2-184

2-184

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 28 FÉVRIER 2002 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Johan Malcorps au ministre de l'Intérieur sur «les risques que présentent les centrales nucléaires en matière de sécurité» (nº 2-893)

M. le président. - M. Rik Daems, ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, chargé des Classes moyennes, répondra au nom de M. Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur.

De heer Johan Malcorps (AGALEV). - Electrabel beweert dat het met het veiligheidsrisico van kerncentrales wel meevalt. Om dat te bewijzen brengt de maatschappij - heel toevallig - op 15 februari een rapport uit, ter actualisering van een studie naar de veiligheidsrisico's van 1985.

Minister Duquesne heeft gisteren in de Kamer meegedeeld dat hij nog niet over het rapport beschikt. De pers daarentegen heeft het wel al kunnen inkijken en heeft er uitvoerig uit geciteerd. Ook Greenpeace heeft er al op gereageerd.

Als ik straks als antwoord krijg dat de minister nog steeds niet over het rapport beschikt, zal ik ontgoocheld zijn. Vooralsnog doe ik een greep uit de conclusies van het rapport.

De Belgische kerncentrales zouden veiliger zijn dan kerncentrales in het buitenland, omwille van de strengere bouwnormen, de parallelle veiligheidssystemen, de tienjaarlijkse revisies. Een eigenaardige conclusie is dat kerncentrales niet zoals de WTC-torens het doelwit kunnen worden van aanslagen, omdat ze minder opvallen en omdat men ze moet zoeken tussen andere gebouwen.

Zelf heb ik geen opleiding van piloot genoten, maar ik neem aan dat het voor een piloot die met een vliegtuig tegen Doel I wil aanvliegen, toch niet zo moeilijk moet zijn om de kerncentrale te lokaliseren.

Ik begrijp die uitleg dat een Belgische centrale niet goed te lokaliseren is, niet goed, maar ik heb het rapport dan ook nog niet kunnen lezen! Misschien heeft de minister het echt zelf wel kunnen inkijken. In elk geval verwacht ik van hem enige verduidelijking.

Het lijkt er alleszins sterk op dat de conclusies van de nieuwe studie de bevindingen van de oude studie bevestigen, wat Electrabel ook mag beweren.

De reactie van Greenpeace is dan ook begrijpelijk: een kerncentrale als Doel I is bestand tegen de inslag van een sportvliegtuigje, maar niet tegen het neerstorten van een groter vliegtuig. Het betwijfelt ook het nut van de zogenaamde parallelle veiligheidssystemen die bij een ongeluk in werking moeten treden. Als de mantel rond de reactor geraakt wordt, krijg je een uitslaande brand of een explosie en zullen de noodprocedures niet meer kunnen worden toegepast.

Kan de minister mij meedelen of hij beschikt over bovengenoemde veiligheidsstudie?

Is het niet nodig om ook een onafhankelijke studie te laten maken? Electrabel en Tractebel zijn in deze immers rechter en partij.

Op mijn laatste vraag zal de minister nu wellicht geen antwoord kunnen geven. Vindt hij dat er bijkomende veiligheidsmaatregelen moeten komen?

De heer Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand. - Ziehier het antwoord van minister Duquesne.

Om elke verwarring te vermijden zegt de minister dat Greenpeace verwijst naar de studie van het studiebureau Tractionel naar aanleiding van het tienjaarlijkse nazicht van de eenheid Doel I en Doel II in 1985. Dat verslag bevat onder andere de resultaten van de analyse van de weerstand van de buitenste koepel van de reactoreenheden 1 en 2 onder invloed van verschillende belastingen, onder andere de impact van een vliegtuig. Het besluit was dat hij kan weerstaan aan de impact van een licht vliegtuig.

Dit verslag werd opgesteld vóór de investeringswerken naar aanleiding van het tienjaarlijkse nazicht. Voor het onderwerp dat ons bezighoudt, gaat het om de bouw van een bijkomende controlezaal in een gebunkerd gebouw en de ingebruikname van bijkomende noodsystemen, die een reactorstop in optimale veiligheidsomstandigheden moeten mogelijk maken bij een ongeval van externe oorsprong.

Het verslag dat de minister aan de uitbaters heeft gevraagd na de aanslagen van 11 september is uiteraard een ander verslag.

Zij hebben hem heel snel een reeks geruststellende gegevens meegedeeld die reeds vóór de aanslag van 11 september beschikbaar waren. Als voorzorgsmaatregel heeft de minister een specifieke studie gevraagd die rekening houdt met het nieuwe type van aanslagen, wetende dat een zo complexe oefening enkele maanden in beslag kan nemen.

Vorige week heeft Electrabel die studie naar de Vereniging Vinçotte Nucléaire en naar het FANC gestuurd. Minister Duquesne heeft die instellingen verzocht om de studie met spoed te bestuderen zodat het FANC in de komende dagen een eerste advies kan uitbrengen en vervolgens een definitief advies nadat het alle noodzakelijke berekeningen heeft uitgevoerd.

Minister Duquesne is bereid het officieel advies van het FANC mee te delen zodra hij het heeft ontvangen. Wat de Electrabel-studie betreft, vindt hij het onverantwoordelijk het verslag ruim te verspreiden gelet op de aard van de informatie en de risico's van terrorisme. Hij sluit daarom niet uit dat de Senaat op gepaste wijze kennis neemt van de vertrouwelijke informatie.

Mocht uit het definitief advies van het FANC blijken dat er bijkomende veiligheidsmaatregelen nodig zijn, dan zal de minister daartoe onmiddellijk het bevel geven.

De heer Johan Malcorps (AGALEV). - Na het eerste tienjaarlijkse nazicht en een bijkomende investering van 200 miljoen, is een van de conclusies van het rapport dat op 15 februari is uitgebracht, dat een kerncentrale bestand is tegen de inslag van een klein vliegtuig, maar niet tegen die van een groot vliegtuig. Als dat effectief zo is, bestaat er een ernstig veiligheidsprobleem en dient de minister verantwoordelijkheid op zich te nemen.