2-141 | 2-141 |
Mevrouw Fatma Pehlivan (SP). - In een rondzendbrief van 7 oktober 1992 werd aan de gemeenten gevraagd zich strikt te houden aan de specificaties voor de foto's op identiteitskaarten. Een foto moet langs voren worden genomen en zonder hoofddeksel. Bij wijze van uitzondering kan om godsdienstige of medische redenen een foto met hoofddeksel aanvaard worden. Dit kan enkel op individueel verzoek en mits voorlegging van een ernstige rechtvaardiging, bijvoorbeeld een medisch attest of een attest van de verantwoordelijke van de betrokken religieuze gemeenschap.
Vrouwen die de islam beleven en met een hoofddoek op een pasfoto willen staan, worden door deze maatregel afhankelijk gemaakt van het oordeel van de imam. Hij kan beslissen wie een attest krijgt en wie niet. Heel wat vrouwen verkiezen zich zonder een dergelijk attest bij de dienst Bevolking aan te bieden. Zij beschouwen het religieuze motief als een persoonlijke aangelegenheid. Zij vinden dat een hoofddoek op een pasfoto moet kunnen in een samenleving die de islam als officiële godsdienst erkent.
Weet de minister dat de uitreiking van een attest door de imam een aantal problemen schept? Zal de minister een nieuwe rondzendbrief opstellen die dit attest overbodig maakt? Kan de minister er in deze circulaire niet op wijzen dat een pasfoto met hoofddoek zonder meer geaccepteerd moet worden in een land waar de overheid de islam als godsdienst erkent?
M. Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur. - Les instructions générales du 7 octobre 1992 concernant la tenue des registres de la population et des étrangers, troisième partie, numéro 15, dispose en effet que pour un motif religieux ou médical indéniable, une photographie où la tête est couverte peut être admise à condition que le visage soit entièrement dégagé, à savoir le front, les joues, les yeux, le nez et le menton. Il est souhaitable mais non requis que les cheveux et les oreilles soient entièrement dégagés. Cette solution ne peut être acceptée sans justification sérieuse de la part du citoyen concerné. Bien entendu, la photographie doit permettre d'identifier une personne et le visage ne peut être partiellement dissimulé. Si des raisons médicales ou religieuses justifiées l'imposent, une photographie avec voile peut être admise, pour autant que les éléments essentiels du visage soient apparents.
Ces dispositions visent à déterminer une règle générale et objective pour tous les cas où des raisons médicales ou religieuses justifient l'apposition d'une photographie avec couvre-chef sur la carte d'identité. Elles permettent ainsi de concilier, d'une part, le respect des religions et la liberté de culte et, d'autre part, la nature de la carte d'identité, laquelle est d'abord un document d'identification où la photographie revêt bien entendu une grande importance.
J'estime par ailleurs qu'il n'appartient pas au ministre de l'Intérieur de déterminer si l'aspect vestimentaire d'une personne est en conformité avec la religion qu'elle pratique ou professe. Si des dogmes religieux imposent le port d'un couvre-chef, il me semble que les autorités religieuses en question sont les mieux à même de l'attester. En tout état de cause, les photographies avec couvre-chef doivent rester des exceptions pour la délivrance des cartes d'identité.
Je n'ai pas connaissance du fait que la délivrance d'une attestation par un imam provoque des difficultés, étant donné que la production d'un tel document n'est pas prévue par la réglementation et qu'elle ne fait pas partie des spécifications relatives aux photographies ni des modalités de délivrance que les communes doivent respecter.
Mevrouw Fatma Pehlivan (SP). - Door deze rondzendbrief worden vrouwen afhankelijk gemaakt van imams, die vaak eveneens van mening zijn dat vrouwen zelf moeten bepalen of ze al dan niet een hoofddoek willen dragen. Sommige imams zijn dan ook niet geneigd een attest af te leveren. In sommige gevallen eist de imam dat vrouwen, die om een attest vragen, lid worden van de moskee. Dat is niet wat ze willen. Ze willen onafhankelijk kunnen beslissen en desnoods zelf een attest ondertekenen dat ze een hoofddoek dragen om religieuze redenen.
M. Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur. - Je pense avoir été suffisamment clair en disant que l'attestation facilitait les choses mais qu'elle n'était requise par aucune réglementation.