2-247 | 2-247 |
De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - Voor veel gehandicapten is het internet het enige venster op de wereld. Velen zijn uitgesloten van de arbeidsmarkt en diverse armoedestudies, zoals die van professor Bea Cantillon, wijzen uit dat gehandicapten zich in een financieel precaire situatie bevinden.
Een van de doelstellingen van een consequent gehandicaptenbeleid is de verhoging van de zelfredzaamheid. Internet kan daarbij een sleutelrol spelen. Dankzij het internet hebben gehandicapten onder meer toegang tot het onderwijs op afstand en kunnen sommigen toetreden tot de arbeidsmarkt. Gezien het belang van het internet voor gehandicapten is het dan ook niet verwonderlijk dat de gehandicapten "grootgebruikers" zijn indien ze op het internet zijn aangesloten.
Ik ben dan ook verheugd dat de minister van Sociale Zaken zich bewust is van het belang van het internet voor de gehandicapten. Hij heeft zijn website toegankelijk gemaakt voor blinden en slechtzienden, waarvoor zijn site het blindsurflabel heeft bekomen.
Helaas gaat die maatregel voorbij aan een fundamenteel probleem namelijk de toegang tot het internet. De meeste gehandicapten hebben het heel moeilijk om financieel rond te komen waardoor zij de kosten van de toegang tot het internet niet kunnen dragen. Bijgevolg blijft het internetvenster gesloten. De Financiële Economische Tijd berichtte vandaag dat werkgevers die hun werknemers een computer met internettoegang geven, in aanmerking komen voor een fiscale vrijstelling. Zouden gehandicapten, die geen werknemer zijn, ook niet van een dergelijke maatregel moeten kunnen genieten?
Ik heb de volgende vragen. Zijn de betrokken ministers zich bewust van de bijzondere rol die het internet zou kunnen spelen in het verhogen van de zelfredzaamheid en het wegwerken van de eenzaamheid waarmee veel gehandicapten worden geconfronteerd? Zijn de ministers het ermee eens dat gezien de bijzondere rol van het internet voor gehandicapten, het aangewezen is om hen een gratis adsl- of kabelaansluiting te bezorgen, bijvoorbeeld in het kader van een universele dienstverlening? Kunnen zij dit toelichten? Zo neen, kunnen de ministers dan aangeven wat hun beleidsvisie is inzake het verlagen van de drempel inzake de toegang tot het internet voor gehandicapten en kunnen zij dit tevens in concrete maatregelen vertalen?
De heer Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Pensioenen. - Vanzelfsprekend zijn mijn collega's en ikzelf ons bewust van de rol die de moderne communicatiemiddelen kunnen spelen bij de bevordering van de participatie van personen met een handicap. Voor minder mobiele personen maakt de beschikbaarheid van het internet immers het verschil tussen het wel of niet onderhouden van sociale contacten. Dat is een van de redenen waarom regeringscommissaris Van Gool en ik ervoor hebben gezorgd dat onze eigen website een blindsurflabel heeft gekregen.
Meer algemeen verwijs ik naar het actieplan dat de regering op 20 november op initiatief van regeringscommissaris Van Gool heeft goedgekeurd. Elke federale minister heeft zich in dit plan ertoe verbonden om in het kader van het Europees Jaar van Personen met een Handicap in 2003 en vooruitlopend op de antidiscriminatiewet die momenteel in de Senaat wordt besproken, minstens één redelijke aanpassing te doen ten voordele van personen met een handicap. Regeringscommissaris Van Gool zal die projecten coördineren.
Minister Daems zou in het kader van dat actieplan maatregelen kunnen nemen om het internetgebruik voor personen met een handicap te bevorderen. Minder duidelijk is of een gratis aansluiting de beste manier is om die doelstelling te bereiken. De overheid kan dit hoe dan ook niet eenzijdig beslissen en opleggen. Overleg met de privé-partners en Belgacom zal dus noodzakelijk zijn. Minister Daems heeft reeds laten weten dat hij bereid is over dit voorstel rond de tafel te gaan zitten. Het is nog voorbarig om daar nu reeds een datum op te plakken, maar het actieplan van regeringscommissaris Van Gool bepaalt wel uitdrukkelijk dat de maatregelen ter uitvoering van het plan nog tijdens deze regeerperiode moeten worden genomen.
-L'incident est clos.
(M. Jean-Marie Happart, vice-président, prend place au fauteuil présidentiel.)