2-165 | 2-165 |
De voorzitter. - Mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, antwoordt namens de heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Ik heb vernomen dat het derde en het vierde rapport van België over de maatregelen genomen ter uitvoering van de Conventie over de eliminatie van alle vormen van discriminatie ten aanzien van vrouwen, de CEDAW, van 14 januari tot 1 februari 2002 aan een vooronderzoek worden onderworpen door het Comité van de Verenigde Naties voor de opvolging van de CEDAW.
Graag had ik het volgende vernomen.
1. Wat zijn de pluspunten van deze rapporten?
2. Wat zijn de knelpunten van deze rapporten?
3. Kunnen deze rapporten aan het Parlement worden voorgelegd? De minister had immers beloofd de VN-rapporten over de opvolging van de VN-conventies eerst aan de bevoegde commissie voor te leggen.
Mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - Het gecombineerde derde en vierde rapport van België over de maatregelen genomen tot uivoering van de Conventie over de" eliminatie van alle vormen van discriminatie ten aanzien van vrouwen zal officieel besproken worden tijdens de 27ste zitting van het CEDAW-comité, in New York, van 3 tot 21 juni 2002 en zal aan een vooronderzoek onderworpen worden. Een werkgroep van het Comité zal in februari 2002 samenkomen om een vragenlijst op te stellen. Die zal worden bezorgd aan België, dat tegen april 2002 een schriftelijk antwoord moet geven. De rapporten die België indient ter uitvoering van de CEDAW-conventie worden samengesteld door het ministerie van Tewerkstelling en arbeid en het Gelijke Kansenbeleid, in coördinatie met alle entiteiten die in ons land voor deze materie bevoegd zijn.
Het rapport behandelt de periode 1989-1997 en toont aan dat België zich bewust is van de doelstellingen die het dient te bereiken inzake de gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Positief is dat België tal van initiatieven genomen heeft op wetgevend, juridisch en uitvoerend gebied, die een waarborg moeten bieden voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen. De wetgeving van de verschillende overheden, federaal, gemeenschappen en gewesten, werd aangepast aan de internationale instrumenten die ons land heeft bekrachtigd. Ook werden binnen deze overheden nieuwe politieke en administratieve structuren opgezet om de beleidslijnen inzake gelijke kansen uit te werken, zodat elke overheid haar eigen klemtoon kan leggen bij de invulling van dit beleid.
Wij hebben vastgesteld dat zelfs volmaakte wetten en reglementen niet volstaan om ook een daadwerkelijke volledige gelijkheid te verwezenlijken. Een van de belangrijkste knelpunten blijft nog steeds de vooroordelen die bestaan omtrent de rollen van mannen en vrouwen in de maatschappij. De strijd tegen de stereotypen komt neer op een wijziging van mentaliteit, wat slechts op lange termijn kan gebeuren door herhaalde acties en organisatie van sensibiliseringscampagnes. Een ander knelpunt is de nog ongelijke deelname van vrouwen en mannen aan de verschillende besluitvormingsprocessen.
De rapporten die België voorlegt aan het CEDAW-comité zijn publiek en kunnen geraadpleegd worden op de website van de Verenigde Naties: http://www.un.org/womenwatch/daw/cedaw/cedaw27/bel3-4.pdf
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - Ik dank de minister voor haar antwoord. Van het rapport van 1997 hebben we al geruime tijd een kopie, reden waarom ik dacht dat het over een nieuw rapport ging.
Ik ben het ermee eens de werkzaamheden van de werkgroep in februari af te wachten om dan in commissie met de bevoegde minister van gedachten te wisselen.
-Het incident is gesloten.
De voorzitter. - We zetten onze werkzaamheden voort vanmiddag om 15 uur.
(De vergadering wordt gesloten om 10.45 uur.)