Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-41

ZITTING 2000-2001

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 1470 van de heer Vandenberghe d.d. 9 augustus 2001 (N.) :
Europese anti-oproerpolitie. ­ Eventuele oprichting. ­ Juridische basis.

Naar aanleiding van de gewelddadige protesten tijdens de G8-top in Genua zijn Italië en Duitsland voorstander van een Europese anti-oproerpolitie. De Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Otto Schily, lanceerde het voorstel van een Europese anti-oproerpolitie in een interview met de zondagskrant Welt am Sonntag. Hij pleit ervoor om speciaal opgeleide politiemensen over de landsgrenzen heen te laten samenwerken. Waar mogelijk zou de oproerpolitie spanningen kunnen wegnemen, indien nodig zou zij met consequente hardheid geweld kunnen bestrijden. Bovendien stelt Schily voor om een Europese databank van gewelddadige relschoppers op te richten.

Zijn Italiaanse collega Claudio Scajola steunt het idee van Schily ten volle.

1. a) Welk standpunt neemt België in aangaande de eventuele oprichting van een Europese anti-oproereenheid ?

b) Bestaat daarvoor een juridische basis ?

c) Acht u het wenselijk om het voorstel van uw Italiaanse en Duitse collega's verder te onderzoeken tijdens het Belgisch voorzitterschap ?

2. Welke bijkomende maatregelen worden getroffen opdat de Europese topbijeenkomsten van Gent (oktober) en Laken (december) niet met hetzelfde geweld als de G8-top van Genua gepaard zouden gaan ?