Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-55

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

Vraag nr. 2086 van de heer Destexhe d.d. 3 mei 2002 (Fr.) :
Viëtnam. ­ Belgische hulp.

In 2000 is de Belgische hulp aan Viëtnam toegenomen tot 1,6 miljard Belgische frank (ongeveer 200 miljoen euro). In 1995 bedroeg die hulp nog 303 miljoen Belgische frank. Die toename is voornamelijk toe te schrijven aan twee posten : de Nationale Delcrederedienst en de financiële hulp, met name voor de kwijtschelding van schulden.

Kan u mij een uitvoerige beschrijving geven van de hulp van het jaar 2000, alsook de naam van de entiteiten, de ondernemingen en de organisaties die hulp hebben gekregen ?

Bestaat er een evaluatie van die hulp ? Wat waren de oorspronkelijke doelstellingen ?

Komt die hulp ook ten goede van Viëtnamese NGO's ?

Is de kwijtschelding van de schulden van Viëtnam gekoppeld aan vooruitgang op het vlak van mensenrechten en aan het proces van democratisering van het regime ?

Welke hulp wordt er in 2002 gegeven en welke is er voorzien voor 2003 ?

Antwoord : Voor het detail van de hulp in 2000 worden in bijlage volgende tabellen (1) gegeven :

1. Algemene overzichtstabel van de uitgaven (tabel T1).

2. Tabel met details van de uitgaven per samenwerkingsvorm (tabel T2).

3. Tabellen van de begunstigden/partners (tabellen T3).

Antwoord op vraag : Bestaat er een evaluatie van de hulp ? Welke waren de initiële objectieven ?

Evaluaties

­ De speciale evaluator van de Internationale Samenwerking heeft in 2001 een evaluatie betreffende de thema's « Stedelijke armoede » (analyse van het impact met de hulp betreffende de vermindering van de armoede in stedelijke milieus) in een aantal landen, waaronder Vietnam, georganiseerd.

De evaluatie betrof het project « Action Planning for sustainable development Localising Agenda 21 » uitgevoerd in 3 landen : Vietnam, Marokko en Kenya. Voor de « rurale armoede » werd een evaluatie voorzien om het impact van enkele Belgische projecten op het gebruik van ruimte (Rural livelihood anaysis of 5 selected Belgian rural development projects).

­ Twee evaluaties werden in 2001 voor interventies van APEFE gerealiseerd : een eerste bij de Nationale Instelling voor Landbouwwetenschappen en een tweede voor het programma van de tweetalige klassen (onderwijs).

Hun objectieven waren enerzijds de evaluatie van de tussentijdse resultaten en anderzijds de relevantie met betrekking tot de ontwikkelingshulp. Over het algemeen waren hun besluiten positief.

­ Het project met FAO (in het Hoanh Bo District) werd achtereenvolgens in november 1998 en in oktober 2001 geëvalueerd. Deze zendingen hebben toegelaten om de relevantie van het project in het kader van de decentralisatie acties en van de verantwoordelijkheid op lokaal niveau te beoordelen.

­ De gouvernementele projecten (directe bilaterale samenwerking) werden in 2000 aan BTC overgedragen die opvolgings- en interne evaluatie verslagen voorziet.

­ De NGO's moeten 1 % van hun subsidies aanwenden voor de evaluatie van hun activiteiten door externe deskundigen. DGIS heeft één controle zending van 2 NGO's in Vietnam gedaan. De dienst NGO heeft eveneens één opvolgingszending naar Vietnam gestuurd.

Met betrekking tot de subsidies voor 2003 moeten de NGO's ten laatste op 15 september concrete voorstellen aan DGIS overmaken.

­ Met betrekking tot de indirecte samenwerking via de universiteiten werd in 2001 een evaluatie van de institutionele samenwerking met de universiteiten « University of Can Tho » en « Hanoi University of Technology » geprogrameerd.

Antwoord op vraag : Kunnen de Vietnamese NGO's van deze steun genieten ?

De NGO's vergelijkbaar met deze in België zijn zeldzaam. De partners van de Belgische NGO's die van onze steun genieten zijn eerder massa-organisaties (Vrouwenunie, jongeren vereniging, landbouwvereniging), populaire comités, autonome gemeenten en openbare instellingen.

Antwoord op vraag : Is de schuldverlichting ten voordele van Vietnam verbonden aan het respect van de mensenrechten en aan het democratiseringsproces van het regime ?

De samenwerkingsprogramma's worden op regelmatige tijdstippen, doorgaans tijdens gemengde commissies, samen met de Vietnamezen vastgelegd, wat toelaat rekening te houden met de politieke, economische ensociale evoluties in het land. Zo werd naar aanleiding van de laatste gemengde commissie van juli 2000 waarop de schuldverlichting gerealiseerd in 2000 werd voorgesteld, het belang benadrukt van het bevorderen van de collectieve en individuele rechten van de burger. Er zijn inderdaad positieve evoluties vast te stellen die ondersteund moeten worden.

Antwoord op vraag : Welke is de steun in uitvoering in 2002 en welke is voorzien voor 2003 ?

Zie tabellen T4 (1)