(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
De Ministerraad heeft in januari 2001 een beslissing genomen om de gelijke kansen voor mannen en vrouwen in haar beleid te stroomlijnen conform de aanbevelingen van de Wereldvrouwenconferentie in Peking (1995).
Om die gelijkheid te bereiken verbond ook u zich ertoe één of meer concrete en strategische doelstellingen te realiseren inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen.
Kan u mij laten weten welke stappen u reeds genomen hebt in de eerste vier maanden van het jaar (januari tot april 2001) om de strategische doelstellingen in te vullen ?
Graag had ik ook een antwoord gekregen op volgende vragen :
1. Welke planning maakte u ?
2. Hoe verzekerde u de tenuitvoerlegging tot nu toe; welke concrete stappen werden gezet; welke vergaderingen gehouden; welke budgetten geëngageerd ?
3. Bestaan er reeds strategieën ter opvolging of ter evaluatie ?
Antwoord : Hierna vindt het geachte lid de antwoorden op de door haar gestelde vragen.
Tijdens de Ministerraad van 25 oktober 2000 gaf ik te kennen dat het strategisch doel van mijn departement, gekozen naar aanleiding van het Pekingplatform, geïntegreerd is in de maatregelen voor de geweldbestrijding. Het is de bedoeling om maatregelen te nemen teneinde het geweld tegen vrouwen te voorkomen en uit te schakelen en meer bepaald ook het geweld binnen de gezinssfeer.
Het geweld binnen de gezinssfeer vertegenwoordigt één van de vaakst voorkomende vormen van geweld jegens vrouwen. De preventie van dit type geweld is in 2001 één van de grote krijtlijnen van mijn geweldpreventiebeleid. Het beleid op lange termijn beoogt om in 2001 de meest betekenisvolle preventiepraktijken te inventariseren en interventiesensibiliserings- en opleidingsmodules voor te stellen.
1. Tot dusver werden reeds de volgende concrete stappen gezet.
1.1. In het kader van het Daphne-programma uitgaande van de Europese Commissie (communautair actieprogramma ter ondersteuning van preventieve maatregelen om het geweld tegenover kinderen, jongeren en vrouwen te bestrijden), heeft de cel geweld van het Vast Secretariaat van het preventiebeleid (VSPP) contact opgenomen met de organisatoren van nationale en internationale campagnes voor de bestrijding van het geweld tegenover vrouwen.
1.2. De cel geweld binnen het VSPP heeft eveneens beslist in 1999 een inventaris op te maken van de geweldpreventieprojecten. Deze inventaris zou tegen eind 2001 gepubliceerd worden en vermeldt de preventieprojecten van het geweld tegen sommige categorieën van personen (kinderen, vrouwen, ouderen, risicoberoepen ...). Het VSPP wenst met de verspreiding van dit document in de steden (met een veiligheids- en samenlevingscontract of een preventiecontract) een bron van inspiratie te zijn voor elke betrokkene bij een geïntegreerd lokaal preventiebeleid.
1.3. Het omgaan met het fenomeen geweld is aanwezig in de opleiding van de politiemensen, zowel bij de opleiding die voorzien is voor de toelating tot de functie als voor alle opleidingen waardoor men hiërarchisch binnen het politiekorps kan opklimmen.
Naast een sensibilisering over de familiecontext waarbinnen geweld tot stand komt en de bekwaamheden die moeten ontwikkeld worden zowel voor slachtoffers als voor daders, krijgen de aspirant-politiemensen een opleiding gebaseerd op concrete gevallen en beleefde situaties, die toegespitst is op het slachtofferschap dat met dit soort geweld geassocieerd wordt, met name mishandelde vrouwen en kinderen.
De cursus slachtofferbejegening werd geïntegreerd in de vormingscycli van politie- en brandweerscholen.
Onder de gespecialiseerde opleidingen valt onder meer de gespecialiseerde opleiding van politieassistent. Naast meer algemene begrippen met een toepassing in het kader van familiaal geweld, voorziet het programma in een module van ongeveer 40 uren specifiek gewijd aan crisissen binnen het gezin evenals aan het specifieke slachtofferschap.
De bureaus voor slachtofferbejegening (BSB's) zijn belast met de sensibilisering en de opleiding van politiemensen. Ze zien erop toe dat de leden van hun korps een opleiding krijgen over slachtofferzorg, aangepast aan de lokale situatie. Tevens wordt de aandacht gevestigd op kwetsbare slachtoffers, zoals vrouwen en kinderen. Deze diensten zijn ook belast met de opvang van ernstige slachtoffers (vooral vrouwen en kinderen) en verwijzen door naar gespecialiseerde instanties. De lokalen voor onthaal en verhoor die speciaal zijn uitgerust voor de opvang van slachtoffers van fysieke en seksuele gewelddaden zijn doorgaans geïnstalleerd in de bureaus voor slachtofferbejegening. In het kader van het nationaal plan voor bestrijding van geweld tegen vrouwen heb ik beslist om per zone een bureau voor slachtofferbejegening te installeren, zijnde 196 in totaal. Momenteel zijn er 84 bureaus voor slachtofferbejegening gerepertorieerd.
1.4. In 2001 zal er binnen de federale politie een cel gelijkheid belast worden met het formuleren van voorstellen om de gelijke toegang te bevorderen van mannen en vrouwen bij de werving, selectie en bevordering.
1.5. Eveneens in 2001 zal de opleiding verdergezet worden voor het leren omgaan met geweld voor de toekomstige politiemensen aan de hand van basiscursussen en voortgezette opleiding.
1.6. Er zijn plannen om preventieambtenaren te vormen die hun kennis zullen doorgeven aan de terreinwerker.
2. In het kader van het project « mainstreaming » van de minister van Gelijke Kansen, werd er binnen mijn kabinet een werkgroep opgericht met experten in de materie. In deze werkgroep zetelt er een medewerker van mijn kabinet, een medewerker van het VSPP, de directeur van het « Centre des femmes et sociétés » en een medewerker van deze vereniging. Deze werkgroep komt op regelmatige basis samen.
3. Daar de financiering in de meeste gevallen deel uitmaakt van globale financieringsregelingen, en vaak afkomstig is van diverse overheden, kunnen geen precieze bedragen meegedeeld worden.
4. De evaluatie gebeurt per deelonderwerp volgens de evaluatiemethode die er voor de globale initiatieven voorzien zijn (bijvoorbeeld in het kader van de veiligheidscontracten, de globale evaluatie van de opleidingen ...).