Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-61

ZITTING 2002-2003

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 2404 van mevrouw Nyssens d.d. 16 september 2002 (Fr.) :
Politiescholen. ­ Coherentie op het vlak van de inhoud van de opleiding, de evaluatie en de discipline.

Ik heb vernomen dat het personeel van de federale politie dat instaat voor de opleiding van de politieagenten geconfronteerd wordt met ernstige problemen ingevolge een gebrek aan coherentie tussen de verschillende politiescholen van het land op het vlak van de inhoud van de opleiding, de eindevaluatie en de discipline.

Aangezien er geen autoriteiten of controleorganen bestaan die instaan voor het evalueren van, het maken van opmerkingen over of het doen van voorstellen in verband met de werking van de tien erkende politiescholen of -academies van het land, zorgt de autonomie waarvan die scholen (allemaal VZW's) momenteel profiteren, ervoor dat ze een gebrek aan transparantie aan de dag kunnen leggen, zowel op het vlak van de kwaliteit van de lessen die aan onze toekomstige politieagenten worden gegeven, als op het vlak van de follow-up van de doelstellingen van de opleiding die ze krijgen.

Ik geef twee voorbeelden van een duidelijk gebrek aan coherentie en transparantie.

Het eerste heeft betrekking op de problematiek van de infrastructuur. Naar verluid zou de politieacademie van Luik van plan zijn om een nieuw gebouw op te trekken om beter aan haar behoeften te kunnen voldoen, niettegenstaande er binnen het complex van Vottem voldoende infrastructuur beschikbaar is. Bovendien zouden tal van andere politieacademies gemeentegebouwen gaan huren om in hun behoeften te voorzien, niettegenstaande ze zouden kunnen beschikken over geschikte lokalen in de voormalige rijkswachtcomplexen.

Is men van plan om een rationalisatie door te voeren van het gebruik van die lokalen voordat de politieacademies de beslissing nemen om afhankelijk van hun behoeften meer of minder omvangrijke gebouwen te laten optrekken of te huren ?

Het tweede heeft betrekking op het eindklassement met punten van de kandidaat-politieagenten. De afwezigheid van een controleorgaan dat instaat voor het inspecteren van de beoordelingssystemen in de verschillende politiescholen heeft geleid tot de op zijn minst verbazingwekkende situatie waarbij een kandidaat-politieagent die in de Federale Politieschool van Etterbeek als eerste van zijn jaar eindigde, in het eindklassement van april 2002 na een kandidaat kwam, die als laatste van zijn jaar was geëindigd in de Politieacademie van Luik!

Bent u niet van mening dat er een standaardisering van de vereisten bij de evaluaties van de doelstellingen in de verschillende politieacademies van het land in overweging zou moeten worden genomen en dat in alle academies dezelfde evaluatie- en beoordelingsprocedure zou moeten worden toegepast ?

Ik heb ook vernomen dat men in die VZW's/politieacademies blijkbaar steeds meer een beleid toepast waarbij men te allen prijze rendabiliteit nastreeft. Dat is ook te merken aan het feit dat die VZW's/politieacademies een zo hoog mogelijke slagingsgraad nastreven. Die situatie zorgt voor een te groot aantal studenten per klas, met alle gevolgen van dien voor de docenten en de studenten op het vlak van discipline, de organisatie van rollenspelen en de follow-up van de studenten tijdens de theoretische lessen en bij de coördinatie van hun stages.

Ik heb ook vernomen dat de plaatselijke politiezones steeds vaker versterking vragen aan docenten en hun studenten voor de uitvoering van nacht- of weekendoperaties. De docenten ontvangen geen nacht- of weekendvergoedingen en voeren werk uit waarvoor ze niet worden betaald.

Kan u me laten weten of u van plan bent om maatregelen te nemen teneinde te verhelpen aan de malaise bij de docenten van onze politie en zo ja welke maatregelen u denkt te nemen ?