Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-64

ZITTING 2002-2003

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 1613 van de heer Van Quickenborne d.d. 17 oktober 2001 (rappels van 25 februari 2002 en 23 oktober 2002) (N.) :
Overheidsopdrachten. ­ Beroep op mededinging. ­ Motivering.

In het 157e boek van het Rekenhof gaat men uitvoerig in op het niet-naleven van de regelgeving inzake overheidsopdrachten bij het gunnen van de opdrachten betreffende diensten van juridische aard door diverse federale ministeries en diensten. Vooral de diensten geleverd door rechtsgeleerden, fiscalisten en advocaten springen hierbij in het oog. Onder meer de bepalingen inzake mededingen en de vereiste van een schriftelijk en voorafgaand akkoord, met forfaitaire prijsbepaling worden niet gerespecteerd.

Het Rekenhof heeft deze vaststellingen gedaan bij de diensten van de eerste minister, het ministerie van Binnenlandse Zaken, het ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking, het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en het ministerie van Middenstand en Landbouw.

Nochtans vallen alle opdrachten die worden gegund sinds 1 mei 1997 onder toepassing van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten. Een essentieel kenmerk van deze wet bestaat erin dat een beroep op mededinging wordt verplicht.

Het Rekenhof stelt in haar 157e boek het volgende : « Zelfs bij de onderhandelingsprocedure (8), zonder naleving van bekendmakingsregels, dient in regel een beroep te worden gedaan op mededinging, ongeacht het bedrag. Wanneer uitzonderlijk geen beroep moet worden gedaan op de mededinging, dient dit uitdrukkelijk te worden gemotiveerd. »

Graag had ik van de geachte minister vernomen aan welke advocaten, advocatenassociaties, rechtsgeleerden en fiscalisten hij sinds zijn aantreden in de federale regering opdrachten heeft gegund. Kan worden meegedeeld uit welke stad of gemeente de aangewezen advocaat, rechtsgeleerde of fiscalist afkomstig is ?

Graag had ik tevens vernomen om welke specifieke redenen een beroep werd gedaan op deze personen en hoeveel de totale erelonen per aangewezen advocaat, rechtsgeleerde of fiscalist bedroegen.

Tevens had ik graag van de geachte minister vernomen of hij hierbij voor elke opdracht de regelgeving inzake overheidsopdrachten heeft nageleefd ? Werden hierbij de bepalingen inzake mededingen en de vereiste van een schriftelijk en voorafgaand akkoord met forfaitaire prijsbepaling in elk dossier nageleefd ?

Is de geachte minister het ermee eens dat de opdrachten betreffende diensten van juridische aard vallen onder toepassing van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en een beroep op mededingen bijgevolg verplicht is ? Zo neen, kan hij een en ander uitvoerig toelichten ?

Wordt bij het uitbesteden van opdrachten betreffende diensten van juridische aard steeds onderzocht of men dit onderzoek aan ambtenaren kan gunnen ?

Graag had ik van de geachte minister vernomen met welke advocaten, advocatenassociaties, rechtsgeleerden en fiscalisten er binnen zijn diensten op permanente basis gewerkt wordt, onder de formule van een abonnement, onder meer rekening houdende met de ministeriėle besluiten van 29 juni 1998 en welke de kostprijs hiervan op jaarbasis was. Vonden er bij de aanduiding van elk van deze advocaten voorafgaande raadplegingen plaats van mogelijke kandidaten ? Indien het antwoord hierop positief is had ik graag per abonnement hiervan de verantwoordingsstukken bekomen.