Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-60

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 1985 van de heer Vandenberghe d.d. 20 maart 2002 (N.) :
Homejackings. ­ Maatregelen.

Naast carjacking is homejacking een nieuw fenomeen dat de laatste tijd meer en meer opduikt.

Homejacking of het binnendringen van de woning met de bedoeling van het stelen van de wagen al niet onder bedreiging van de inwonenden, is vaak een meervoudig misdrijf. Naast het stelen van de wagen en inbraak in de woning kan er onder meer ook nog sprake zijn van bedreiging van de bewoners.

Het stijgend aantal homejackings zou te verklaren zijn door het goter risico dat gangsters lopen bij overvallen op banken, geldtransporten en postkantoren. Homejackings lijken met andere woorden een alternatief te zijn voor deze « klassieke » overvallen.

Bovendien kan deze misdaad, die vaak gepaard gaat met veel geweld, traumatische gevolgen hebben voor de bewoners.

Graag had ik van de geachte minister het volgende vernomen :

1. Hoeveel homejackings gebeurden de afgelopen vijf jaar in Vlaanderen en Wallonië ? Is het mogelijk deze cijfers uit te splitsen per provincie ?

2. Hoeveel van deze misdrijven kregen een oplossing ?

3. Hoeveel voertuigen werden terugbezorgd aan de rechtmatige eigenaars ?

4. Welke maatregelen zal de geachte minister nemen om het aantal homejackings te doen dalen ?

Antwoord : Ik kan het geachte lid de volgende antwoorden verstrekken op zijn vraag.

1. De evolutie van her aantal homejackings gedurende de laatste vijf jaar in Vlaanderen en Wallonië kan niet worden weergegeven gezien de criminele figuur homejacking momenteel niet is opgenomen in de politionele databank. Een nauwkeurige registratie van het aantal homejackings is daardoor niet mogelijk.

In afwachting dat de genoemde criminele figuur wordt opgenomen in de nomenclatuur van de politionele databank, houdt de federale politie sinds 2000 een afzonderlijke databank van gepleegde feiten bij. Uit de gegevens van deze databank blijkt dat de federale politie in 2000 227 feiten van homejacking registreerde; in 2001 bedroeg dit aantal 176. De onderstaande tabel geeft het aantal homejackings in 2000 en 2001 per gerechtelijk arrondissement weer :

2000 2001
Aarlen ­ ­
Antwerpen 21 10
Bergen 6 4
Brugge 1 1
Brussel 75 63
Charleroi 24 20
Dendermonde 6 3
Dinant 2 3
Doornik 2 1
Eupen 0 1
Gent 3 3
Hasselt 1 1
Hoei 3 4
Ieper ­ ­
Kortrijk 2 2
Leuven 6 9
Luik 19 18
Marche-en-Famenne 1 0
Mechelen 7 1
Namen 9 7
Neufchâteau 1 0
Nijvel 32 16
Oudenaarde 1 0
Tongeren 1 6
Turnhout 3 0
Verviers 1 3
Veurne ­ ­
Totaal 227 176

2. Gezien het fenomeen homejacking niet afzonderlijk is opgenomen in de nomenclatuur van de politionele databank, is het niet mogelijk om gegevens met betrekking tot de ophelderingsgraad te verstrekken.

3. In 2000 werden 104 (of 46 %) van de 227 met de modus operandi homejacking gestolen voertuigen teruggevonden en terugbezorgd aan de rechtmatige eigenaars.

4. De Belgische regering onderkent het probleem van home-jacking en heeft reeds verschillende maatregelen genomen. De problematiek van de diefstal van en zwendel in voertuigen werd in het Federaal Veiligheids- en Detentieplan opgenomen (project 36) en ook in het Nationaal Veiligheidsplan werd bepaald dat de federale politie prioritair bijzondere aandacht zal besteden aan diefstallen en afpersingen gewapenderhand.

Op de vergadering van 26 april 2001 van het College van procureurs-generaal werd beslist dat het college bij voorrang een gemeenschappelijke omzendbrief betreffende de gerechtelijke aanpak van feiten van home- en carjacking en garagediefstal (COL 6/2001) zou uitwerken. De genoemde omzendbrief werd uitgevaardigd op 1 juni 2001 en trad dezelfde dag in werking. Hij bevat vooreerst een duidelijke definitie van wat voortaan onder home- en carjacking en garagediefstal moet worden verstaan evenals een aantal bijzondere richtlijnen voor het openbaar ministerie en de politiediensten.

De acties van de politie bewegen zich op twee terreinen. Ten eerste worden de acties hoofdzakelijk toegespitst op het oprollen van de autozwendelcircuits (daar komen de gestolen auto's terecht, worden ze voorzien van nieuwe identiteitsgegevens en van daaruit worden ze naar exotische bestemmingen geëxporteerd). Ten tweede wordt gefocust op de soms zeer gewelddadige feiten zelf.

Rekening houdend met de besluiten van de Commissie-Dutroux werd in 1997 het multidisciplinaire Nationaal Overlegplatform autocriminaliteit opgericht op initiatief van het Vast Secretariaat voor het preventiebeleid (VSP) en de Dienst voor het strafrechtelijk beleid (DSB). De globale doelstelling van het platform bestaat uit het realiseren van een integrale en geïntegreerde aanpak van het fenomeen autocriminaliteit. De werkzaamheden van de verschillende werkgroepen binnen het platform, die gesitueerd zijn op preventief, technisch en juridisch vlak, worden verdergezet.

Momenteel worden op de markt diverse technologieën aangeboden waarmee een voertuig van op afstand kan worden gelokaliseerd. Een aantal systemen maken het zelfs mogelijk in te grijpen op de werking van het voertuig door het van op afstand te immobiliseren. Dergelijke technologieën kunnen een positieve bijdrage leveren tot de bestrijding van het fenomeen homejacking, al moet erover worden gewaakt dat ze worden gebruikt in overeenstemming met de democratische normen vervat in het strafrecht en de strafvordering. Ook moet worden gezocht naar een correct evenwicht tussen efficiëntie en legitimiteit. Vanuit deze bekommernis heb ik onlangs een koninklijk besluit en een omzendbrief opgesteld tot regeling van de wijze waarop deze volgsystemen moeten worden beheerd door de alarmcentrales.