Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-36

ZITTING 2000-2001

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

Vraag nr. 1312 van de heer Van Quickenborne d.d. 1 juni 2001 (N.) :
Seksuoloog. ­ Statuut.

Seksuologen vervullen een belangrijke rol binnen de gezondheidszorg. Zij staan onder meer in voor de behandeling van klachten omtrent gezondheidsproblemen die samenhangen met seksualiteit. Zij doen tevens aan voorlichting en vangen ook psychische problemen op die voortvloeien uit de seksualiteit (onder meer de seksuele geaardheid). In essentie is de seksuoloog een gezondheidsdeskundige die slechts onrechtstreeks met de klinische geneeskundige praktijk in aanraking komt op het ogenblik dat hij mensen doorverwezen krijgt van een arts. Zij beschikken over eigen interventiemethodes en deskundigheid, zoals de psychologen. Hiervoor volgden de meeste seksuologen een gedegen opleiding bij instellingen zoals het « Interfacultair Instituut voor familiale en seksuologische wetenschappen » te Leuven, het « Institut d'études de la famille et de la sexualité » te Louvain-la-Neuve en de « École de santé publique » te Luik.

Nochtans wordt het statuut van de seksuoloog, in tegenstelling tot het statuut van de psycholoog, niet wettelijk beschermd en erkend. Dit heeft onder meer tot gevolg dat, alhoewel de meeste seksuologen hun beroep ernstig opvatten en hiervoor een passende opleiding hebben genoten, iedereen zich seksuoloog, sekstherapeut of sekscounselor kan noemen.

De Vlaamse Vereniging van seksuologen wordt jaarlijks geconfronteerd met incidenten, waar iemand zonder enige kwalificatie het beroep van seksuoloog uitoefent. Zo staan in de Gouden Gids onder de noemer « Seksuologen » een antal personen die zich onder meer op basis van astrologie een expertise in de seksuologie aanmeten.

In de ons omringende landen zoals onder meer Nederland is dit statuut wettelijk vastgelegd. De hoogdringendheid van een wettelijke statuutregeling is evident, gezien dit in het belang is van de patiënten, namelijk om verder misbruiken te voorkomen en gezien het vooruitzicht van het vrij verkeer van personen en diensten binnen de Europese Gemeenschap.

In dit kader had ik de volgende vragen aan de geachte minister :

1. Is ze het ermee eens dat, gezien het jaarlijks terugkerende klachten bij de Vlaamse Vereniging voor seksuologie en de andere aangehaalde feiten die het vertrouwen en de rechten van de patiënten ernstig kunnen schaden en gezien de invloed van het vrij verkeer van personen en diensten binnen de Europese Gemeenschap, er op korte termijn een wettelijke regeling moet komen die het statuut van de seksuologen regelt ?

2. Zo ja, is ze bereid zich hiervoor te inspireren op de wet tot bescherming van de titel van de psychologen van 8 november 1993, gezien de seksuologen, net als de psychologen eigen interventiemethodes en een eigen deskundigheid hebben en gezien de hoogdringendheid ?

3. Is ze tevens bereid hieromtrent overleg te plegen met represensatieve vertegenwoordigers uit de sector zoals de Vlaamse Vereniging voor seksuologie ? Zo neen, kan ze dit uitvoerig motiveren ?

Antwoord : Het geachte lid pleit voor de wettelijke regeling van het statuut van de seksuoloog naar analogie van de bestaande regeling voor de psycholoog. Ik wil er zijn aandacht op vestigen dat psychologen geen apart statuut hebben, maar enkel een wettelijke titelbescherming.

Sinds de wet van 8 november 1993 mag niemand de titel van psycholoog dragen zonder te beschikken over het vereiste diploma en zonder ingeschreven te zijn op de lijst van beroepsbeoefenaars die wordt bijgehouden door de « Psychologencommissie ». Deze commissie, die om de vier jaar wordt hernieuwd, bestaat uit 16 vertegenwoordigers van de erkende nationale beroepsfederaties van psychologen. De voorzitter is een raadsheer van een hof van beroep en wordt benoemd door de Koning. Vooral met het oog op een wettelijke bescherming van de zelfstandig werkende psycholoog koos het Parlement ervoor om de minister van Middenstand hiervoor bevoegd te verklaren. Belangrijk is te vermelden dat deze titelbescherming slaat op alle psychologen ongeacht hun afstudeerrichting of specialisatie. Ze heeft dus zowel betrekking op klinisch psychologen, arbeidspsychologen, schoolpsychologen of psychologen werkzaam in het wetenschappelijk onderzoek.

De laatste decennia ontwikkelden er zich een aantal nieuwe gezondheidsberoepen die hebben aangetoond een bijdrage te leveren in de gezondheidszorg. Zoals aangekondigd in mijn beleidsnota voor geestelijke gezondheidszorg « De psyche : mij een zorg ? ! » wil ik werk maken van de wettelijke regeling van deze nieuwe gezondheidsberoepen. Ik denk hierbij in de eerste plaats aan de psychotherapeut, de counselor, de klinisch psycholoog en de orthopedagoog. Ook de seksuoloog hoort thuis in deze reeks. Niet alleen de bescherming van de patiënt en het vrij verkeer van personen en diensten in de Europese Gemeenschap zijn argumenten om deze beroepen wettelijk te regelen. Op dit ogenblik doen deze beroepsgroepen bij het instellen van diagnoses en het uitvoeren van behandelingen aan onwettige uitoefening van geneeskunde als ze geen arts zijn. Een loutere titelbescherming is dus onvoldoende. Ook de voorwaarden voor de praktijkuitoefening en de nodige kwaliteitseisen moeten worden geregeld.

Gezondheidsberoepen worden in ons land geregeld via het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 op de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies. Een nieuw gezondheidsberoep wordt geregeld door een wetswijziging. Wat betreft de psychotherapeut en de counselor heb ik eind vorig jaar advies gekregen van een expertenwerkgroep. Om te komen tot wetsontwerpen die door een zo breed mogelijke consensus wordt gedragen, heb ik ervoor gekozen verder te overleggen met de sector. Recent werden daartoe debatnamiddagen georganiseerd : op 27 april aan Nederlandstalige kant en op 18 mei aan Franstalige kant. Wat betreft de klinisch psychologen heb ik, na overleg met de beroepsverenigingen en universitaire opleidingen een voorontwerp van wetswijziging voor advies overgemaakt aan de Hoge Raad voor geneesheren specialisten. Ik verwacht dit advies tegen einde juni. Wat betreft de orthopedagogen vond er ook reeds een overleg plaats met de beroepsverenigingen en universitaire opleidingen. Ik ben bereid een gelijkaardig overleg te starten met de beroepsverenigingen en universitaire opleidingen voor seksuologen.