Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-44

ZITTING 2001-2002

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 1582 van de heer Verreycken d.d. 5 oktober 2001 (N.) :
Terreuraanslagen in de Verenigde Staten. ­ Afghaanse onderdanen in België. ­ Veiligheidsrisico.

Uit de ontwikkelingen van de voorbije dagen bleek dat de islamitische terrorist Bin Laden de steun geniet van het Afghaanse Talibanregime. Dit regime vormt de regering van Afghanistan, en aangezien ook wij de toepasselijkheid van artikel 5 van het NAVO-verdrag aanvaard hebben, is de kans groot dat binnen afzienbare tijd de Verenigde Staten ­ en daardoor ook dit land ­ in oorlog zullen zijn met Afghanistan. Meteen stelt zich de vraag in welke mate de aanwezigheid van Afghaanse onderdanen, of islamfundamentalisten, een veiligheidsrisico kan vormen.

1. Hoeveel Afghanen verblijven legaal op ons grondgebied, en in welke statuut ?

2. Worden veiligheidsmaatregelen getroffen ten hunnen aanzien in geval van oorlog ?

3. Hoeveel Afghanen zijn bekend in de regularisatie-operatie, en zal een oorlog invloed hebben op deze procedure ?

4. Zullen de artikelen 3, 5º, en 7, 3º, van de vreemdelingenwet van 15 december 1980 worden aangewend tegenover Afghanen of tegenover uit Afghaans-bevriende Staten afkomstige onderdanen ?

5. Hoeveel Afghaanse asielzoekers, erkend of kandidaten, bevinden zich in het land ? Hoeveel daarvan bevinden zich in een opvangcentrum ?

6. Hoeveel Afghanen verwierven de nationaliteit tijdens de voorbije drie jaar ? Hoeveel hebben vandaag een aanvraag tot verkrijging van de nationaliteit lopen ?

Bij de verkiezing van de moslimraad bleek dat 29 van de leden, althans volgens de Staatsveiligheidsdiensten, bindingen hadden met fundamentalistische organisaties.

7. Met welke groepen hadden deze 29 leden contact ? Waren er organisaties bij waarvan vermoed wordt dat zij contacten onderhielden met Bin Laden ? Welke organisaties ?

De terroristen die in Hamburg woonden kregen de beschikking over een gebedsruimte waar mogelijk aanslagen werden beraamd. De overheid oefende op de activiteiten geen enkele controle uit, want « dit zou kwetsend geweest zijn voor de moslimgemeenschap ».

8. Waren de moordenaars van Massoed lid van een moslimgroep ? Werd in voorkomend geval controle uitgeoefend op de inhoud van toespraken in de gebedsruimte van die groep ?

Het EVRM bevat bepalingen die afwijkingen toestaan op hetzelfde verdrag in geval van een noodtoestand.

9. Zal de regering artikel 15 van het EVRM aanwenden om moslimfundamentalisten te weren van het grondgebied ?

De wet van 11 oktober 1916 laat de regering toe om onder meer vreemdelingen anders te behandelen dan in vredestijd.

10. Zal de regering deze wet hanteren tegenover moslimfundamentalisten ?