2-210

2-210

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 13 JUNI 2002 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Meryem Kaçar aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over «de Belgische bijdrage aan het Internationaal Strafgerechtshof» (nr. 2-812)

De voorzitter. - Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw, antwoordt namens De heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken.

Mevrouw Meryem Kaçar (AGALEV). - Op 11 april jongsleden is het langverwachte Internationaal Strafhof van de Verenigde Naties van start kunnen gaan omdat 60 landen het verdrag hebben geratificeerd. Ons land deed dat vorig jaar.

Welke concrete steun geven wij aan dit Internationaal Strafhof? België vervult met de genocidenwet immers een voortrekkersrol.

Werden er al middelen vrijgemaakt om de werking van dit Strafhof te steunen? Zo neen, zal de minister middelen vrijmaken en hoeveel?

België zou ook magistraten ter beschikking kunnen stellen. Wij hebben immers veel experts op het vlak van het internationaal strafrecht. Werden er terzake al initiatieven genomen?

Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw. - Ons land was en blijft actief betrokken bij alle voorbereidingswerkzaamheden voor het Internationaal Strafhof, waarvan het statuut op 1 juli 2002 in werking treedt. Vice eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken Michel heeft de neerlegging van de 60ste ratificatie op 11 april jongstleden verwelkomd als een `historische gebeurtenis'. België zal aan het Hof uiteraard de medewerking verlenen die in het statuut is ingeschreven.

Bovendien werd er in de Europese Unie een gedetailleerd actieplan opgesteld voor de periode die de volledige operationaliteit van het Hof voorafgaat. Een belangrijk luik van dit plan betreft de goedkeuring en daadwerkelijke uitvoering van het Statuut van het Hof door een zo groot mogelijk aantal derde landen om de universaliteit van het Hof te bevorderen. Hierbij wordt er voorzien in technische bijstand, waar nodig, en in het verlenen van expertise. Ons land is bezig met de voorbereiding van concrete initiatieven voor enkele Centraal-Afrikaanse landen.

Onder de auspiciën van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie was er in december van vorig jaar te Praag een conferentie over de goedkeuring en toepassing van het Statuut van het Hof. Vijftien Centraal- en Oost-Europese landen namen daaraan deel.

België heeft al een vrijwillige bijdrage van 74.000 euro gestort in een speciaal fonds ter ondersteuning van het opstarten van het Hof, onder meer voor de eerste vergadering van de staten die partij zijn bij het Statuut. De eerste budgetperiode van het Hof loopt van september 2002 tot december 2003. Een becijferde raming wordt in juli van dit jaar verwacht. De verplichte bijdragen van de staten die partij zijn, zullen op dat ogenblik worden berekend. Dat gebeurt volgens de methode die in de Verenigde Naties wordt toegepast en die aangepast zal zijn aan het aantal deelnemende staten. Bovendien zal er rekening worden gehouden met de eventueel reeds gestorte vrijwillige bijdragen. Op Belgisch federaal vlak worden de nodige budgettaire schikkingen getroffen.

De Belgische regering zal een kandidaat voordragen voor de verkiezing van de rechters van het Hof, die waarschijnlijk in januari zal plaatshebben. In het Belgisch Staatsblad van 3 mei jongstleden verscheen een oproep tot kandidaatstelling en de lijst met de kwalificaties die van de kandidaten worden vereist. De selectieprocedure is nog niet gesloten.

-Het incident is gesloten.