2-869/5

2-869/5

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

18 OKTOBER 2001


Voorstel van resolutie over de ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie in Doha


AMENDEMENTEN

ingediend na de goedkeuring van het verslag


Nr. 3 VAN DE HEER GEENS

In de overweging E het zinsdeel « met name ... zo nodig te herzien; » vervangen door « ... gemotiveerd is door de ontevredenheid van de resultaten inzake markttoegang gecreëerd door de liberalisering van de markten in het kader van de Marrakech-akkoorden; ».

Verantwoording

Het is onjuist dat de ontwikkelingslanden een nieuwe ronde weigeren omdat ze aandringen of aangedrongen hebben op een evaluatie van de impact van de Marrakech-akkoorden op milieu- en sociaal-economisch vlak. De ontwikkelingslanden zijn precies bevreesd voor een nieuwe ronde omwille van de nieuwe onderwerpen die voornamelijk de EU op de agenda wil zien, zoals investeringen, competitie, en vooral leefmilieu en sociale normen.

Anderzijds, komen de problemen van de ontwikkelingslanden met de Marrakech-akkoorden integendeel voort uit twee andere aspecten, namelijk 1) ze maken een commerciële evaluatie om te besluiten dat ze meer en snellere markttoegang willen krijgen (landbouw, textiel, vrij verkeer van personen, normen van certificatieprocedures); 2) ze wensen meer technische assistentie om hen te helpen de engagementen te respecteren.

In het kader van de gesprekken over implementatie, die volop bezig zijn, wordt overigens een oplossing voor beide aspecten gezocht.

Nr. 4 VAN DE HEER GEENS

De overweging J doen vervallen.

Verantwoording

In de WTO heeft elk lid één stem en wordt gewerkt met unanimiteit. Staten worden dus niet op ongelijke voet gesteld of behandeld.

Nr. 5 VAN DE HEER GEENS

De overweging I vervangen als volgt :

« Overwegende dat de initiatieven om de interne transparantie van de WTO te verhogen verdergezet dienen te worden en dat verhoogde technische assistentie nodig is opdat de ontwikkelingslanden het geschillenregelingsmechanisme ten volle zouden kunnen benutten; »

Verantwoording

De problematiek van het gebrek aan interne transparantie werd ook door de EU aangekaart. Sindsdien zijn er initiatieven genomen om dit euvel te verhelpen.

De werking van het geschillenregelingsmechanisme zelf wordt door de ontwikkelingslanden niet aangevochten, integendeel. Wel vragen zij om technische assistentie om inderdaad ten volle gebruik te kunnen maken van dat mechanisme. Wellicht kan de bevoegde staatssecretaris voor Internationale Samenwerking op dit vlak initiatieven nemen.

Nr. 6 VAN DE HEER GEENS

Na de overwegingen, het eerste lid van het dispositief vervangen als volgt :

« Dringt erop aan dat de WTO-leden hun verplichtingen aangegaan in het kader van andere internationale akkoorden blijven respecteren; »

Verantwoording

Het oorspronkelijke dispositief doet enkele problemen rijzen, zowel op het institutionele als op het inhoudelijke vlak. Wat het institutionele aspect betreft, is de WTO één van de talrijke internationale organisaties die normen produceert. Het is dan ook ten zeerste de vraag of de WTO het forum is om het vraagstuk van de hiërarchie van de normen op te lossen. Het gaat immers om conflicten tussen verbintenissen inzake internationale handel en andere internationale verbintenissen. Het is niet aan de WTO om hier zomaar over te beslechten. WTO produceert geen arbeidsnormen of milieunormen, en het is dus niet aan WTO om een oordeel te vellen over prioriteiten. Op het inhoudelijke vlak wordt hier een bijzonder moeilijk dossier over het hoofd gezien, met name dat van de hiërarchie van de normen. Het gaat om een horizontaal probleem : naast de handelsnormen zijn er mensenrechten-, sociale en milieunormen, enz. De verhouding is niet zomaar vast te leggen, al zou de oorspronkelijke tekst de indruk kunnen wekken dat dat probleemloos kan. Hij geeft echter geen antwoord op de vraag wat bijvoorbeeld primeert in geval van een conflict tussen fundamentele arbeidsnormen en milieunormen. Niemand heeft er een probleem mee dat de WTO-leden hun milieu-engagementen respecteren, maar deze stelling kan beter anders worden verwoord.

Nr. 7 VAN DE HEER GEENS

Punt 1, vierde gedachtestreepje, van het dispositief, vervangen als volgt :

« ­ de verheldering te bespreken van de verhouding tussen de handelsgebonden aspecten in de multilaterale milieu-overeenkomsten en de WTO-handelsregels; »

Verantwoording

De WTO is één van de talrijke organisaties die normen produceert, en het is niet aan de WTO om de milieunormen vast te leggen of de hiërarchie van de nomen te bepalen. Milieunormen maken geen deel uit van de handelsregels, maar het omgekeerde is wel het geval. De milieu-akkoorden behelzen immers bepalingen die handelseffecten hebben.

Wat wel zin heeft inzake milieu is het streven van de EU naar verduidelijking van de relatie tussen de WTO-handelsregels en de handelsregels van de Multilateral Environment Agreements. Besprekingen hierover vinden plaats in het Comité voor handel en milieu. De EU wenst overigens ook onderhandelingen ter zake.

Het voorzorgsprincipe tenslotte is reeds bekrachtigd in het kader van WTO, en het TBT gaat wat dit betreft zelfs verder.

Nr. 8 VAN DE HEER GEENS

Punt 1, achtste gedachtestreepje, van het dispositief vervangen als volgt :

« ­ de continuïteit te vrijwaren van de diensten die een universele erkenning van de gelijkheid van mensen inhouden, zoals gezondheidszorg, onderwijs en de werkgelegenheidssector, ook al vallen ze onder het toepassingsgebied van het Algemeen akkoord over de handel en diensten (GATS). »

Verantwoording

De diensten waarvan sprake vallen reeds binnen het toepassingsgebied van het GATS en kunnen er dus niet meer van worden uitgesloten. Het vrijwaren van de continuïteit ervan kan wel, ook in het kader van het GATS.

Nr. 9 VAN DE HEER GEENS

Punt 1, elfde gedachtestreepje, van het dispositief vervangen als volgt :

« ­ te bevestigen dat de voorzieningen van de TRIPS-overeenkomsten toelaten om het recht op leven en op gezondheid te waarborgen/

Verantwoording

De TRIPS-akkoorden hoeven helemaal niet herzien te worden, aangezien het evenwicht reeds voorzien is en TRIPS het recht op leven en gezondheid geenszins beperkt.

André GEENS.

Nr. 10 VAN DE DAMES de BETHUNE EN THIJS

Tussen de overwegingen A en B een overweging Abis (nieuw) invoegen, luidende :

« Abis. ­ Overwegende dat een multilateraal handelsstelsel, gebaseerd op heldere, rechtvaardige en billijke regels, onontbeerlijk is om de uitdagingen van de mondialisering aan te gaan en dat internationale regels en instellingen nodig zijn om de raakpunten tussen handel en andere zaken zoals milieu, gezondheid of sociale voorwaarden te regelen; »

Verantwoording

Mondialisering is een universeel proces van ontgrenzing dat het potentieel in zich heeft om een waaier van mogelijkheden aan te bieden. Maar het proces is thans te eenzijdig economisch gericht en komt zeker niet iedereen ten goede. Deze nieuwe considerans verduidelijkt de mogelijkheden van mondialisering op voorwaarde dat deze evenwichtig verloopt en een bijsturing van de wereldeconomie op de niet-economische vlakken toelaat.

Nr. 11 VAN DE DAMES de BETHUNE EN THIJS

De overweging J vervangen als volgt :

« J. ­ Overwegende dat de WTO een intergouvernementele organisatie is die in beginsel volledig geleid wordt door haar lidstaten, maar dat een deel van hen wordt gemarginaliseerd door hun afwezigheid of hun zwakke vertegenwoordiging in Genève, alsmede door de van de GATT overgenomen niet-inclusieve werkmethoden, en dat de WTO nog steeds sterk gedomineerd wordt door de grote handelsmachten; »

Verantwoording

De oorspronkelijke considerans geeft enkel het gevolg aan, met name een niet-gelijke behandeling van de leden zonder de oorzaken aan te stippen. Deze nieuwe considerans tracht de directe oorzaken van de ongelijkheid tussen de lidstaten aan te geven. Zo kan men vaststellen dat 24 ontwikkelingslanden niet beschikken over een permanente vertegenwoordiger in Genève en dat vele andere ontwikkelingslanden slechts over beperkte delegaties beschikken waardoor zij niet alle werkzaamheden en debatten kunnen volgen die hen aangaan. Ook de bevoegde minister heeft in haar uiteenzetting in de commissie aangestipt dat de afwezigheid van een aantal ontwikkelingslanden een cruciale oorzaak is van de ongelijkheid. Dit is één van de grootste bekommernissen.

Nr. 12 VAN DE DAMES de BETHUNE EN THIJS

Een overweging O (nieuw) toevoegen, luidende :

« O. ­ Overwegende dat de eerste jaren van de werking van de WTO geleid hebben tot ernstige bezorgdheid bij de publieke opinie over de mate waarin in de handelspolitiek rekening gehouden wordt met niet-handelskwesties en het gebrek aan inspraakmogelijkheden in het internationale besluitvormingsproces; »

Verantwoording

Deze considerans omschrijft duidelijker de oorzaken van het ongenoegen bij de publieke opinie die duidelijk tot uiting werden gebracht niet alleen op de derde ministeriële conferentie te Seattle en maar ook op de Europese Raden van Nice en Göteborg en G-7 van Genua. Dit ongenoegen wordt gevoed door een angst dat de handel op grond van de WTO-regels alle overige legitieme overheidsdoelstellingen kan overheersen.

Nr. 13 VAN DE DAMES de BETHUNE EN THIJS

In punt 1, laatste gedachtestreepje van het dispositief de volgende wijzigingen aanbrengen :

A. de woorden « te herzien » vervangen door de woorden « te verduidelijken en aan te vullen ... »;

B. in fine van dezelfde gedachtestreep de woorden « en het protocol van Cartagena inzake de biodiversiteit » toevoegen.

Verantwoording

A. Het is niet mogelijk de moeizaam bekomen TRIPS-akkoorden te herzien en een discussie ten gronde te heropenen. Wel moeten onduidelijkheden en onvolmaaktheden in de tekst weggewerkt of aangepast worden. Ook de regering is bij monde van minister Neyts voorstander van een verduidelijking en aanpassing van de tekst.

B. Dit protocol is een aanvulling op de VN-Conventie Biologische diversiteit. Dit protocol stipuleert dat landen de nadelige gevolgen van genetisch gemanipuleerde organismen op de biodiversiteit moeten tegengaan. Bij onzekerheid verdienen het milieu en de gezondheid van mens en dier het voordeel van de twijfel.

Nr. 14 VAN DE DAMES de BETHUNE EN THIJS

In het dispositief een punt 5bis invoegen, luidende :

« 5bis) als voorzitter van de Europese Unie alles in het werk te stellen om de pogingen van de ontwikkelingslanden te steunen om gezamenlijke regionale permanente vertegenwoordigingen bij de WTO op te richten en een voorstel te lanceren om een ondersteuningsfonds op te richten waarin ieder land een bijdrage stort a rato zijn aandeel in de wereldhandel; »

Verantwoording

De marginalisering van de ontwikkelingslanden in de werkzaamheden van de WTO tengevolge van de beperkte financiële middelen is het grootste probleem. Zij kunnen immers niet wegen op de besluitvorming aangezien zij vaak niet kunnen deelnemen bij gebrek aan een vertegenwoordiger. Door het bundelen van hun krachten zorgt de EU ervoor dat alle leden daadwerkelijk kunnen deelnemen aan de werking van de WTO.

Met dit ondersteuningsfonds kan men alle WTO-leden in staat stellen over een permanente vertegenwoordiger te beschikken. Tegelijkertijd kan dit fonds ook zorgen voor een adequate materiële ondersteuning van de werkzaamheden van de ontwikkelingslanden.

Sabine de BETHUNE.
Erika THIJS.