdaad verslag uitgebracht over de installatie van drie werkgroepen.
De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - De aanloop was dus genomen om dit jaar effectief acties op te zetten en adviezen te geven.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Ik wil geen welles-nietesspelletje starten, maar rond babyvriendelijke ziekenhuizen bijvoorbeeld hebben personen en organisaties die nu in het comité zitten, al gewerkt tijdens de vorige legislatuur met financiering en subsidiëring. Het verheugt me dus dat ook die informatie kan worden gebruikt en ik hoop dat ze geprofessionaliseerd wordt in het kader van de werking van het comité.
-L'incident est clos.