2-231

2-231

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 10 OCTOBRE 2002 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Vincent Van Quickenborne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur «les armes nucléaires au Moyen-Orient» (nº 2-857)

Demande d'explications de M. Michiel Maertens au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères sur «les armes nucléaires au Moyen-Orient» (nº 2-867)

M. le président. - Je vous propose de joindre ces demandes d'explications. (Assentiment)

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - Shimon Peres, de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, vertelde op 17 september 2002, de dag dat Irak instemde met de komst van wapeninspecteurs, in Haaretz dat hij "er niet in gelooft". Helaas vroeg de journalist van de liberale krant de excellentie niet of hij bereid is om inspecteurs toe te laten op het Israëlische grondgebied. De vraag rijst immers of Israël in het bezit is van kernwapens. Die vraag is nochtans relevant want in resolutie 687 van de Veiligheidsraad van 3 april 1991, waarbij het inspectieregime voor Irak werd vastgelegd, worden die maatregelen gekaderd in het uiteindelijke doel om van het Midden-Oosten een kernwapenvrije zone te maken. De waarheid is echter dat Israël, naast Cuba, India en Pakistan, het non-proliferatieverdrag, dat sinds 1970 van kracht is, nooit heeft ondertekend. Elke interventie hierover in de Knesset wordt afgeblokt en niemand heeft ooit willen bevestigen of ontkennen dat in Israël dergelijke wapens opgesteld staan. Tot Mordechai Vanunu 16 jaar geleden in Australië via de krant Sunday Times bekende dat de joodse Staat minstens 200 kernkoppen in bezit heeft. Zijn publieke verschijning was echter van korte duur. Enkele dagen later, op 30 september 1986, werd hij ontvoerd, verdoofd en clandestien aan boord van een spionageboot gebracht, een operatie die werd uitgevoerd door de Israëlische Mossad. Hij werd voor 18 jaar opgesloten na een proces achter gesloten deuren. De gerechtelijke uitspraak werd gecensureerd voor publicatie. Het oerdegelijke Amerikaanse blad Bulletin of the Atomic Scientists bevestigt in zijn editie van september 2002 dat volgens het Pentagon, Israël in het bezit is van nucleaire wapens.

De Kamer heeft in haar resolutie 1708, die werd goedgekeurd op 18 april 2002, de regering gevraagd te wijzen op het belang van een algemene ontwapening van die regio en te bevorderen dat in het Midden-Oosten een kernwapenvrije zone wordt ingesteld. Overweging III, g, zegt dat de regering wordt gevraagd de bekrachtiging van het Verdrag betreffende chemische wapens en het Verdrag betreffende biologische wapens aan te moedigen voor de landen van dat gebied die nog niet chemisch-wapenvrij of biologisch-wapenvrij zijn, en terzake dienende initiatieven te nemen om de conventionele wapens in dat gebied te beperken.

Is de minister de mening toegedaan dat Israël in het bezit is van kernwapens?

Wat vindt de minister van de houding van Israël in deze?

Vormt deze houding een obstakel in het kernwapenvrij maken van het Midden-Oosten? Is ze legitiem?

Heeft de minister iets ondernomen teneinde Israël te overtuigen dit belangrijke Verdrag te ondertekenen?

Wat denkt de minister over de aanwezigheid van kernwapens in de staten India en Pakistan?

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Als niet-kernwapenstaat ondertekende België in augustus 1968, in tegenstelling tot Israël, het non-proliferatieverdrag. België heeft nochtans volgens het NAVO-verdrag wel kernwapens of een kernwapentaak op zijn grondgebied. Overeenkomstig artikel 2 van het non-proliferatieverdrag komt dit op hetzelfde neer als zeggen dat ons land een kernwapenstaat is. Dat is een zeer dubieuze situatie die zonder meer in tegenspraak is met de uitspraak van 8 juli 1996 van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag die er kwam op vraag van de VN zelf. Het Hof stelt immers dat niet enkel het bezit, maar ook de dreiging met kernwapens strijdig is met het internationaal humanitair recht.

In dit verband verwijs ik naar de artikelen Carte Blanche in Le Soir van 16 september en 2 oktober over de toepassing van het non-proliferatieverdrag op de Belgische situatie.

Bovendien kan ook de vraag worden gesteld in hoever de Belgische civiele nucleaire samenwerking met Israël, rechtstreeks of via Euratom, waarvan de technologie rechtstreeks of onrechtstreeks voor militaire doeleinden kan worden aangewend, juridisch niet in tegenspraak kan zijn met onze betwistbare ondertekening van het non-proliferatieverdrag. Welke zijn de juridisch vastgelegde grenzen of zijn er geen? Is de tijd niet gekomen om deze ondertekening in haar geheel te herzien? In dit verband verwijs ik naar de Dimona-reactor die door Frankrijk aan Israël werd geleverd voor zuiver civiele doeleinden, maar er niet voor gebruikt werd.

Ons land bevindt zich in deze gevallen op glad ijs. Het zou zich beter zoals bepaalde NAVO-landen en de tien kandidaat lidstaten voor Europa, op vaste grond bewegen. Dat wil zeggen: totaal zonder kernwapens en zonder bijhorende kernwapentechnologie. Pierre Pierard stelt het in een van die artikels in Le Soir dan ook duidelijk: "Débarassez-nous des bombes nucléaires."

Daarnaast wil ik doen opmerken dat de Verenigde Staten indirect, via een gepensioneerd senior diplomaat, aan Israël hebben laten weten dat het land zal verdwijnen indien het kernwapens inzet.

In 1998 heeft Shimon Peres trouwens al toegegeven dat Israël over kernwapens beschikte. We moeten daarbij ook beseffen dat Israël niet de door het Pentagon bevestigde 200 kernkoppen heeft, maar naar schatting zelfs 400 kernkoppen heeft op bommen, artillerie en raketten voor korte en middellange afstand en zelfs op onderzeeërs die nog niet zo lang geleden werden geleverd. Daardoor is dat land wellicht de vijfde kernmacht ter wereld. Desondanks mag het die wapens niet gebruiken omdat het anders zou verdwijnen. Dit noem ik een merkwaardige contradictio in terminis.

De vraag of ook naar Israël VN-wapeninspecteurs moeten worden gestuurd en naar wat in het kader van de denuclearisering van het Midden-Oosten moet gebeuren indien er op Israëlisch grondgebied officieel massavernietigingswapens worden vastgesteld, moet door de VN-diplomaten worden besproken. Er bestaan immers gegevens over ten minste één installatie voor chemische wapens.

Israël heeft het verdrag van 1993 over de chemische wapens wel mee ondertekend, maar nooit geratificeerd. Uit verslagen van de Knesset weten we dat hierover heel wat discussie bestaat.

De heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken. - Israël heeft het bezit van kernwapens noch bevestigd noch ontkend. Non-proliferatie en de totale verwijdering van kernwapens vormen een prioriteit in het Belgisch buitenlands beleid. België neemt in deze context actief deel aan onderhandelingen.

Het non-proliferatieverdrag blijft de hoeksteen van het globaal non-proliferatieregime en de essentiële grondslag voor het verder streven naar nucleaire ontwapening. De EU, en dus ook ons land, onderschrijft de doelstellingen die in het verdrag worden vermeld volkomen. De EU heeft zich ertoe geëngageerd om het slotdocument van de in 2000 gehouden toetsingsconferentie van het non-proliferatieverdrag effectief uit te voeren.

Ons land blijft samen met de EU bijzonder belang hechten aan de universele toepassing van het verdrag. In deze context verwelkomde de EU de recente aankondiging door Cuba dat dit land het voornemen heeft om toe te treden tot het non-proliferatieverdrag als non-nuclear-weapon state.

Wij hebben er samen met de EU gebruik van gemaakt om de staten die het non-proliferatieverdrag nog niet hebben ondertekend, Israël, India en Pakistan, op te roepen toe te treden tot de non- nuclear-weapon states. De EU en België zijn van mening dat de oprichting van internationaal erkende kernwapenvrije zones, op basis van vrijwillige akkoorden tussen staten van eenzelfde regio, de regionale en globale vrede en veiligheid versterken. In deze context kan ik bijvoorbeeld verwijzen naar het onder Belgisch voorzitterschap geformuleerde gemeenschappelijke EU-standpunt over de door Egypte voorgestelde UNO-resolutie over the establishment of a nuclear-weapon-free zone in the Middle East. Hierin werd onder andere herinnerd aan de richtlijnen voor de oprichting van kernwapenvrije zones, die in 1999 door de UN-ontwapeningscommissie werden goedgekeurd, het belang van vertrouwenwekkende maatregelen en de directe verantwoordelijkheid van de landen van het Midden-Oosten bij het ontwikkelen van vreedzame en vriendschappelijke betrekkingen.

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Het is duidelijk niet onze bedoeling hier het beleid van de regering terzake te bekritiseren, wel te activeren en te ondersteunen. De vice-eerste minister zegt dat niemand weet of Israël kernwapens heeft, maar de heer Peres en de Verenigde Staten hebben dat wel verklaard. Natuurlijk gaat het daarbij niet om officiële informatie, maar wel om inside-informatie waar we echter niet omheen kunnen.

Het is belangrijk dat onze VN-diplomaten de Staat Israël nogmaals wijzen op de contradictie van zijn situatie: wanneer ze ooit kernwapens gebruiken, zullen ze volgens de Verenigde Staten van de kaart verdwijnen en toch blijken ze, volgens ernstige berekeningen, de vijfde kernmacht ter wereld te zijn. Bovendien stellen we vast dat dé kampioen in het niet naleven van VN-resoluties precies Israël is. Daarom moeten we onze VN-diplomaten op dit vlak een sterke opdracht geven. Ik weet dat de minister zich aan onze voorstellen zal houden.

-L'incident est clos.