Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-49

ZITTING 2001-2002

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 1474 van de heer Vandenberghe d.d. 14 augustus 2001 (N.) :
Geluidshinder. ­ Discotheken. ­ Gezondheidsrisico's.

Uit een onderzoek van Test Aankoop blijkt dat geen enkele discotheek de wettelijke regeling inzake geluidshinder respecteert. Het koninklijk besluit van 24 februari 1977 heeft de wettelijke limiet op 90 dB vastgelegd. Deze limiet wordt overal overschreden en op sommige plaatsen noteerde Test Aankoop zelfs een geluidsniveau van 110 dB en meer op de dansvloer. Overeenkomstig de logaritmische decibelschaal is dit 100 keer hoger dan de wettelijke limiet.

Bezoekers van deze dancings lopen het risico op blijvende gehoorschade.

In vergelijking met dezelfde enquête van Test Aankoop van vijf jaar geleden is het geluidsvolume, op twee uitzonderingen na, nog steeds hetzelfde.

1. Worden in het licht van dit onderzoek maatregelen genomen om de geluidsoverlast te verhelpen en het risico op blijvende gehoorschade te verminderen ?

2. Verdient het geen aanbeveling een omzendbrief naar de burgemeesters te zenden met de vraag om de concrete geluidsoverlast in hun gemeente opnieuw te onderzoeken en te bestrijden ?

3. Welke andere gevolgen kunnen uit de resultaten van de studie van Test Aankoop worden getrokken ?

Antwoord : Ik kan het geachte lid de volgende antwoorden verstrekken op de verschillende onderdelen van zijn vraag.

1. De problematiek van de geluidshinder wordt geregeld door de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder en door het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van de geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen. Verder wordt deze materie geregeld door besluiten van de gewestexecutieven. Bovendien kan de gemeenteraad aanvullend politieverordeningen uitvaardigen, voor zover geen afbreuk wordt gedaan aan de normen die reeds door de hogere overheid werden uitgevaardigd.

Het komt de burgemeester toe op het grondgebied van zijn gemeente een algemeen toezicht uit te oefenen op de naleving van bovenstaande wet, besluiten of verordeningen. In uitvoering hiervan kan hij de uitbaters van etablissementen waar de geluidsnorm wordt overschreden, bepaalde efficiënte en gemotiveerde maatregelen opleggen.

Wat betreft eventuele maatregelen ter voorkoming van blijvende gehoorschade dien ik te verwijzen naar mijn collega van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, die voor deze materie bevoegd is.

2. Het behoort in eerste instantie tot de bevoegdheid van de lokale overheid om te oordelen over de opportuniteit van maatregelen tegen geluidsoverlast op het grondgebied van de gemeente. De burgemeester die van de strijd tegen geluidsoverlast een prioriteit in het veiligheidsbeleid wil maken, kan dit laten inschrijven in het zonale veiligheidsplan dat de prioritaire taken van de politiediensten in de zone bepaalt.

Wat betreft de gezondheidsrisico's van geluidsoverlast en de maatregelen die zich terzake eventueel opdringen, dien ik het geachte lid te verwijzen naar de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. De minister van Binnenlandse Zaken is immers enkel bevoegd voor het aspect openbare ordehandhaving.

3. Voor eventuele andere conclusies op het vlak van de gezondheidsrisico's die uit de voorliggende studie kunnen worden getrokken, dien ik eveneens te verwijzen naar de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.