2-251 | 2-251 |
De voorzitter. - De heer Didier Reynders, minister van Financiën, antwoordt namens de heer Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken.
De heer Frank Creyelman (VL. BLOK). - Mechelen is van oudsher een belangrijk verkeersknooppunt voor het binnen- en buitenlands treinverkeer, zowel voor het personenvervoer als voor het vervoer van goederen. Door die binnen- en buitenlandse verkeersfunctie krijgen de stations van Mechelen af te rekenen met diverse vormen van criminaliteit en onveiligheid.
De dagelijkse doortochten van de lijn Amsterdam-Brussel brengen bijvoorbeeld veel drugtoerisme mee. Drugtoeristen riskeren de regelmatige drugcontroles in de Brusselse stations niet langer en stappen af in Mechelen, waar ze ofwel ter plekke een deel van hun drugs consumeren of verkopen, ofwel met een ander vervoermiddel doorreizen naar Brussel. Rondhangende drugdealers en druggebruikers zorgen voor de nodige overlast in en rond de stations van Mechelen. De Mechelse stationsbuurt schept als uitgaansbuurt reeds op zichzelf onveiligheid en vraagt van de Mechelse politie meer aandacht dan de andere buurten van Mechelen.
Het drugtoerisme is echter niet de enige plaag die de Mechelse stations moeten verdragen. Ook heel wat illegalen kiezen het zekere voor het onzekere, stappen van de trein in Mechelen en zetten hun reis naar het meer gecontroleerde Antwerpse of Brusselse station op een andere manier verder.
Op het vlak van vandalisme en onveiligheid behoren de Mechelse stations tot de zwartste punten van de NMBS. Toch is er geen vaste post van de spoorwegpolitie in het station van Mechelen. Dit in tegenstelling tot Leuven, toch wel een vergelijkbare stad in dezelfde regio.
Tot nu toe zorgen de personeelsleden van P-Security voor een beperkte controle in het Mechelse station. Aangezien deze mensen geen politiële bevoegdheid hebben moet de reeds zwaar belaste politie van Mechelen die taak overnemen. De nood aan een vaste post van de spoorwegpolitie in Mechelen is dus groot.
De federale politie onderzoekt sinds begin dit jaar een eventuele reorganisatie van de spoorwegpolitie in uitvoering van de politiehervorming. De minister heeft beloofd rekening te zullen houden met de specifieke kenmerken van bepaalde steden of plaatsen. Het lijkt mij dus gepast om vandaag een stand van zaken op te maken.
Hoe ver staat het met het onderzoek van de federale politie naar de interne reorganisatie van de spoorwegpolitie in het kader van de politiehervorming? Wanneer wordt een eventuele reorganisatie van kracht? Welke posten zullen worden geschrapt en welke komen er bij?
Overweegt de minister om een vaste post van de spoorwegpolitie te openen in het station van Mechelen? Indien dit zo is, wanneer zal die vaste post er werkelijk komen en hoeveel politiemensen zullen worden ingezet?
De heer Didier Reynders, minister van Financiën. - Ik wacht nog even op het antwoord van het kabinet van minister Duquesne. Ik zal binnen enkele ogenblikken antwoorden.
De voorzitter. - Intussen kan mevrouw de Bethune haar vraag aan de minister van Buitenlandse Zaken over ontwikkelingshulp aan Rwanda stellen, waarop de heer Reynders eveneens zal antwoorden. Vice-eerste minister Michel bevindt zich in Kopenhagen voor de Europese top.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Ik heb de vice-eerste minister daarnet gezien in het Parlement.
M. Josy Dubié (ECOLO). - C'est grotesque !
De voorzitter. - Beheers uzelf, mijnheer Dubié.
Ik laat minister Michel oproepen.
Ik geef het woord aan minister Reynders voor het antwoord op de vraag van de heer Creyelman.
De heer Didier Reynders, minister van Financiën. - De studie omtrent de reorganisatie van de spoorwegpolitie is inderdaad dit jaar begonnen maar is nog niet volledig afgewerkt. De capaciteit zal met 120 politieagenten verhogen. Aan de hand van cijfergegevens werden er eerst tien stations gekozen waar een vaste post van de spoorwegpolitie zal worden geopend. De regering heeft beslist dat volgende stations eerst in aanmerking komen: Brugge, Gent, Antwerpen, Leuven, Namen, Luik, Bergen, Charleroi, Brussel-Noord en Brussel-Zuid. Er wordt onderhandeld tussen de NMBS, de betrokken zones en de federale politie. Afhankelijk van de capaciteit van de spoorwegpolitie en de evolutie van de toestand in de verschillende stations van het land, kunnen in de toekomst in andere stations politieposten worden geopend. De federale politie kan nu wel steeds patrouilles naar andere stations sturen.