2-239 | 2-239 |
De voorzitter. - De heer Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, antwoordt namens de heer Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie.
De heer Joris Van Hauthem (VL. BLOK). - Mijn vraag is absoluut niet polemisch bedoeld.
De Lambermont- en Lombardakkoorden hebben ervoor gezorgd dat vanaf de verkiezingen van 2004 voor de Raden de zes Brusselse Vlamingen die zitting hebben in het Vlaams Parlement rechtstreeks verkozen worden. Voortaan zullen de eerste zes Nederlandstalige verkozenen van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad niet meer automatisch deel uitmaken van het Vlaams Parlement.
Wat hun taalaanhorigheid betreft, wordt in artikel 30 van de bijzondere wet verwezen naar artikel 17 van de Brusselwet. Dat bepaalt dat de taalaanhorigheid voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad wordt bewezen aan de hand van de taal waarin de identiteitskaart is gesteld en dat die taalaanhorigheid geldt voor alle volgende verkiezingen.
De veranderde Brusselwet stelt dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt aangevuld met vijf leden, te verdelen over de Vlaamse lijsten, volgens de resultaten van de verkiezingen voor het Vlaams Parlement. De bijzondere wet noch de Brusselwet bevatten bepalingen met betrekking tot de taalaanhorigheid en de woonplaats van deze vijf leden.
Gelet op het feit dat artikel 17 van de Brusselwet bepaalt dat de taalaanhorigheid voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad geldt voor alle volgende verkiezingen van die Brusselse Hoofdstedelijke Raad, maar tevens aangezien in 2004 de Brusselse leden van het Vlaams Parlement voor de eerste keer rechtstreeks worden verkozen, is het mogelijk dat iemand die in het verleden kandideerde voor de Brusselse Hoofdstedelijke Raad op een Franstalige lijst kandidaat kan zijn op een lijst voor de eerste rechtstreekse verkiezing van de Brusselse leden van het Vlaams Parlement?
Is het mogelijk dat verenigingen lijsten indienen voor de rechtstreekse verkiezing van de zes Brusselse leden van het Vlaams Parlement, en niet tegelijkertijd lijsten indienen voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad?
Met betrekking tot de vijf toegevoegde leden van de Vlaamse Gemeenschapscommissie had ik graag geweten of het mogelijk is dat iemand die in het verleden kandidaat was voor de Brusselse Hoofdstedelijke Raad op een Franstalige lijst, door een lijst aangeduid wordt als één van de vijf toegevoegde leden van de VGC, gelet op de afwezigheid van welke bepaling dan ook inzake taalaanhorigheid? Is het mogelijk dat een of meerdere leden van deze groep van vijf toegevoegde leden aan de VGC zijn woonplaats niet in Brussel heeft?
De heer Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling. - Senator Van Hauthem stelt een vraag over de interpretatie van het Lombardakkoord en meer bepaald over de taalaanhorigheid van de Brusselse leden van het Vlaamse Parlement en de vijf bijkomende leden van de VGC. Uit de schriftelijke vraag die de regering kreeg, is niet goed af te leiden waar senator Van Hauthem naartoe wil, maar blijkbaar is hij van oordeel dat de taalaanhorigheid moeilijk vast te stellen is, dat wil zeggen dat het theoretisch mogelijk is dat Franstaligen als Brussels lid naar het Vlaams Parlement worden gestuurd. Daarom zal ik, namens collega Vande Lanotte, het systeem van taalaanhorigheid voor deze twee categorieën van verkozenen nogmaals uiteenzetten.
Overeenkomstig artikel 24, paragraaf 1, ten tweede van de Bijzondere wet tot hervorming van de instellingen zitten in het Vlaamse Parlement zes leden die hun woonplaats op het grondgebied van het Brussel Hoofdstedelijke Gewest hebben en in die hoedanigheid rechtstreeks verkozen zijn overeenkomstig artikel 30, paragraaf 1, eerste lid. Artikel 30, paragraaf 1, eerste lid bepaalt dat de artikelen 13 tot 19 en 21 van de Bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen - of BBW - mits de nodige aanpassingen, van toepassing zijn bij de verkiezing van de leden van het Vlaams Parlement bedoeld in artikel 24, paragraaf 1, eerste lid, ten tweede. Dat betekent dat de garanties inzake taalaanhorigheid van een Brussels lid van het Vlaams Parlement dezelfde zijn als de garanties inzake taalaanhorigheid die gelden voor een lid van de Nederlandse taalgroep van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.
Samengevat zijn die garanties, zowel voor kandidaten als kiezers, de volgende en ik begin met de kandidaten.
Een Brusselse kandidaat voor het Vlaams Parlement moet in zijn verklaring van bewilliging de taalgroep vermelden waartoe hij behoort. Hij blijft tot deze taalgroep behoren bij elke volgende verkiezing, dat wil zeggen elke verkiezing van zowel de Brusselse Hoofdstedelijke Raad als van het Vlaams Parlement. Hoe dan ook wordt de taalgroep van een kandidaat bepaald door de taal van zijn of haar identiteitskaart, of in geval van tweetaligheid, door de taal van de specifieke vermeldingen op de identiteitskaart.
Voor de kiezers geldt het volgende. De verkiezingen voor het Vlaams Parlement en de Brusselse Hoofdstedelijke Raad vinden, overeenkomstig artikel 117 van de Grondwet en artikel 11 BBW steeds op hetzelfde ogenblik plaats, namelijk elke vijf jaar en op dezelfde dag als de verkiezingen voor het Europees Parlement. Overeenkomstig artikel 14, tweede lid BBW kunnen alleen de kiezers die hun stem niet uitbrengen op een lijst van kandidaten die overeenkomstig artikel 17 tot de Franse taalgroep in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad behoren, eveneens de Brusselse leden van het Vlaams Parlement verkiezen. Het is dus uitgesloten dat een kiezer zowel voor een kandidaat voor de Franse taalgroep van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad als voor een Brusselse kandidaat voor het Vlaams Parlement kan kiezen. Enkel een kiezer die voor een kandidaat voor de Nederlandse taalgroep kiest kan ook voor een Brusselse kandidaat voor het Vlaams Parlement kiezen.
Overeenkomstig artikel 60, tweede lid BBW heeft de Vlaamse Gemeenschapscommissie als organen de Nederlandse taalgroep van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en een college bestaande uit de leden van de Brusselse Hoofdstedelijke regering en de staatssecretarissen die tot de Nederlandse taalgroep behoren. Artikel 60, vijfde lid BBW voegt daaraan toe: "Voor de bevoegdheden die de Vlaamse Gemeenschapscommissie alleen uitoefent omvat de in het tweede lid bedoelde taalgroep bovendien vijf leden die overeenkomstig artikel 60bis worden verkozen." Overeenkomstig artikel 60bis wijst het gewestbureau voor de aanwijzing van de leden bedoeld in artikel 60, vijfde lid zetels toe "aan de lijsten die tot de Nederlandse taalgroep behoren en voor de verkiezing van de Raad zijn voorgedragen".
De garanties inzake taalaanhorigheid van de vijf bijkomende leden van de VGC zijn met andere woorden dezelfde als de hierboven reeds opgesomde garanties die gelden voor de taalaanhorigheid van de leden van de Nederlandse taalgroep van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, dat wil zeggen van de overige leden van de VGC.
De heer Joris Van Hauthem (VL. BLOK). - Een paar vragen werden niet beantwoord. Het was niet mijn bedoeling te polemiseren, ik ben zo concreet mogelijk gebleven.
Ik kreeg geen antwoord op de vraag of het mogelijk is dat verenigingen lijsten indienen voor de rechtstreekse verkiezing van de zes Brusselse Vlamingen van het Vlaams parlement zonder dat tegelijkertijd lijsten worden ingediend voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.
Het eerste deel van het antwoord was duidelijk, hoewel er eventueel interpretatieproblemen hadden kunnen rijzen. Voor iemand die wordt voorgedragen op de lijst van de zes rechtstreeks te verkiezen leden van het Vlaams parlement geldt dezelfde taalaanhorigheid als voor de kandidaten voor de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.
Ik heb evenwel twijfels bij het laatste deel van het antwoord. In de Brusselwet staat geen enkele bepaling over de taalaanhorigheid van de vijf leden die aangeduid worden. De CD&V is bijvoorbeeld gemachtigd om twee van die vijf bijkomende leden aan te duiden op basis van de verkiezingsresultaten voor het Vlaams parlement. Ze kunnen iemand aanduiden die nog nooit op een lijst heeft gestaan. Hoe zal men die taalaanhorigheid bepalen? Volgens de staatssecretaris zou dit op dezelfde manier geregeld worden als de kandidaten en de leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad. Op dat vlak is de zaak dus nog helemaal niet uitgeklaard.