2-162

2-162

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 6 DECEMBER 2001 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Johan Malcorps aan de minister van Binnenlandse Zaken over «het falend beleid inzake snelheidscontroles op de weg» (nr. 2-776)

De voorzitter. - De heer Didier Reynders, minister van Financiën, antwoordt namens de heer Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken.

De heer Johan Malcorps (AGALEV). - Het aantal uren bemande snelheidscontroles in de provincie Antwerpen tussen 1 januari en 20 november van dit jaar bedroeg 1.802. Dat is maar liefst 659 uren minder dan tijdens dezelfde periode vorig jaar. Toen ging het nog om 2.461 uren.

De technische sectie van de provinciale verkeerseenheid van de federale politie klaagt dat ze nog nauwelijks tijd heeft om op het terrein actief controles uit te voeren. Slechts 16% van de werktijd kan aan controletaken worden besteed. De rest van de tijd gaat naar administratieve beslommeringen, vooral de APA of autonome politieafhandeling slorpt veel manuren op. Het gaat om vaststellingen waarbij de bestuurder van de wagen, bijvoorbeeld bij huurwagens, niet direct kan worden verhoord.

Politiemensen worden ingezet als ambtenaren in uniform, maar ze verdienen een derde meer dan het statutair of contractueel administratief personeel.

De oplossing ligt voor de hand: de politiemensen terug voltijds de baan opsturen en hen laten ondersteunen door voltijdse administratieve krachten. Een logische arbeidsverdeling die absoluut noodzakelijke is als we effectief meer controles op de weg wensen.

Bijzonder cynisch is het gegeven dat, niettegenstaande er minder gecontroleerd werd, voor dezelfde periode het aantal processen-verbaal in de provincie Antwerpen met 30% steeg. Dat is een bewijs dat er steeds meer te snel gereden wordt, dat controles en een handhavingsbeleid preventief werken.

De minister reageerde eerder lauw op de acties van de "zwaantjes" begin deze week. Wat zal hij doen om aan hun eisen tegemoet te komen? Ik hoop dat het ten minste tot een gesprek zal komen. Hoe kan hij garanderen dat het aantal controles volgend jaar effectief zal verhogen? Worden de provinciale verkeerseenheden administratief ontlast? Op het terrein wordt aangedrongen op een nieuwe pijler verkeersveiligheid binnen de federale politie onder de verantwoordelijkheid van de minister bevoegd voor verkeersveiligheid. Dat voorstel gaat in tegen de eenheidsstructuur voor de politie en daarom zal het misschien moeilijk zijn om het op korte termijn te realiseren.

Als er op het terrein niet gauw een trendbreuk komt, dan kunnen we niet anders dan de eis van de politie honderd procent ondersteunen.

De heer Didier Reynders, minister van Financiën. - De toestand van de technische ploeg van de provinciale verkeerseenheid Antwerpen is heel specifiek en kan niet worden vergeleken met de situatie in andere provincies.

De administratieve werklast van die ploeg nam dit jaar toe ingevolge de richtlijnen van de lokale parketten. Enerzijds is er sinds begin dit jaar het voorschrift van het Antwerpse parket dat buitenlandse overtreders geïdentificeerd moeten worden vooraleer de processen-verbaal worden doorgestuurd naar het parket. Die werkwijze vereist meer administratief werk, gezien het groot aantal buitenlandse weggebruikers. Anderzijds wordt door de drie parketten van de provincie sinds april 2001 de autonome politieafhandeling eveneens toegepast voor de technische ploeg. Bijgevolg moeten de aan het parket doorgestuurde dossiers volledig zijn. Dat vraagt in vele gevallen, onder meer voor de leasingvoertuigen, meer administratief werk.

Daarenboven worden de controles door de technische ploegen meer een meer georiënteerd naar de autowegen waar veel meer verkeer is.

In eenzelfde tijdspanne worden dus meer wagens gecontroleerd en meer overtredingen vastgesteld met als gevolg dat de administratieve werklast verhoogt. Om die situatie te verbeteren werden verschillende technische en administratieve maatregelen genomen of gepland, waarover ik hier niet verder in detail wil gaan.

De minister is altijd bereid tot een open gesprek met de afgevaardigden van de provinciale verkeerseenheid, maar wil vooraf de minister van Mobiliteit raadplegen. Een overleg kan echter moeilijk tot stand komt als de letter en de geest van de reglementering inzake de "baaldagen" omzeild wordt.

Overigens is het niet duidelijk waarom de betrokkenen niet een open gesprek met hun hiërarchie hebben willen voeren om hun standpunt uiteen te zetten.

Wat de grond van de zaak betreft, blijven de structuren en het personeelsbestand gehandhaafd en zullen de samengevoegde diensten zeker niet opnieuw worden gesplitst. Het gevoerde verkeersbeleid levert overigens goede resultaten, aangezien het aantal processen-verbaal bijna verdubbeld is.

Dit gezegd zijnde, kan het geheel van de problematiek opnieuw worden besproken in het kader van het nationaal veiligheidsplan. Daarna zullen de ministers van Binnenlandse Zaken en van Mobiliteit de nodige beslissingen nemen.

De heer Johan Malcorps (AGALEV). - Het verheugt me dat de minister het probleem alvast erkent, zij het dat hij het een specifiek Antwerps probleem noemt. Daar zouden verhoudingsgewijs meer dan elders buitenlandse wagens moeten worden gecontroleerd.

Ik betreur dat de minister alleen bereid is tot een gesprek - wat op zich positief is - en niet overweegt om meer personeel aan te werven. Voor mij komt het er in de eerste plaats op aan dat er meer controles komen. Het aantal processen-verbaal bewijst dat er zeer veel overtredingen zijn. De verkeersveiligheid zullen we echter maar verbeteren als we de pakkans vergroten.

Blijft dat de PVE's maar voor zestien procent van hun werktijd op het terrein actief zijn. Dat is een echte blaam voor de dienste. De bevoegde overheid moet dan ook dringend iets doen.