Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-57

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

Vraag nr. 2150 van mevrouw Taelman d.d. 3 juni 2002 (N.) :
Haïtiaanse kinderen. ­ Volle adoptie. ­ Bindende richtlijn.

Meerdere mensen uit ons land adopteerden een kindje uit Haïti. Het al dan niet inschrijven als volle adoptie verschilt echter blijkbaar van gemeente tot gemeente.

Er bestaat een schrijven vanwege het ministerie van Buitenlandse Zaken, daterend van 1998, dat zegt dat adopties uit Haïti nooit als vol kunnen worden beschouwd. Het gevolg is dat de adopterende ouders een bijkomende procedure via de vrederechter moeten inzetten om de gewone adoptie om te zetten in een volle adoptie. Dit betekent dat de mensen verwikkeld geraken in de zoveelste papierwinkel en procedureslag die een adoptie onnodig verzwaart. Maar anderzijds zijn er ook gemeenten die de adoptie van een Haïtiaans kind wel meteen als vol aanvaarden.

Graag mocht ik van de geachte minister het volgende vernemen :

1. Bestaat er een richtlijn uit 1998 die stelt dat een Haïtiaans kind nooit vol geadopteerd kan worden ?

2. Indien ja, gaat het om een bindende of een niet-bindende richtlijn ?

3. Kan de geachte minister hieromtrent opheldering bieden aan de gemeente.

Antwoord : Ik vestig er de aandacht van het geachte lid op dat mijn departement geen algemene richtlijnen uitvaardigt op het gebied van adoptie.

Wel is het mogelijk dat op vraag van een ambtenaar van de burgerlijke stand mijn diensten in een individueel geval een advies geven. Het is uiteraard mogelijk dat een ambtenaar van de burgerlijke stand dergelijk advies veralgemeent of aan collegae overmaakt.

Zoals u weet behoort het tot de discretionaire bevoegdheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand een beslissing te nemen over de aard van de vreemde adoptie die hem wordt voorgelegd; daarnaast zullen de hoven en de rechtbanken, indien daartoe geroepen, uitspraak doen.

Volledigheidshalve deel ik mee dat het Haïtiaanse recht (decreet van 4 april 1974 betreffende de adoptie) voorziet dat de geadopteerde deel blijft uitmaken van zijn biologische familie (artikel 16) en dat hij slechts een beperkt erfrecht heeft in de adopterende familie (artikel 20). Daarnaast blijft er een band van ondersteuning en erfrecht tussen de adoptant en de biologische familie (artikelen 21 en 22); tevens is de adoptie herroepbaar (artikel 34).