2-1163/3 | 2-1163/3 |
26 JUNI 2002
Evocatieprocedure
Art. 6
In het voorgestelde artikel tussen de woorden « aantal vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister » en de woorden « die recht hebben op financiėle steun » de woorden « en in het vreemdelingenregister » te toevoegen.
Verantwoording
Na uitkering van de personeelstoelage wordt het saldo over de OCMW's verdeeld en is het bestemd om hen de mogelijkheid te bieden om hulpgelden ter betaling van facturen toe te kennen aan personen met betalingsmoeilijkheden. De verdeling gebeurt ą rato van het aantal bestaansminimumgerechtigden plus het aantal vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister die financiėle steun genieten. De steungenietende vreemdelingen ingeschreven in het vreemdelingenregister worden ten onrechte niet meegeteld. Het is juist die groep die vaak heel wat betalingsmoeilijkheden heeft, en zeker ook aanspraak zal maken op de nieuwe mogelijkheden die de wet zal bieden.
Ter verduidelijking : Vreemdelingen in het vreemdelingenregister hebben niets te maken met asielzoekers in een opvanginitiatief. De laatsten staan ingeschreven in het wachtregister. Voor de asielzoekers in een opvanginitiatief is een toereikende federale toelage voorzien. Dit is echter niet het geval voor vreemdelingen ingeschreven in het vreemdelingenregister. Deze groep wordt op dezelfde wijze betoelaagd als vreemdelingen in het bevolkingsregister, met dien verstande dat voor de vreemdelingin het vreemdelingenregister de staatstoelage 100 % van het bedrag van het bestaansminimum bedraagt, voor de vreemdeling in het bevolkingsregister is dit slechts 50 %. Alle supplementaire hulp (in casu toepassing van artikel 6 van voorliggend wetsontwerp), is voor 100 % ten laste van het plaatselijke OCMW de staatstussenkomst is nihil. Deze groep heeft vaak problemen waar extra tegemoetkomingen voor nodig kunnen zijn. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat zij minder op de nieuwe regeling aanspraak zouden maken dan hun collega's ingeschreven in het bevolkingsregister of dan de bestaansminimumgerechtigden.
De berekening van deze groep vreemdelingen is geenszins moeilijk. De terugbetalingen door de federale overheid aan de OCMW's van de aan de vreemdelingen verleende hulp, gebeurt op basis van de wet van 2 april 1965. De toepassingsprogramma's en administratieve voorschriften zijn identiek voor de vreemdelingen in het bevolkingsregister als voor deze in het vreemdelingenregister. De dienst Financiėn en de onderstandskosten van het federale ministerie van Sociale Zaken is met de terugbetalingen belast. Zij kunnen feilloos zeggen over welke aantallen het voor elke gemeente gaat. Bovendien hoeft men niet te vrezen voor verwarring met de vreemdelingen die in een lokaal opvanginitiatief verblijven. De aanrekening van de kosten voor deze groep gebeurt immers met een heel andere procedure, en wordt verwerkt door aan aprte cel binnen dezelfde administratie. Tevens kan de dienst Financiėn en onderstandskosten probleemloos uitfilteren voor die vreemdelingen die aan een bepaald OCMW zijn toegewezen maar in een andere gemeente wonen.
Art. 6
Dit artikel aanvullen met een nieuw lid, luidende :
« Het steunverlenende OCMW kan de verleende tegemoetkomingen terugvorderen. »
Verantwoording
Vanuit pedagogisch oogpunt is het vaak belangrijk om de verleende hulp geheel of gedeeltelijk terug te vorderen. Dit is vooral het geval bij hulp aan gezinnen die in principe een toereikend inkomen hebben om hun rekeningen te betalen, maar het geld eerder aan allerhande consumptie besteden dan aan de basisvoorzieningen. Bovendien ontstaat een vorm van onbillijkheid tussen mensen met eenzelfde inkomen die vaak met veel moeite hun facturen zelf hebben betaald, en zij die bij het OCMW aankloppen.
Indien de wet niet expliciet in de terugvorderbaarheid voorziet kunnen de arbeidsrechtbanken de verleende tegemoetkomingen niet terugvorderbaar beschouwen.
Erika THIJS. |