2-206

2-206

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 23 MAI 2002 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Questions orales

Question orale de M. Patrik Vankrunkelsven au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes, sur «l'accessibilité des connexions ADSL de Belgacom» (nº 2-980)

M. le président. - M. Eddy Boutmans, secrétaire d'État à la Coopération au développement, répondra au nom de M. Rik Daems, ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes.

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Mijnheer de voorzitter, ik vind dat toch een eigenaardige werkwijze. De aftakeling van de Senaat gaat blijkbaar verder. Wij zullen er ons maar bij neerleggen.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Dat is niet juist. Het is niet omdat de regering niet opdaagt dat de aftakeling van de Senaat verdergaat. Mijnheer Vankrunkelsven, hoe kan u een dergelijke constitutionele vergissing begaan? De regering takelt af, niet de Senaat!

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Het is aan de Senaat om de regering te vorderen!

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Neen, mijnheer Vankrunkelsven, u zou de Grondwet beter moeten kennen. Wij kunnen de regering niet vorderen.

M. le président. - Monsieur Vankrunkelsven, effectivement, nous ne pouvons malheureusement le faire, à la suite de la mauvaise réforme du Sénat de 1993. Vous devriez le savoir.

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Belgacom biedt de meerderheid van de bevolking een ADSL-aansluiting aan. Volgens haar eigen reclame komt tot 90% van de bevolking in aanmerking voor zulk een aansluiting. Belgacom roemt de voordelen: een vaste prijs van 1600 frank per maand, continue toegang tot het internet, het vrij blijven van de verbinding voor telefoongesprekken, de snelle datatransmissie, enzovoorts. Volgens de huidige normen van telecommunicatie behoort deze aansluiting tot de basistelecommunicatie. Al dit moois is echter niet weggelegd voor 10% van de bevolking.

Met toepassing van artikel 86bis van de wet van 21 maart 1991 is Belgacom nochtans verplicht om deze basisaccommodatie aan iedereen aan te bieden. Bij twijfel kan de minister dit zelfs opleggen met toepassing van artikel 86ter, §2.

Technische moeilijkheden kunnen enige vertraging in de aansluitingen verrechtvaardigen, maar vele inwoners wachten nu toch al jaren. Wat meer is, frequente gebruikers van het internet, bij voorbeeld studenten in bepaalde richtingen, kunnen dus niet alleen niet genieten van de genoemde voordelen, maar hebben vaak facturen die het veelvoud zijn van het vaste recht van 1600 frank per maand. Dit is onaanvaardbaar en asociaal.

Kan de minister akkoord gaan met mijn voorstel om alle inwoners die een internetaansluiting via ADSL wensen maar die niet aansluitbaar zijn, voor het internetgebruik maximaal 1600 frank per maand aan te rekenen? Dit is een beperkte maatregel. De gebruikers genieten dan wel niet van de voordelen van een ADSL-verbinding, maar zouden tenminste toch gespaard blijven van een onrechtvaardige financiële sanctie ingevolge de technische traagheid van Belgacom. De minister moet tevens eisen dat de ADSL-verbindingen sneller op het ganse grondgebied toegankelijk worden gemaakt.

(Mme Sabine de Bethune, première vice-présidente, prend place au fauteuil présidentiel.)

De heer Eddy Boutmans, staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking. - De heer Daems verzocht mij om volgend antwoord voor te lezen.

België is één van de weinige landen dat zijn telefooncentrales voor 100% heeft uitgerust met een ADSL-toegang, namelijk 594 op 594. Bij vergelijking met de ons omringende landen stellen we vast dat de maximum toegelaten afstand voor toegang tot de ADSL-dienst 3,5 km of minder bedraagt, wat ons land in een meer gunstige positie plaatst.

Het klopt desalniettemin dat klanten op bepaalde plaatsen niet over een lijn van dat type kunnen beschikken, ondanks de ontplooiing van de uitrusting nodig voor deze technologie in alle centrales. ADSL kent inderdaad een aantal beperkingen op technisch vlak. Zoals iedereen weet is de afstand één van de factoren die de performance van de technologie beïnvloeden. De bezettingsgraad en op een nog meer technisch niveau de spectrale zuiverheid van het aantal ADSL-lijnen in een bundel van kabels, heeft trouwens eveneens een weerslag op de kwaliteit van de dienst. Om deze redenen heeft Belgacom een maximum afstand bepaald tussen de klant en de ADSL-uitrusting die in de lokale centrale geïnstalleerd is om een kwaliteitsdienstverlening aan de gebruikers te garanderen. Deze afstandslimiet, die oorspronkelijk 4,2 km bedroeg voor PSTN-lijnen en 3,8 km voor ISDN-lijnen is onlangs door Belgacom verlengd tot 5 km voor PSTN-lijnen en 4,6 km voor ISDN-lijnen, om de klanten zoveel mogelijk van deze technologie gebruik te laten maken.

Momenteel beschikt Belgacom helaas niet over een alternatief voor de klanten die geen gebruik kunnen maken van ADSL door de technische beperkingen die ik heb vermeld. Belgacom onderzoekt voortdurend de nieuwe technologische evoluties om een alternatief voor de toekomst te vinden.

De heer Vankrunkelsven suggereert een aanbod van een forfaitaire toegang tot internet. Belgacom is een autonoom overheidsbedrijf en kan dus zijn eigen commerciële strategie bepalen. Het voorstel voor een forfaitaire toegang valt onder deze commerciële strategie. Trouwens, de ontwikkeling van een dergelijk aanbod zou belangrijke technische problemen veroorzaken zoals overbelasting van netwerk en lijnen. De gebruikers zouden hun lijnen ook constant kunnen laten openstaan.

De dienstverlening beoogd door artikel 86bis van de wet van 21 maart is een commutatiedienst inzake X25-gegevens en die dienst wordt door Belgacom over heel het Belgische grondgebied verzekerd. Artikel 86, ter, paragraaf 2, van de wet beoogt de terbeschikkingstelling van een lijn die bepaalde categorieën van specifieke rechthebbenden toegang verschaft tot het internet, namelijk scholen, bibliotheken en ziekenhuizen. De verplichting die aan Belgacom in dat artikel wordt opgelegd, valt onder de opdrachten van algemeen belang die door de Staat worden gefinancierd. Belgacom ontvangt daarvoor dus een financiële compensatie van de federale overheid.

Het betreft hier evenwel een universeel recht op ADSL-aansluiting, de zogenaamde basistelecommunicatie, daar waar het Europees recht in de eerste plaats de breedband uitsluit van universele dienstverlening. Artikel 86bis mag hier dus niet worden toegepast. Er is ook geen financiering door het fonds voor universele dienstverlening. Bijgevolg is er alleen financiering mogelijk door de staatsbegroting, maar dat zou eventueel een probleem kunnen betekenen op het vlak van staatshulp.

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Het is onmogelijk over een dergelijk onderwerp een discussie aan te gaan met de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking. Ik betreur dat de toezichthoudende minister zich niet meer inspanningen getroost om het debat met Belgacom aan te gaan. Volgens ons laat de wet een aanpassing van de interpretatie van het recht op telecommunicatie toe wanneer er zich wijzigingen op het terrein voordoen. Vandaag kan de toegang tot internet als een universeel recht op basistelecommunicatie worden beschouwd.

Ik dring erop aan dat de minister een debat met Belgacom aangaat om ervoor te zorgen dat de 10% burgers die thans ten onrechte grote bedragen voor het gebruik van internet moeten uitgeven, tegen een vast bedrag van deze dienst gebruik kunnen maken. Uit het antwoord van de minister blijkt echter niet de geringste bereidheid om een dergelijk gesprek aan te gaan.