2-247

2-247

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 28 NOVEMBRE 2002 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Hugo Vandenberghe au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes, sur «le prélèvement d'un superdividende auprès de la SA Belgacom par le gouvernement» (nº 2-897)

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Zowel in de algemene als in de gespecialiseerde pers werd onlangs sterke kritiek geuit op de regeringsbeslissing om een extra dividend, een superdividend, uit de NV Belgacom weg te trekken.

Technisch wordt aan het resultaat van Belgacom 1 miljard euro onttrokken. Belgacom stort hiervan 430 miljoen euro in een bijzonder pensioenfonds, het resterende deel is bruto dividend voor de aandeelhouders. 285 miljoen gaat naar ADSB, het consortium van de privé-aandeelhouders van Belgacom, waartoe KBC, Dexia en Sofina behoren. De grootste privé-aandeelhouders zijn het Amerikaanse SBC, TDC uit Denemarken en SingTel uit Singapore. Zij krijgen een buitengewoon dividend van respectievelijk 100, 94 en 77 miljoen euro.

Het deel van de Belgische Staat, 285 miljoen euro, gaat naar het Zilverfonds, dat per definitie wordt gefinancierd met de zogenaamde budgettaire meevallers. Op die manier moet de regering de bijdrage voor het Zilverfonds niet in de eigen kas zoeken.

In twee jaar tijd - vorig jaar werd reeds een dividend van 253.3 miljoen euro betaald - wordt door de grootste aandeelhouder, namelijk de Belgische Staat, onrechtstreeks een enorme hoeveelheid eigen vermogen aan de NV Belgacom onttrokken. Het management van Belgacom werd door de regering vooraf niet geconsulteerd over deze beslissing.

Waarnemers met enige kritische zin ten opzichte van het regeringsbeleid noemden de beslissing van de regering een aanfluiting van de autonomie van de overheidsbedrijven en een aantasting van de financiële slagkracht van Belgacom. Trends publiceerde over die autonomie vandaag trouwens een artikel dat me ertoe heeft aangezet onmiddellijk een nieuwe vraag om uitleg in te dienen, ditmaal gericht aan de eerste minister.

Dit alles moet worden gesitueerd tegen de achtergrond van de kwakkelende telecommunicatiesector. Volgens specialisten zijn er voor Belgacom vrij goede kansen om interessante overnames of fusies te realiseren binnen de sector. Belgacom had als onafhankelijke operator immers een vrij omvangrijke oorlogskas opgebouwd na het niet uitvoeren van de intentie van de minister om Belgacom te laten opgaan in KPN. De recente gesprekken met een mogelijke nieuwe partner bevestigen de gunstige positie van Belgacom.

Vindt de minister het normaal dat de regering dergelijke sommen onttrekt aan Belgacom, louter omwille van begrotingsdoeleinden? In welke strategie op lange termijn kadert hij deze beslissing? Is deze beslissing een voorbeeld van goed aandeelhoudersschap, een argument dat de minister altijd aanhaalt ter verantwoording van diverse beslissingen in het Belgacomdossier? Is er nog voldoende vertrouwen bij het management van Belgacom in de hoofdaandeelhouder in het algemeen en de minister in het bijzonder? Moet voor dergelijke belangrijke beslissing tot onttrekking van een superdividend niet worden overlegd met het management, dat het best geplaatst is om de impact van de maatregel te evalueren? Kan de minister, die toch goed op de hoogte moet zijn van de situatie in de sector, aangeven wat de dividend payout ratio is van de voornaamste concurrenten van Belgacom? Zijn eventuele verschillende redelijk te verantwoorden?

De heer Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand. - Ik heb eerst een inleidende opmerking die rechtstreeks verband houdt met de uitvoering van dit dossier. In Belgacom hebben we een combinatie van twee elementen. Ten eerste heeft het management van de maatschappij zijn job de voorbije jaren uitstekend gedaan. Ten tweede hadden bepaalde specifieke beslissingen van de aandeelhouders in het algemeen en van de staat als aandeelhouder in het bijzonder een heel duidelijk positief effect op de toestand van het bedrijf.

Ik geef vier voorbeelden van aandeelhoudersbeslissingen. Ten eerste ben ik ingegaan tegen de klassieke overtuiging en zeker tegen de opinie die zowat elke analist met enige naam in 1999, 2000 en zelfs nog begin 2001 had, en heb ik halsstarrig geweigerd met Belgacom naar de beurs te gaan. Ik heb daarvoor ook altijd de volgende argumenten gegeven. Als we nu naar de beurs gaan, op een ogenblik dat de beurswaarden hoog zijn, is dat op termijn onvermijdelijk een verkapte belasting voor iedereen die er nu in stapt - vele tienduizenden, zelfs een paar honderdduizenden mensen - omdat de beurs vroeg of laat daalt. Als voorbeeld heb ik toen Aircom gegeven. Als we naar de beurs gaan, verliezen we bovendien in een potentieel strategische operatie meteen onze strategische positie van aandeelhouder met 50% plus één aandeel.

Ten tweede heb ik voet bij stuk gehouden op het gebied van de UMTS-licenties, in tempore non suspecto, toen diezelfde grote analisten uitkreten dat deze licenties zeven tot acht keer meer konden opbrengen dan ik vooropstelde. De veiling vond één of twee maanden later dan gepland plaats, zodat ze over het jaareinde viel en de indruk van een grote vertraging werd gewekt, quod non. In tegenstelling tot bepaalde andere landen hebben we op een redelijke en correcte manier de UMTS-licenties toegekend, met als resultaat dat het bedrijf helemaal niet kapot is gegaan door de schulden die het voor zo'n licentie moest aangaan.

Ten derde hebben we lang onderhandeld met KPN. Ik heb zelf een donderdagnacht "de stekker uit de muur getrokken" omdat het risico van het verschulden van de gezamenlijke entiteit te groot was. Op dat ogenblik adviseerden opnieuw een pak analisten het tegenovergestelde, ondanks de heersende schuldratio's.

Ten vierde - een voorbeeld dat rechtstreeks verband houdt met de vraag - is er Ben, de Nederlandse mobiele operator waarvan Belgacom alsnog aandeelhouder is. Samen met Deutsche Telekom werd in 1999 een bepaalde operatie opgezet om een UMTS-licentie in Nederland te verkrijgen. Omdat het opzetten van deze operatie te maken had met aandeelhoudersschap en het al dan niet behouden van de meerderheid in Ben, was dit ook een rechtstreekse beslissing van de aandeelhouder en was het eigenlijk echt een aandeelhoudersaangelegenheid. We hebben dat toen bekeken en besloten ervoor te gaan.

Ik geef dat als voorbeeld van het feit dat er in een bedrijf verschillende partijen zijn: het management en de raad van bestuur, enerzijds, en de aandeelhouders, anderzijds, die in dit specifieke geval mee sturen omdat de zaak uitdrukkelijk op de aandeelhouders betrekking had. In het geval van Belgacom zijn er grosso modo twee aandeelhouders: een privé-consortium en de overheid. Het privé-consortium heeft een eigen belang en verdedigt het financieel of operationeel redement van de investering. De overheid heeft in wezen het algemeen belang te verdedigen, wat wel eens haaks kan staan op het puur individueel bedrijfsbelang.

Vind ik het normaal dat sommen aan Belgacom worden onttrokken? Ja, het lijkt me logisch dat meerwaarden worden onttrokken aan een bedrijf waarvan de overheid aandeelhouder is, voor zover het in een gezonde context gebeurt en het bedrijf niet in problemen wordt gebracht en indien de middelen aan het algemeen belang worden besteed. Dat hebben we gedaan. Een dividend dat afkomstig was van de Ben-operatie, hebben we niet als ordinaire budgettaire middelen gebruikt, maar gestort in het Zilverfonds, wat manifest een algemeen belang nastreeft.

Maar we hebben meer gedaan. In samenspraak met de medeaandeelhouder werd een belangrijk bijkomend pakket middelen in het pensioenfonds gestort. De Ben-operatie vertegenwoordigt een belangrijke meerwaarde die door de andere aandeelhouder als een aandeelhoudersresultaat wordt beschouwd. We hebben ze gebruikt om het pensioenfonds van het bedrijf aan te vullen en het aandeel dat de overheid toekwam, werd aan het algemeen belang besteed. Deze methode is zeer verdedigbaar want het is niet alleen een goede zaak voor het bedrijf, maar het komt ook nog het algemeen belang ten goede. De economische meerwaarde die werd gecreëerd wordt over de hele maatschappij verspreid.

De financiële situatie van Belgacom is absoluut niet aangetast. Er is nog 1,2 miljard euro beschikbare reserve en er is een leverage tussen 5 à 6,2 miljard euro. Eigenlijk is het een financieel neutrale operatie.

Op de vraag of het een voorbeeld van goed aandeelhoudersschap is kan ik het volgende antwoorden. Het is in ieder geval verdedigbaar om de overtollige reserves in hoofde van de aandeelhouder - verdediger van het algemeen belang - daaraan te besteden. Een gezond bedrijf dat geen schulden heeft, is meer waard als er middelen worden aan onttrokken en als het voor een gedeelte wordt verschuld dan wanneer het geld in het bedrijf wordt gelaten. Zover zijn we niet gegaan. We hebben de volledige capaciteit behouden om eventueel nadien transacties te kunnen doen. Diverse bankrapporten gaven dat trouwens ook aan.

Er is voldoende vertrouwen bij het management. De samenwerking is altijd uitstekend geweest. Natuurlijk zijn er af en toe meningsverschillen. We zaten in dit dossier niet altijd op dezelfde lijn, maar het management werd van begin af aan over de mogelijke transactie geïnformeerd. Het management ging wel uit van de mogelijkheid van een volledige volstorting en overname van het pensioenfonds, maar daarover hebben we met ADSB geen akkoord kunnen bereiken. De teleurstelling van de heer Goossens moet in die context worden geplaatst.

Het uitkeren van reserves is één van de weinige bevoegdheden die in het vennootschapsrecht niet aan de raad van bestuur of het management wordt toegekend, maar wel aan de aandeelhouders via de algemene vergadering. We hebben dat trouwens laten notuleren omdat daarover geen twijfel zou bestaan. Het volstorten van een pensioenfonds is de uitdrukkelijke bevoegdheid van de raad van bestuur en niet van de aandeelhouder. Voor deze transactie was een bijzondere meerderheid nodig. De co-aandeelhouder was bereid om de bestuurders te adviseren de volstorting te doen.

De dividend payout ratio van Belgacom, het percentage van de jaarlijkse winst dat in dividenden wordt uitgekeerd, is sinds 1996 lager dan het gemiddelde van de concurrenten. De gemiddelde dividend payout ratio ligt bij Belgacom op 44% tegenover 52% bij de anderen. Deutsche Telekom gaat zelfs tot 92%, British Telecom tot 53%, Swisscom tot 60%. Daar zit helemaal geen economische logica in. Welke percentage van de winst wordt uitgekeerd ligt niet vast, maar is een aandeelhoudersbeslissing. Het aanleggen van een reserve voor het bedrijf - wat belangrijk voor het bedrijf kan zijn - is niet altijd belangrijk voor de aandeelhouders. Dat kan dus leiden tot een tegenstellende belangen tussen aandeelhouders en bedrijf.

Belgacom had over de jaren dus veel meer dividend kunnen uitkeren. Sommige bedrijven keren zelfs een dividend uit als ze verliezen maken. Dat deden in 2001 bijvoorbeeld France Télécom en British Telecom. Die hebben daar vandaag wel spijt van, maar het is wel gebeurd. Wij hebben bij Belgacom wel altijd de logica aangehouden dat we minder dan 50% uitkeren, omdat dit de reserves ten goede komt. Wij hebben ook de logica gevolgd dat we, als er aandeelhoudersmeerwaarde wordt gecreëerd, op de aandeelhoudersvergadering in overleg met de co-aandeelhouder nagaan wat we daar optimaal mee konden doen vanuit het belang van de aandeelhouders - ADSB als privé-bedrijf en de staat als overheidsbedrijf - én vanuit het belang van het bedrijf.

Zowel economisch als vanuit de optiek van de verdediging van de belangen van de privé- en de openbare aandeelhouders was dit dus een correcte beslissing. Deze beslissing heeft het bedrijf immers intern serieus versterkt door een disproportionele volstorting van het pensioenfonds van de ruim 20.000 personeelsleden en daarnaast hebben we de middelen waar de staat recht op heeft, niet als gewone begrotingsmiddelen gebruikt, maar in het Zilverfonds gestort. Dat fonds dient het algemeen belang, want het legt een reserve aan voor de vergrijzing die er de komende decennia aankomt.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - De evaluatie van de besluitvorming bij Belgacom wordt allicht de komende maanden gemaakt, wanneer we de verdere evolutie van de sector beter zullen kunnen inschatten en vooral als Belgacom een vraag krijgt om elders participaties te nemen. Dan pas kunnen we aan de hand van de feiten zien of de beslissing die de minister hier verdedigt, de beste was.

-L'incident est clos.