2-409/11

2-409/11

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

8 JANUARI 2003


Wetsontwerp houdende regeling van de autopsie na het onverwachte en om medisch onverklaarbare redenen overlijden van een kind van minder dan achttien maanden


TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE VOOR DE SOCIALE AANGELEGENHEDEN


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Deze wet is van toepassing op autopsies die worden uitgevoerd op kinderen die onverwacht en om medisch onverklaarbare redenen vóór de leeftijd van achttien maanden overleden zijn.

Art. 3

De ouders van een kind van minder dan achttien maanden dat om medische onverklaarbare redenen is overleden, kunnen een autopsie aanvragen om de doodsoorzaak op te sporen.

De arts die het overlijden vaststelt, is verplicht de ouders in kennis te stellen van het recht en hen voor te stellen een autopsie te laten uitvoeren in het kader van het postmortaal medisch onderzoek.

De beslissing van de ouders om de autopsie al dan niet aan te vragen moet schriftelijk worden vermeld. Het document wordt bij het medisch dossier van het kind gevoegd.

Art. 4

Het lichaam van het kind wordt overgebracht naar een centrum voor wiegendood van een algemeen ziekenhuis dat over een erkende dienst voor kindergeneeskunde, een erkende functie voor lokale neonatale zorg en een dienst voor anatomopathologie beschikt. Bovendien moet het centrum een specifieke expertise hebben voor opvang van ouders en familieleden van de overleden kinderen, die door de Koning nader kan worden omschreven.

De Koning bepaalt eveneens de nadere voorwaarden met betrekking tot het transport, de autopsie en de psychologische ondersteuning van de ouders en het gezin en stelt de financieringsregelen terzake vast.

De ouders betalen geen kosten in het kader van de toepassing van deze wet.

Art. 5

Als beide ouders overleden zijn of vallen onder het statuut van verlengde minderjarigheid of onbekwaam verklaard zijn, beslist de persoon die de voogdij uitoefent ten aanzien van het kind de autopsie te aanvaarden of te weigeren, onder dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde regels die van toepassing zijn op de ouders, met dien verstande dat de personen die in staat van verlengde minderjarigheid of onbekwaam verklaard zijn zoveel mogelijk en in verhouding tot hun begripsvermogen betrokken worden bij het beslissingsproces.

Art. 6

Wanneer de autopsie doorgaat overeenkomstig de Bepalingen van de artikelen 3 en 5, moet ze zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Daarbij moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de wensen van de ouders, en eventueel van de personen die de ouderlijke macht of de voogdij uitoefenen ten aanzien van het kind.

Art. 7

De autopsie wordt uitgevoerd met respect voor het stoffelijke overschot door de patholoog-anatoom van het centrum voor wiegendood volgens een standaardprocedure opgesteld binnen het centrum. De vermelding « wiegendood » komt pas op het overlijdenscertificaat als een bewijs van autopsie is voorgelegd.

Art. 8

De resultaten worden aan de ouders meegedeeld tijdens een onderhoud, naar hun keuze door een arts van het centrum of door de arts aan wie op verzoek van de ouders de resultaten moeten worden overgezonden.

Art. 9

Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin ze in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. Na twee jaar wordt de wet door de federale Kamers geëvalueerd.