2-876/2

2-876/2

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

7 NOVEMBER 2001


Wetsontwerp betreffende de anonimiteit van de getuigen


Evocatieprocedure (1)


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN MEVROUW LEDUC C.S.

Art. 14

Het laatste lid van het voorgestelde artikel 189bis vervangen als volgt :

« De veroordeling van een persoon mag niet uitsluitend of zelfs in overheersende mate gegrond zijn op anonieme getuigenverklaringen die met toepassing van de artikelen 86bis en 86ter zijn verkregen. Die laatste moeten in belangrijke mate steun vinden in andere bewijsmiddelen. »

Verantwoording

Dit amendement brengt de huidige formulering van het wetsontwerp terug dichter bij de oorspronkelijke tekst zoals de regering die aan de Kamer heeft voorgesteld (stuk Kamer, nr. 50, 1185/1, blz. 69, laatste lid van het toenmalige artikel 12).

Om bij te dragen tot de innerlijke overtuiging die de rechter zich moet vormen, moet een anonieme getuigenverklaring bevestigd worden door minstens één element uit het dossier dat op een andere manier is vergaard. Men kan niemand veroordelen uitsluitend op basis van een anonieme getuigenverklaring.

Ingevolge een amendement dat is ingediend in de commissie en opgenomen in de huidige tekst van het ontwerp, zou die regel niet meer gelden in geval van meerdere, met elkaar overeenstemmende anonieme getuigenverklaringen. Alleen vanwege hun aantal, zouden die een soort « waarachtigheidsstempel » krijgen. Met die bepaling zou de Belgische wetgeving volledig indruisen tegen de jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens.

Veeleer dan met elkaar overeenstemmende anonieme getuigenverklaringen te beschouwen als elementen die kunnen leiden tot andere bewijsmiddelen en tot het inzetten van de nodige methoden om die te vergaren (observatie, vermogensonderzoek, infiltratie, enz.), biedt de in de commissie geamendeerde tekst politiemensen en magistraten de kans om een dossier dat enkel berust op anonieme getuigenverklaringen al te snel af te haspelen.

Dit amendement sluit volledig aan bij de memorie van toelichting, waarin meermaals wordt benadrukt dat de vaste jurisprudentie van Straatsburg in het Belgisch recht moet worden bekrachtigd (zie met name stuk Kamer, nr. 50, 1185/001, blz. 3, onderaan, en blz. 15). Dit amendement neemt de regel over die dat Hof reeds jaren hanteert aangaande de « bewijskracht » van anonieme getuigenverklaringen (arresten Kostovski, Windisch, Lüdi, Doorson, Van Mechelen), een regel die ook door het Hof van Cassatie is overgenomen (Cass. 29 april 1998, JLMB, 1990, 230).

Dat maffiosi er soms in slagen het onderzoek naar hun hand te zetten, is al bewezen. Zij zijn heel handig ­ zie het probleem van de tipgevers ­ in het manipuleren van politiemensen en zelfs van magistraten om delicate onderzoeken en opsporingsonderzoeken te dwarsbomen of om af te rekenen met hun concurrenten. Dat gevaar wordt uiteraard alleen maar groter als de georganiseerde criminaliteit volstrekt anoniem kan handelen, dit wil zeggen met beperkte kosten en risico's.

Als dit amendement wordt goedgekeurd, zou dat gevaar grotendeels bezworen zijn.

De uitvoerende en de rechterlijke macht moeten juridisch betrouwbare en efficiënte instrumenten krijgen in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit. Die betrouwbaarheid en efficiëntie worden hoegenaamd niet verhoogd als meerdere, met elkaar overeenstemmende anonieme getuigenverklaringen volstaan om een strafdossier af te sluiten. Anonieme getuigenverklaringen die onderling zijn afgesproken of door een derde worden gedirigeerd, zouden voortaan volstaan om een rechtsonderhorige te doen veroordelen, ook zonder andere, objectieve bewijsmiddelen. Dat is een zwakte die de georganiseerde criminaliteit, maar al te bekwaam om zich voor het gerecht te verdedigen, met succes zal uitbuiten gelet op de hierboven vermelde, omvangrijke jurisprudentie. Een maffioso (bijvoorbeeld een mensenhandelaar) kan zo de rechter verplichten om hem vrij te spreken als zijn dossier slechts anonieme getuigenverklaringten bevat. Als hij toch veroordeeld zou worden, maar uitsluitend of vooral op basis van anonieme getuigenverklaringen, is de kans groot dat deze uitspraak in beroep wordt tenietgedaan of door Cassatie wordt vernietigd of dat België later door het Europees Hof voor de rechten van de mens wordt verplicht om de maffioso een schadevergoeding te betalen !

De slachtoffers van de georganiseerde criminaliteit zullen als eerste de prijs betalen (een hoge prijs als het bijvoorbeeld gaat om mensenhandel) voor een bepaling die zo'n ongewenste gevolgen kan hebben.

Jeannine LEDUC.
Marie NAGY.
Myriam VANLERBERGHE.
Philippe MONFILS.
Frans LOZIE.
Philippe MAHOUX.
Josy DUBIÉ.

Nr. 2 VAN MEVROUW NYSSENS

Art. 14

In het derde lid van het voorgestelde artikel 189bis, doen vervallen de woorden « tenzij de rechterlijke beslissing de redenen aangeeft, eigen aan de zaak, die het bewijs met verschillende anonieme getuigen rechtvaardigen ».

Verantwoording

Anonieme getuigenissen mogen de innerlijke overtuiging van de feitenrechter niet beïnvloeden. Zij mogen alleen dienen om andere bewijsmiddelen te staven.

Anonieme getuigenissen mogen niet het enige noch het afdoende element zijn waarop een veroordeling berust.

Deze interpretatie valt samen met de jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens en met die van het Belgische Hof van Cassatie.

Clotilde NYSSENS.

(1) Spoedprocedure (artikel 80 van de Grondwet).
Beslissingen van de parlementaire overlegcommissie : stuk nr. 2-82/21.