2-243

2-243

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 21 NOVEMBRE 2002 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Jacques Devolder au ministre de la Justice, au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes, au ministre de l'Économie et de la Recherche scientifique, chargé de la Politique des grandes villes, et au ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l'Environnement sur «la protection du consommateur qui effectue des achats par l' internet» (nº 2-1131)

De heer Jacques Devolder (VLD). - Internet is niet alleen de grootste informatiebron ter wereld. Het is ook de grootste winkel geworden en steeds meer mensen shoppen er dan ook. Verkopen via internet staat gelijk met verkopen op afstand en valt dus onder de wet op de handelspraktijken. Wie via internet in ons land producten te koop aanbiedt, moet zich dan ook houden aan de Belgische regelgeving, ongeacht of het om een Belgische dan wel om een buitenlandse verkoper gaat. Een kleine praktische test heeft mij evenwel geleerd dat lang niet iedereen zich daaraan houdt. Ik geef een beknopte bloemlezing van de overtredingen die ik kon noteren.

Soms wordt informatie uitsluitend in het Engels gegeven in plaats van in een van de officiële talen van ons land, zoals nochtans wettelijk is verplicht.

Prijzen moeten verplicht in de munteenheid van de potentiële koper worden aangegeven, maar veel sites, zelfs Belgische, geven alleen prijsaanduidingen in dollar.

Tal van verkopers maken hun identiteit noch adres bekend.

Via internet kan men producten aankopen die gevaarlijk zijn, meer nog, waarvan de verkoop in België is verboden. Men kan er bijvoorbeeld ook geneesmiddelen aankopen die in ons land uitsluitend op voorschrift verkrijgbaar zijn.

Er moet soms al worden betaald nog voor de bedenktijd van zeven werkdagen is verstreken. Wanneer men het product voor het verstrijken van de bedenktijd terugstuurt, kunnen er problemen rijzen om geld terug te krijgen.

Wie met een kredietkaart betaalt, moet alleen het nummer van zijn betaalkaart en de geldigheidsdatum meedelen. Er zijn onvoldoende waarborgen dat er geen misbruik zal worden gemaakt van deze niet-confidentiële gegevens. Vermits men zijn geheime code niet moet intoetsen, is het voor potentiële krakers relatief gemakkelijk om met de niet-confidentiële gegevens van uw kredietkaart aankopen te doen.

Kortom, de bescherming van de consument die via internet koopt, is allesbehalve sluitend.

Mijn vraag is of de minister bereid is om samen met zijn collega's die voor deze materie bevoegd zijn, bijkomende beschermende maatregelen te treffen. Ik denk bijvoorbeeld aan de verplichting van elke verkoper om zijn geografisch adres op te geven. Moet ook niet worden overwogen om de providers te dwingen om Belgische consumenten de toegang te ontzeggen tot bepaalde sites die producten aanbieden die in België verboden zijn?

De heer Charles Picqué, minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid. - Uiteraard deel ik de bekommernissen van de heer Devolder. Ook bij de handel via internet moeten de consumenten een optimale bescherming genieten.

Tot op heden valt de elektronische handel, zoals de traditionele handel, onder de bepalingen van de wet van 1991 op de handelspraktijken, in het bijzonder onder de bepalingen inzake de verkoop op afstand. Die bepalingen zijn een omzetting van de Europese richtlijn van 1999. Op grond hiervan moeten de websites die zich tot de Belgische consumenten richten, inderdaad de prijzen aanduiden in euro en de identiteit van de verkoper en zijn geografisch adres weergeven. De wettelijk bedenktijd van zeven werkdagen geldt eveneens. Betalingen vóór het verlopen van die termijn kunnen normaal gezien niet worden geëist.

Het taalgebruik in de handel is vrij, behalve wat de regels betreft die de wet op de handelspraktijken voorschrijft inzake garantiebewijzen, etikettering en gebruiksaanwijzingen.

Sedert de wet van 1999 geniet de consument een bijzondere bescherming wanneer hij zonder fysieke voorlegging van, bijvoorbeeld, een betaalkaart betaalt. Hij kan de annulering van zijn betaling eisen indien er frauduleus gebruik werd gemaakt van zijn elektronisch betaalmiddel.

Binnenkort wordt in de Kamer de bespreking aangevat van het wetsontwerp dat ik heb ingediend tot omzetting van de Europese richtlijn betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij. Volgens dit wetsontwerp zal het principe van het recht van het land van oorsprong gelden. De dienstenverstrekkers zullen zich dus voor de aangelegenheden die in deze wet worden bedoeld, behalve de vermelde uitzonderingen, moeten richten naar het recht van het land waar ze zijn gevestigd en de geleverde diensten zullen vrij moeten kunnen circuleren binnen de Europese Unie. De toekomstige wet zal een en ander veranderen voor de voorbeelden die de heer Devolder aanhaalt.

Het gebruik van talen in de elektronische handel blijft vrij, maar de dienstenverstrekker zal duidelijk moeten meedelen in welke taal het contract kan worden gesloten. De prijsaanduiding zal ten minste moeten gebeuren in de munt van het land van oorsprong. Daarnaast bepaalt het wetsontwerp dat moet worden vermeld of de belastingen en leveringskosten in de aangeduide prijs zijn begrepen. De dienstenverstrekkers zullen, zoals nu, onder meer hun identiteit en hun geografisch adres moeten kenbaar maken.

De richtlijn inzake elektronische handel doet geen afbreuk aan de communautaire verworvenheden inzake consumentenbescherming, zoals bijvoorbeeld inzake verkoop op afstand en de onrechtmatige bedingen. Ook in de toekomst zal de regel in verband met de bedenktijd blijven gelden.

In mijn beleid heb ik steeds bijzonder veel aandacht gehad voor de problematiek van de elektronische handel. Eind 2000 is in mijn departement een speciale dienst voor internetbewaking opgericht. Sedert maart 2001 is deze dienst operationeel.

Deze dienst heeft als prioritaire doelstelling ervoor te zorgen dat de Belgische wetgeving wordt toegepast op de commerciële websites die zich tot de Belgische consumenten richten. Sinds juli 2002 beschikt deze dienst over een eigen nieuw laboratorium

Bovendien wordt er op internationaal vlak samengewerkt met gelijkaardige controlediensten binnen het International Marketing Supervision Network, een wereldwijd overlegforum van de controlediensten ter bescherming van de consumentenrechten van meer dan 30 landen. Dit forum verzamelt informatie over grensoverschrijdende handelsactiviteiten die een weerslag kunnen hebben op de belangen van de consument en stimuleert de internationale samenwerking tussen de overheden die belast zijn met de controle op de wetgeving.

Mijn departement is in september ook toegetreden tot het internationaal samenwerkingsverband www.econsumer.gov, dat heel wat nuttige informatie verstrekt voor de consument, onder meer over de veilige aankoop on line. Er wordt onder meer aangegeven hoe de consument vooraf kan nagaan of de gegevens inzake de identiteit van de verkoper, de munteenheid, de leveringskosten, de aanwezigheid van een label, de algemene verkoopsvoorwaarden inzake de terugbetalingen, de veiligheid van de betaling en de bescherming van de persoonlijke gegevens voldoende zijn. Daarnaast kan de e-consument op de site on line een klachtenformulier invullen.

Ik geef nog enige aanvullende informatie met betrekking tot de bevoegdheid van minister Tavernier.

De Economische Inspectie houdt ook toezicht op de verkoop van gevaarlijke producten en in zekere mate ook op die van farmaceutische producten. De douane is natuurlijk ook bevoegd voor de invoer. We moeten echter realistisch zijn. Producten die via het internet worden aangekocht, worden via de normale post verzonden. Het is natuurlijk onmogelijk om elk postpakket te controleren.

In de Belgische farmaceutische wetgeving wordt duidelijk bepaald dat alle geneesmiddelen door de apotheker rechtstreeks aan de zieke of aan zijn afgevaardigde moeten worden afgeleverd. De verkoop van geneesmiddelen via de post of via het internet is dus verboden. Dit verbod is uiteraard moeilijk buiten de landsgrenzen afdwingbaar. Elke zending van geneesmiddelen die ons land buiten de reglementaire invoerkanalen binnenkomt, moet dus als onwettig worden beschouwd. De douane en de farmaceutische inspectie kijken hierop voortdurend toe en zij treden op tegen ingevoerde stukken die geneesmiddelen zouden kunnen bevatten.

Wat de gevaarlijke producten betreft, moet er een onderscheid worden gemaakt tussen chemische producten en producten als speelgoed, producten voor kinderverzorging, machines die verboden zijn omdat ze niet overeenstemmen met de Europese veiligheidsbepalingen.

Op het ogenblik worden er geen systematische inspectiecontroles voor chemische producten uitgevoerd. De inspecteurs voor gevaarlijke stoffen en preparaten voeren wel regelmatig controles uit op het internet. Ze zoeken naar organisaties die dergelijke producten te koop aanbieden of verspreiden.

Artikel 14 van het koninklijk besluit van juli 2002 bepaalt dat bij het te koop aanbieden van producten het bijhorende etiket duidelijk zichtbaar moet zijn.

Elke gevaarlijke stof of gevaarlijk preparaat moet 48 uur vóór het op de Belgische markt wordt gebracht, aangegeven worden bij het Antigifcentrum. Voor professionele gebruikers moeten er tevens MSDS-fiches voorhanden zijn. Als de firma in België gevestigd is, kunnen de inspecteurs ingrijpen. Er rijzen echter problemen als de firma in een ander land is gevestigd. Voor landen buiten de Europese Unie moet een coherente aanpak nagestreefd worden.

Er is evenmin een systematische controle op de verkoop van zogenaamde niet-conforme producten. Gelet op de niet onbelangrijke gevaren van dergelijke producten wordt er gewerkt aan de oprichting van het Information and Communication system for marketsurveillance (ICSMS), waarin Duitsland, Zweden, Oostenrijk, Luxemburg en België zullen samenwerken. Deze samenwerking zal ook het aanbod in gevaarlijke producten via internet zo veel mogelijk controleren.

Er is echter een zekere terughoudendheid omdat het onmogelijk is om elke zending te controleren. Dat betekent dat de strikte controlecampagnes moeten worden omkaderd door duidelijke informatiecampagnes ten behoeve van de consumenten. Ook hiervoor zal het ICMS-systeem worden gebruikt.

(M. Jean-Marie Happart, vice-président, prend place au fauteuil présidentiel.)

De heer Jacques Devolder (VLD). - Ik stel tot mijn genoegen vast dat de regering hier werk van maakt.

De minister verklaart dat er een website is waarop eventuele klachten kunnen worden gemeld. Ik heb enkele overtredingen gesignaleerd. Zijn er op die website al klachten binnengekomen en welk gevolg wordt eraan gegeven? Als men de consumenten wil beschermen, moeten de malafide handelaars immers effectief aangepakt worden.

De minister zegt er controle is op de verkoop van gevaarlijke producten. Ik juich dat toe, maar wijs er toch op dat de verschillende grondstoffen van bijvoorbeeld extacypreparaten op zich onschuldige stoffen zijn en bijgevolg ook gemakkelijk te verkrijgen zijn. Daar moet bij de controles rekening mee worden gehouden. Hetzelfde geldt voor de strijd tegen het terrorisme. Verschillende scheikundige componenten kunnen op zich immers heel onschuldig lijken, maar in combinatie met andere chemische stoffen kunnen ze zware gevolgen hebben.

Kan de minister mij schriftelijk laten weten hoeveel klachten er al binnengekomen zijn op de website?