2-1382/1

2-1382/1

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

6 DECEMBER 2002


Voorstel van verklaring tot herziening van het decreet nr. 5 van 24 november 1830 betreffende de eeuwige uitsluiting van de familie Oranje-Nassau van enige macht in België

(Ingediend door de heren Frank Creyelman en Wim Verreycken)


TOELICHTING


Dat de muiterij van 1830 hoegenaamd niet het gevolg was van een spontane volksopstand, zeker niet in Vlaanderen, wordt vandaag door de meeste historici erkend (zie terzake het vierdelige werk 1830 ­ Scheuring der Nederlanden van doctor Arnoldus Smits).

Het was een anti-Vlaamse omwenteling in haar doeleinden. Dat de aanhechting bij Frankrijk geen doorgang vond, was louter een gevolg van de Europese evenwichtspolitiek en de machtsverhoudingen van die tijd.

De gevolgen waren voor Vlaanderen evenwel verstrekkend. De Belgische Grondwet van 1831 schafte onmiddellijk de taalregeling van Koning Willem I af en meteen werd het Nederlands uit het openbare leven gebannen.

Het heeft vele jaren geduurd alvorens de Vlamingen over eigen onderwijs op alle niveaus konden beschikken, eer ze recht hadden op rechtspraak in hun eigen taal, eer de eentaligheid van Vlaanderen werd erkend, eer ze zich op een volwaardige wijze vertegenwoordigd wisten in het Parlement, enz. Kortom, het separatisme van 1830 tussen de zuidelijke en de noordelijke Nederlanden heeft de Vlaamse volksgemeenschap enorm geschaad.

Officiële staatsbezoeken waarbij het Nederlandse vorstenhuis in ons land werd ontvangen, hebben aangetoond dat het ressentiment tegenover Nederland en zijn vorstenhuis ondertussen volledig verdwenen is. Meer nog : de verdiensten van het Huis van Oranje ten aanzien van de zuidelijke Nederlanden op verschillende tijdstippen in onze geschiedenis worden algemeen erkend.

Immers, niemand ontkent ­ bij wijze van voorbeeld ­ dat de strijd van Willem van Oranje in de zestiende eeuw tegen de Spaanse overheersing een strijd was ten gunste van de zuidelijke Nederlanden en zijn vrijheden of dat het onder Willem I geweest is dat de Gentse Universiteit, de normaalschool van Lier en heel wat volksscholen werden gesticht; dat de wegen werden verbeterd; kanalen werden gegraven en uitgediept; dat de textielnijverheid werd bevorderd en de landbouw uit het slop werd gehaald. Ook het Belgisch Parlement brengt nog dagelijks hulde aan Koning Willem I door de aanwezigheid van diens borstbeeld bij de ingang van het parlementair halfrond.

Daarnaast stellen we ook een aantal dynastieke, maar ook persoonlijke banden vast tussen de Belgische, de Nederlandse en zelfs de Luxemburgse vorstenhuizen. De huidige Belgische Koning is via zijn moeder, Astrid van Zweden, zelfs een afstammeling in rechte lijn van Koning Willem I. Ook het recente staatsbezoek van het Belgisch vorstenhuis aan Nederland in april 2002 was een getuigenis van een spontaan grensoverschrijdend, ontspannen en constructief politiek klimaat.

Het komt ons daarom voor dat, zeker in een eenwordend Europa en een wereld waarin discriminaties op grond van afkomst verboden zijn, er niet langer redenen bestaan om de leden van het huis van Oranje-Nassau gezagsfuncties te ontzeggen binnen gebieden die historisch tot de Nederlanden behoren.

Onderhavig voorstel voorziet dan ook in de intrekking van het decreet nr. 5 van 24 november 1830 van het Voorlopig Bewind, dat stelt dat « ... leden van het stamhuys van Oranje-Nassau voor altyd uyt alle magt of gezag in België uitgesloten zijn ».

Frank CREYELMAN.
Wim VERREYCKEN.

VOORSTEL VAN VERKLARING


De Kamers verklaren dat er reden bestaat tot herziening van het decreet nr. 5 van 24 november 1830 betreffende de eeuwige uitsluiting van de familie Oranje-Nassau van enige macht in België, om het op te heffen.

18 april 2002.

Frank CREYELMAN.
Wim VERREYCKEN.