2-133

2-133

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 28 JUNI 2001 - AVONDVERGADERING

(Vervolg)

Stemmingen

Ontwerp van bijzondere wet tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten (Stuk 2-777)

De voorzitter. - We stemmen nu over het ontwerp van bijzondere wet in zijn geheel.

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - U zal ongetwijfeld niet lichtelijk verbijsterd zijn wanneer ik u aankondig dat we tegen dit ontwerp zullen stemmen. We zullen tegen het ontwerp stemmen omdat het onevenwichtig is. Het evenwicht bestaat niet in de natuur, derhalve moet men het nastreven in de cultuur, ook in de politieke cultuur. Het is onevenwichtig omwille van het kader waarin het tot stand werd gebracht, omwille van de inhoud en omwille van de gebruikte methode.

Het kader van een dergelijk akkoord is de grondwet. Wanneer de grondwet bepaalde lijnen trekt, is het om aan te duiden dat bepaalde evenwichten in een staat niet afhankelijk kunnen zijn van toevallige regeringsmeerderheden en dat daarom bijzondere procedures en meerderheden nodig zijn. Op geen enkel ogenblik heeft deze assemblee voldoende aandacht gehad voor de terechte kritiek op de inbreuken op menigvuldige grondwetsartikelen, zodanig dat het permanente bombastische beroep op de bescherming van de democratie op dat punt volledig ongeloofwaardig is.

Wat de inhoud betreft, is het ontwerp onevenwichtig. Dat komt duidelijk tot uiting in het stemgedrag. Wanneer men ziet in de Kamer dat alle Franstalige partijen op één na, niet tegen dit ontwerp stemmen, terwijl de Vlaamse verhoudingen 55%-45% uitdrukken, dan wordt duidelijk dat het een akkoord is van de Franstaligen, voor de Franstaligen en in essentie onderhandeld door de Franstaligen. Dit getuigt niet van gemis aan respect voor de andere opvattingen, maar wel van het feit dat we hier gekozen zijn om de Vlaamse belangen te verdedigen en die komen in het bereikte akkoord onvoldoende tot uiting.

De financiële stromen werden uitvoerig beschreven in het debat. Ze maken dat de onderhandelingspositie, die altijd een politieke positie is, voor de Vlamingen is verzwakt. Daarenboven is het gebeurd in de vorm van een primitieve ruil, een koopmansruil, waarbij systematisch beginselen werden gekocht voor miljoenen of voor miljarden. Het meest discriminerende voorbeeld is de koop van Vlaamse schepenen in Brussel. Daarbij gaat men totaal voorbij aan de vraag waarom men de federale overheid onteigent en waardoor de meerderheid van belastingbetalers geen greep meer heeft op de politieke leiders die door het dotatiesysteem over deze financiële middelen beschikken.

Ook over de Europese conventie over de minderheden, die ondertekend en geratificeerd wordt in voorwaarden die totaal anders zijn dan deze die overeengekomen waren in een vorige zittingsperiode door het Vlaamse Parlement en de Vlaamse regering, worden grote verklaringen afgelegd. Alsof wij, in Vlaanderen, geen respect zouden hebben voor internationale verdragen. Maar we kunnen niet aanvaarden dat kaderovereenkomsten, die gemaakt zijn voor 41 landen en waarbij telkens met de eigen structuur van elk land rekening moet worden gehouden, het politieke akkoord, dat het evenwicht in ons land uitdrukt en gedurende 30 jaar is opgebouwd, ondergraven.

De CVP zal, daar waar nodig, de initiatieven steunen om de cruciale onderdelen van deze wetgeving aan het oordeel van het Arbitragehof te onderwerpen. Indien het Arbitragehof de Raad van State volgt - en daarover zal alleen het Arbitragehof oordelen - zullen de Vlaamse meerderheidspartijen blijken de zwakste Vlaamse onderhandelaars ooit in de geschiedenis te zijn geweest. Alleen de voor Vlaanderen nadelige financiële regeling zal dan overeind blijven. Nu de Vlaamse meerderheidspartijen het programma van het Vlaams Parlement naast zich hebben neergelegd, zullen de resoluties van het Vlaams Parlement niet een maximalistisch, maar wel een minimalistisch programma zijn. Meer dan ooit zullen wij opkomen voor het belang van de Vlaamse gemeenschap maar met een open kijk op Europa en op de wereld.

Dat de Franstaligen eensgezind Lambermont mogelijk maken wijst erop dat er een steeds diepere kloof ontstaat tussen Vlaanderen en Wallonië. De federale regeringsmeerderheid zal in de toekomst meer dan ooit de weergave zijn van de communautair verschillend samengestelde opinies in Vlaanderen en in Wallonië, zowel in haar beleid als in haar samenstelling.

In 1968 ging de Vlaamse christen-democratie als eerste klassieke nationale partij haar eigen weg. Vandaag meer dan ooit gaat de CVP haar eigen weg.

Tot conclusie wil ik erop wijzen dat de Europese Conventie van de minderheden niet alleen de ondertekening van de federale regering vergt, maar ook de ondertekening door de gewest- en gemeenschapsregeringen en van het Verenigde College van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In Brussel kan volgens verschillende bepalingen van de bijzondere wet de ondertekening maar gebeuren na collegiale beraadslaging in de regering en bij wijze van consensus. Minister Chabert geeft zijn akkoord daarvoor niet, noch in de Brusselse gewestregering, noch in het Verenigd College.

M. Philippe Moureaux (PS). - Si on ne participe pas au consensus, on démissionne !

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - Neen, volkomen onjuist!

Dat is de redenering voor een federale regering, niet voor een samengestelde regering met beschermingsbepalingen voor de minderheid, want dat zou betekenen dat wanneer de minderheid de waarborgen inroept waarin de bijzondere wet voorziet, u ontslag moet nemen, wat het omgekeerde is van wat de bescherming beoogt. Wij zullen de ondertekening in ieder geval niet toestaan zodat het debat over de ratificatie in rechte niet eens mogelijk is.

Enkele dagen geleden schreef een bekende politieke, progressieve columnist, Hofland, in NRC-Handelsblad: "Geen ernstige tijd!" Het is inderdaad een tijd die niet toelaat - en dit debat was daarvan de perfecte illustratie - dat men met ernstige argumenten naar voren komt om in een echt kader te zoeken naar een werkelijk evenwicht. Om die reden en ook vanwege de vaststelling dat naar onze opvatting de goedkeuring van deze akkoorden voor Vlaanderen nadelig en schadelijk is en dat de weerslag ervan pas in de tijd zal kunnen worden ingeschat, zullen wij tegenstemmen. De akkoorden zullen wellicht worden goedgekeurd zodat de belangen van de Vlaamse Gemeenschap opnieuw dé inzet worden van de politieke strijd en onverminderd bovenaan de politieke agenda zullen staan.

M. Philippe Mahoux (PS). - C'est plutôt d'équilibre et de démocratie dont j'ai envie de parler : de cet équilibre qu'on atteint si, de points de vues divergents, on tente de construire tout en reconnaissant les revendications légitimes des communautés ; de démocratie, car la méthode qui a été utilisée est celle qui respecte la législation, qui veut que ce soit à travers des majorités spéciales que des modifications d'équilibres entre les communautés soient atteintes. C'est vrai que l'équilibre est lié - et je m'en réjouis - à l'obtention de moyens supplémentaires pour la Communauté française. Mais ces moyens sont destinés à l'ensemble des régions et des communautés.

Au cours de ces débats, j'ai beaucoup entendu parler de communautés. Après tout, quand on parle de communautés, on parle d'hommes et de femmes qui les composent. On parle donc de ceux qui y vivent, de ceux qui y travaillent, de ceux qui vont bénéficier des moyens supplémentaires dans les secteurs de l'enseignement, de la culture, de l'audiovisuel. Parce que les mécanismes de solidarité dans notre pays sont préservés, toutes ces personnes vont continuer à bénéficier d'une sécurité sociale maintenue à un niveau unitaire, à travers ce qui constitue le socle de cette solidarité. C'est en effet à ce niveau que la sécurité sociale est effective.

Je demande simplement à ceux qui sont opposés à ces accords de me dire qui est lésé. Quel citoyen, quelle citoyenne, quel homme, quelle femme de ce pays ? Revenons peut-être à ce qui constitue l'essentiel de notre combat politique : ceux pour qui nous combattons, les hommes et les femmes de ce pays précisément.

C'est au terme d'un long débat que nous arrivons à cette conclusion. Des avancées ont été faites. J'ai entendu dans la bouche de certains qu'elles permettront, pendant un certain temps, de faire reculer à l'arrière-plan les problèmes communautaires et, peut-être, de discuter des problèmes qui nous rassemblent, ceux qui intéressent les citoyens et les citoyennes dans leur vie quotidienne. En se basant sur ces étapes dans la démocratie, sur l'équilibre de ces accords, sur les avancées que ce projet représente pour tous les hommes et toutes les femmes de ce pays, le parti socialiste votera ce texte.

De heer André Geens (VLD). - Deze bijzondere wet geeft uitvoering aan sommige akkoorden die reeds afgesloten waren onder een vorige regering. Deze regering is erin geslaagd een akkoord dat werd gesloten onder een vorige legislatuur tot uitvoering te brengen. Hoewel dit niet voorzien was in de regeringsverklaring heeft zij daar een aantal elementen aan toegevoegd.

Wij leven in een land van verschillende culturen en gewoonten, een land waarin wij altijd trachten op een vredelievende wijze tot akkoorden te komen, door met elkaar te blijven praten, en uiteindelijk heeft elke vrede zijn prijs. In dit geval is deze prijs een beetje geld. Sommigen vinden het te veel, anderen vinden het te weinig. Welk geld, maakt mij niet uit. In ieder geval gaat het om geld van de burger. Belangrijk is dat er geld is voor iedereen, ook voor Vlaanderen.

Ik behoor tot diegenen die de bijzondere wet van 1989-90 mee hebben goedgekeurd. Het ging toen ook essentieel over geld. Het heeft toen drie maanden geduurd vooraleer de regering werd gevormd. Nu zijn deze discussies gevoerd terwijl de regering was gevormd en het parlement heeft kunnen participeren.

Deze bijzondere wet brengt een grotere rechtvaardigheid, ook voor Vlaanderen inzake de verdeling van de financiële middelen. Dit wordt onvoldoende onderlijnd. Het gaat over een evenwichtig akkoord. Aan de CVP zeg ik: het positieve in een ontwerp moet men kunnen erkennen, zelfs in de oppositie. Dat heb ik in mijn politieke carrière altijd kunnen doen..

Ten slotte wil ik het hebben over de goedkeuring van de conventie inzake de bescherming van de minderheden. Binnen het kader van de verklaring die afgelegd is door de eerste minister en van de gemeenschappelijke verklaring afgelegd door de heer Patrick Dewael, minister president van de Vlaamse regering en de heer Van Grembergen, minister van binnenlandse zaken van de Vlaamse regering, kunnen wij zonder enige reserve akkoord gaan met de goedkeuring van deze conventie. Ik geloof dat wij aan onszelf, aan het land en vooral aan onze mensen een dienst bewijzen door deze bijzondere wet goed te keuren.

M. Philippe Monfils (PRL-FDF-MCC). - Ceci n'est pas un jour historique, mais c'est un jour extrêmement important. Jusqu'alors, les débats institutionnels se déroulaient dans l'incompréhension, si pas la haine, des communautés francophone et flamande. Aujourd'hui, on substitue à la logique de l'affrontement celle de la confrontation loyale qui ne laisse ni vainqueurs ni vaincus. Les communautés sont refinancées avec, en contrepartie, des avancées institutionnelles et des garanties comme le vote de la convention cadre sur le respect des minorités. À cet égard, le CVP défend une position d'arrière-garde qui ne sera défendue par aucune entité de ce pays.

Pour la première fois, la notion de loyauté fédérale prend tout son sens. Il y aura peut-être à l'avenir d'autres affrontements. Si personne ne peut empêcher que l'on pose des questions fondamentales sur le destin institutionnel de ce pays, l'essentiel, c'est qu'on le fasse pacifiquement, sans violence et, surtout, d'égal à égal. En cela, la négociation dure et difficile qui a amené le vote de ces deux projets de loi est une nouveauté dans le paysage politique. L'arc-en-ciel s'est élargi pour la circonstance à une autre couleur. Une majorité extrêmement importante s'est dégagée pour avancer dans l'approfondissement de l'État fédéral sans mettre en cause les éléments de solidarité interpersonnelle qui restent le fondement de cet État et sans lesquels il n'y a plus d'État.

La page est tournée, le livre n'est pas entièrement écrit. Aujourd'hui, c'est pour moi une grande victoire pour la démocratie parlementaire et la démocratie politique. Demain, le gouvernement va se lancer dans un défi européen essentiel, pas seulement pour lui-même mais pour la crédibilité de ce pays, de ses communautés et de ses régions, et au nom du PRL-FDF-MCC, je lui souhaite bonne chance.

De heer Joris Van Hauthem (VL. BLOK). - Mijnheer de Eerste minster, tijdens de besprekingen van het Lambermontakkoord hebben wij u hier nooit mogen verwelkomen. U bent er nu.

Paarsgroen is meedogenloos en paarsgroen liegt. Paarsgroen koopt alles wat noodzakelijk is om paarsgroen bijeen te houden. Het Lambermontakkoord is het in feite niet anders vergaan.

De wijze waarop het Parlement, het weze de Kamer of de Senaat, in dit project zijn ingeschakeld, tart elke verbeelding. In zijn stemverklaring zegt de heer Geens dat het Parlement is ingeschakeld in de onderhandelingen die buiten het Parlement aan de gang waren, terwijl in het halfrond werd gedebatteerd over het akkoord. Kan het toppunt van cynisme nog worden overtroffen?

Guy Verhofstadt is zijn regering, die ineengedraaid werd in de werkplaatsen van de loge, begonnen met een leugen. Hij heeft zijn premierschap gekocht met de geheime belofte dat het Franstalig onderwijs 2,4 miljard zou krijgen en vandaag koopt Guy Verhofstadt zijn premierschap door een - en ik geef toe dat ik die term aan de heer Vandenberghe ontleen - een win for life-ticket aan de Franse Gemeenschap. En ze moeten er niet eens voor krabben.

Daarmee heeft hij de Kamer en de Senaat, misbruikt als een circus waarin vooral de oppositie mocht optreden als clown. De open-debatcultuur is in de praktijk een fictie gebleken. De newspeak van de heren Verhofstadt en Slangen heeft er uiteindelijk toe geleid dat dit Parlement gebruikt werd als vloermat en als dweil.

Terwijl wij in het Parlement zogezegd in alle ernst de ontwerpen aan het bespreken waren, was de heer Verhofstadt buiten het Parlement aan het onderhandelen met de PSC om toch maar zijn lijf te redden. En dat zowel bij het ontwerp over de bevoegdheidsoverdracht als bij dat over de financiering waarover we nu gaan stemmen. Dit alles heeft onder meer als resultaat dat de regering er zich toe verbindt de Conventie over de minderheden te doen ratificeren. Als die Conventie ooit wordt geratificeerd, wordt Vlaanderen vanuit taalpolitiek oogpunt teruggekatapulteerd naar de negentiende eeuw.

Mijnheer Vankrunkelsven, ik vraag me zelfs niet meer af of heel dit akkoord nog wel zo evenwichtig is als u het altijd heeft voorgesteld. Voor een stuk is dit debat dan ook altijd virtueel geweest, zelfs kafkaiaans.

Mijnheer de voorzitter, ik kan niet anders dan tot de conclusie komen dat het met de heer Verhofstadt nog erger is dan met de heer Dehaene, want Jean-Luc die loog tenminste niet en dat kan van deze eerste minister niet worden gezegd.

Mijnheer de eerste minster, dit akkoord is een akkoord van de Franstaligen voor de Franstaligen. Het beste bewijs ervoor is het oorverdovende stilzwijgen gedurende heel dit debat, van het begin tot het einde, van de Vlaamse meerderheidspartijen.

Denk niet dat dit akkoord de communautaire problemen zal oplossen. Het was uw grote ambitie om voor eens en altijd de communautaire problemen op te lossen om dan de problemen aan te pakken waarvan de burger werkelijk wakker ligt.

Denk dus niet dat dit akkoord de communautaire problemen zal oplossen! Integendeel, dit akkoord zal alleen maar de frustratie aan Vlaamse kant doen groeien, ook bij diegenen die niet geborneerd zijn door communautaire problemen.

Toen er gisteren twaalf leden van de Senaat aan dit grote debat deelnamen, heb ik Manu Ruys geciteerd. Ik herhaal nog eens wat hij in 1998 in zijn autobiografie heeft geschreven: "Wallonië heeft geen behoefte aan Vlaamse vriendschap; het denkt alleen aan zijn belang. Als dat botst met het Vlaamse, wordt er niet gekozen voor de samenspraak en het vergelijk, maar voor de confrontatie en het conflict. Ik heb het nooit anders geweten. Dat is de werkelijkheid en de waarheid. De rest is litteratuur en window dressing..."

Mijnheer de eerste minister, dit Lambermontakkoord is er het levende bewijs van dat u enkel aan window dressing doet.

M. René Thissen (PSC). - Au commencement, il y a quelques mois, étaient les accords de la Saint-Polycarpe. Le PSC ne fut associé ni à leur préparation ni à leur négociation ni à leur conclusion. En ce temps-là, on expliquait gentiment qu'il ne fallait rien espérer. Les accords étaient verrouillés, les majorités assurées, les votes planifiés. Puis vint le grain de sable qui grippa la machine institutionnelle de la complexe majorité arc-en-ciel : le ver de la Volksunie était dans le fruit défendu par la majorité. Sans tarder, le PSC fit offre de service pour autant que l'on acceptât de considérer son point de vue. Entre-temps, il se confirma que les majorités n'étaient plus assurées. Contrairement à toutes les attentes, le PSC obtint finalement le respect des trois conditions qu'il avait définies comme préalables.

Premièrement, il obtint du temps pour une négociation convenable. Entre le 24 mai, date des premiers amendements pris en considération, et le matin du 28 juin, s'écoulèrent cinq semaines qui furent bien nécessaires pour mener à terme approches, pourparlers, négociations, accords et, enfin, votes quasi simultanés à la Chambre et au Sénat.

Deuxièmement, il fallait une volonté commune de négociation entre francophones. Nous sommes arrivés à conclure les accords de la Saint-Boniface et avons obtenu le vote en urgence, en commission du Parlement de la communauté française, d'un projet de décret améliorant le financement des établissements scolaires de tous les réseaux : il fallut du tact, de la patience et de la diplomatie. C'est à mettre au crédit de tous les interlocuteurs.

Troisièmement, il fallait que s'ouvre une discussion au niveau fédéral. La discrétion des signes d'ouverture du premier ministre nous fit un temps douter de cette disposition à négocier. Mais l'évidence de la défection de quelques voix indispensables à la majorité obligea le gouvernement tout entier à envisager l'impensable : rencontrer quelques-unes des priorités du PSC.

Ces préalables réunis, on en vint au fond puisque pour voter Polycarpe, il fallait changer Polycarpe, ou comment obtenir mieux pour l'État fédéral, mieux pour les francophones, mieux pour Bruxelles. Pour dire la vérité, le PSC n'a pas tout obtenu. Mais dans une négociation aussi complexe et impliquant autant de partis, qui pourrait s'en étonner ?

A contrario, ce que le PSC a obtenu, n'est pas rien.

Primo, au-delà du report symbolique du vote à la Chambre du projet que nous discutons aujourd'hui au Sénat, cinq amendements ayant pour objet de mieux encadrer l'autonomie fiscale ont été pris en considération et votés en séance plénière. C'est ainsi que la définition des matières imposables et celle de la progressivité sont désormais plus précises tout comme le délai de recours devant la Cour d'arbitrage. C'est ainsi que le contrôle a priori par la Cour des comptes est renforcé et qu'un mécanisme de sanction effective est instauré en cas de dépassement de la marge d'autonomie.

Secundo, le refinancement des communautés et particulièrement des Communautés française et germanophone a pu significativement être amélioré à concurrence d'1,2 milliard par an avant 2004, soit avant que la liaison de la dotation à la croissance économique produise tous ses effets, et ceci grâce à un apport solidaire de la Région wallonne et de la COCOF.

Troisièmement, dans la foulée, les quatre partis démocratiques francophones se sont entendus sur une répartition équilibrée des marges budgétaires jusqu'à l'horizon 2010 au bénéfice principal de l'enseignement, en ce compris les justes revalorisations salariales, mais en bénéficieront aussi les activités non marchandes, la culture et la vie associative. Nous avons également voulu réserver une part pour les politiques nouvelles et même pour l'imprévu en créant une réserve baptisée Fonds des générations futures.

Quatrièmement, un progrès substantiel aussi spectaculaire qu'inespéré fut enregistré dans l'égalité entre élèves tous réseaux confondus, avancée capitale enfin programmée dans le temps vers le rattrapage des subventions de fonctionnement pour les élèves fréquentant les établissements subventionnés, tant officiels que libres, jusqu'à la référence désormais légale de 75% des subventions accordées aux établissements de la Communauté française. De même est conclue une avancée tout aussi capitale par l'affectation de moyens considérables et équitablement répartis à la rénovation des bâtiments scolaires et à l'allégement des charges financières qu'engendrent ces nécessaires investissements.

Cinquièmement, la nuit dernière, à notre initiative, le gouvernement fédéral a convenu de procéder à la signature de la convention cadre du Conseil de l'Europe sur la protection des minorités, s'engageant à obtenir la ratification par les diverses assemblées et à arrêter la définition de « minorité » au sein de la conférence interministérielle des Affaires étrangères. Pour les francophones de la périphérie bruxelloise et des communes à facilités, mais aussi pour toutes les minorités de notre pays, c'est une reconnaissance essentielle de leur existence et de leurs droits. C'est aussi la promesse d'un véritable esprit de pacification communautaire.

Sixièmement, la Région bruxelloise pourra enfin mieux assumer ses fonctions de capitale nationale et internationale depuis que l'accord de coopération avec l'État fédéral est pérennisé et stabilisé dans un fonds alimenté à concurrence de 3 milliards dès 2001 et majoré ensuite de 500 millions.

Durant tout ce processus de négociation, le PSC a agi avec cohérence et fermeté, sans excès ni forfanterie. Notre seul souci fut, est et restera de servir le bien commun avec un sens élevé des responsabilités.

Considérant qu'avant notre association, les francophones avaient suffisamment lâché de concessions - c'est un euphémisme -, le PSC garde plusieurs réserves sur les accords de la Saint-Polycarpe. Nos amendements débattus en commission mais rejetés en témoignent à suffisance. Mais nous craignons tout autant, au vu du radicalisme communautaire exacerbé tel qu'il s'exprime aujourd'hui en Flandre, que des accords renégociés amènent de nouvelles dérives vers un confédéralisme que nous rejetons tout aussi radicalement. Les francophones ont pris leurs responsabilités. Cela ne signifie pas que les intérêts flamands soient lésés. Les francophones ont besoin et sont soucieux d'assurer l'éducation de leurs enfants dans les meilleures conditions, qui pourrait le leur reprocher ? C'est pourquoi nous avons pris résolument ensemble le parti d'améliorer les accords présentés à travers un dialogue positif entre tous les partis francophones, dans un climat de respect mutuel.

Aujourd'hui, nous ne pouvons pas, nous ne voulons pas adhérer pleinement à ces accords. Mais, en âme et conscience, après avoir sagement évalué les pour et les contre, nous avons collectivement et unanimement décidé, tant au sein du groupe de la Chambre qu'au sein de celui du Sénat, de ne pas empêcher le vote de ces accords. Nous nous abstiendrons donc. (Applaudissements sur les bancs de la majorité et du PSC)

Mme Marie Nagy (ECOLO). - La Belgique évolue vers un pays plus fédéral. Les régions et les communautés auront plus d'autonomie et des moyens budgétaires qui leur permettront de remplir correctement leurs missions. Lors des négociations pour la formation des gouvernements, ECOLO a fait d'un refinancement structurel de la Communauté française une priorité. Nous étions convaincus que seul un mécanisme structurel de refinancement permettrait d'envisager un avenir acceptable pour des secteurs aussi essentiels que ceux de l'enfance, de la culture, de l'éducation permanente et de l'enseignement, tant en Communauté française qu'en Communauté flamande.

C'est donc naturellement que mon groupe souhaite aujourd'hui le vote positif des réformes qui doivent assurer l'équilibre institutionnel au sein de l'État fédéral. Après dix ans de combat des écologistes, nous saluons avec énormément de satisfaction le volet relatif au refinancement structurel des compétences de la Communauté française.

Ce qui gêne vraiment certains nationalistes flamands, c'est que les francophones ne seront plus obligés de négocier avec une épée de Damoclès au- dessus de la tête. Le CVP mène une opposition stratégique, mais le chantage à la faillite ne jouera plus.

Je ne comprends pas, monsieur Vandenberghe, pourquoi vous vous opposez à une loi qui prévoit ce qui figure parmi les revendications des différents partis flamands, l'autonomie fiscale, une série de transferts et le refinancement des deux communautés.

La loi donnera également aux régions une large autonomie fiscale. La demande venait essentiellement du côté de la Communauté flamande. Il s'agit d'un défi à relever pour la Wallonie et pour Bruxelles qui disposent d'atouts non négligeables. Nous allons, à l'avenir, construire des projets régionaux et communautaires et éviter par des mécanismes appropriés une concurrence fiscale nuisible. Nous envisageons l'avenir avec beaucoup de sérénité.

Le repli sur soi des régions les plus riches n'est pas écarté, mais la volonté de maintenir un équilibre indispensable est bien présente dans la loi. Trois régions, trois communautés, c'est sur cette base que se construit la Belgique d'avenir, avec les moyens nécessaires.

Xavier Mabille dit : « L'histoire ne s'arrête pas. Elle est tout ensemble évolution et permanence. L'histoire à venir se fera à son rythme propre avec des acteurs en partie nouveaux, sur des enjeux en partie nouveaux ». Le vote de cette loi ouvre un défi nouveau pour un avenir enthousiasmant.

De heer Patrik Vankrunkelsven (VU-ID). - Mijn fractie zal dit ontwerp goedkeuren, niet unaniem, maar wel met een tweederde meerderheid. (Uitroepen) Dat is al beter dan in de Kamer.

De PSC heeft maandenlang gefulmineerd tegen deze wet en heeft herhaaldelijk gezegd dat het een VU-wet was. Het verbaast me toch dat de magere schaamlapjes die de PSC vandaag gekregen heeft, de partij ertoe doet besluiten zich te onthouden. De PSC heeft twee zaken verworven: een fonds voor Brussel - een technische oplossing zonder bijkomende middelen - en een verklaring over de Europese conventie over de minderheden. Volgens deze verklaring zal geen afbreuk worden gedaan aan het gebruik van de talen in ons land. Daarnaast wordt een commissie opgericht die twee jaar geleden al bestond. De PSC is dus een lege doos geworden en ik begrijp bijgevolg het stemgedrag van deze partij niet.

Het akkoord is nogal atypisch tot stand gekomen. Er was eerst een flinterdun regeerakkoord. Er was de Costa waar we een aantal bevoegdheden bij elkaar hebben gesprokkeld. Ik maak van de gelegenheid gebruik om de medewerkers van de Costa, zowel de Franstaligen als de Nederlandstaligen, te bedanken. Ze hebben dit ontwerp mee mogelijk gemaakt.

In het pakket dat vandaag wordt gestemd is het financiële gedeelte ook voor de Vlamingen verdedigbaar. Dat dit een akkoord is waarbij de bevoegdheden voor de Vlamingen zijn en het geld voor de Franstaligen, is fout. Ook wat de financiering van de gemeenschappen betreft, zijn we erin geslaagd de middelen eerlijker te verdelen.

De goedkeuring vandaag is voor mij een etappe, geen eindpunt. In 1958 sprak Frans Van Der Elst het woord federalisme uit in deze Senaat en werd hij weggehoond. Vandaag leggen we allemaal samen, Franstaligen en Nederlandstaligen, een nieuw puzzelstukje in deze puzzel van zijn visionaire visie op België. Ik ben daar fier op.

Het verloop van deze onderhandelingen was vrij chaotisch. Dit is waarschijnlijk deels te wijten aan het politieke landschap dat in beweging is. Ook mijn eigen partij is op drift geslagen in deze periode. Het was voor mij geen eenvoudige tijd. Als onderhandelaar ben ik er bijvoorbeeld niet in geslaagd mijn partij dit akkoord unaniem te doen goedkeuren. Voor een politicus is dat een blaam. Persoonlijk was dat een frustratie. Ik dank mijn medeonderhandelaars voor hun begrip en loyaliteit, zowel op het politieke als op het menselijke vlak. Maar ik ben natuurlijk niet altijd akkoord met deze onderhandelaars. We hebben vandaag een stap gezet naar een federaal land.

Het werk is echter niet af. Ik heb in deze Senaat ervaren dat samenleven in een land met verschillende culturen voordelen heeft. Samenleven veronderstelt solidariteit. Diegene die het goed heeft, kan genereus zijn. Diegene die het minder goed heeft, hoeft niet dankbaar te zijn maar moet wellicht wel begrip hebben voor de andere partner, voor zijn inzichten en zijn gerechtvaardigde eisen.

Er zal een volgende ronde in de staatshervorming komen. Ook de sociale zekerheid komt in zicht. Ik vind het gevaarlijk het beleidsinstrumentarium te verwarren met de financiële solidariteit. Een eigen beleid, specifieke antwoorden op specifieke noden is de beste garantie om dit solidaire systeem in stand te houden. De mogelijkheid om een eigen gezondheidszorg, een eigen gezinsbeleid uit te bouwen zal de sociale zekerheid niet onder druk zetten, integendeel. Het zijn garanties dat die solidariteit in de toekomst intact blijft. Ik nodig u uit om daarover na te denken.

De heer Frans Lozie (AGALEV). - Wij hebben het vanavond essentieel over de financieringswet. Men heeft het hier gehad over de unanimiteit bij de Franstaligen en de verdeeldheid bij de Nederlandstaligen. Dit heeft uiteraard te maken met de houding van de CVP. De financiering van het onderwijs geldt zowel aan Franstalige als aan Nederlandstalige kant. Indien er geen zekerheid zou zijn geweest op het vlak van de financieringswet, dan zou de CVP het zich nooit hebben kunnen veroorloven tegen te stemmen. Zij hebben hard gevochten, ook op het terrein, voor een verbetering van de toestand van de leerkrachten in het Nederlandstalig onderwijs. Er is een akkoord bereikt op het Vlaamse niveau voor de verbetering van de situatie van de Nederlandstalige leerkrachten. Dit akkoord is niet uitvoerbaar zonder de goedkeuring van deze financieringswet.

Ik breng hulde aan de PSC die weet dat het onder meer ging over de financiering van het Franstalig onderwijs en die beslist heeft dat ze deze financiering op dit ogenblik niet kan blokkeren.

Deze financieringswet is een goed akkoord. Inhoudelijk wordt het alleen bestreden door het Vlaams Blok. Om opportunistische redenen zijn er tegenstemmen vanuit de CVP omdat zij zeker zijn dat de wet er toch komt.

De AGALEV-fractie zal deze wet met overtuiging goedkeuren omdat wij weten dat het én voor onze Nederlandstalige gemeenschap én voor de Franstalige gemeenschap een belangrijke wet is.

M. Philippe Moureaux (PS). - L'adjectif « historique », utilisé pour qualifier cette journée, est un peu pompeux. Il s'agit par contre d'une journée importante dans la longue réforme de cet État. Nous avons déjà connu plusieurs étapes. Celle-ci n'est pas négligeable. Peut-être doit-elle même être marquée d'une pierre blanche, non seulement dans la mesure où elle concerne l'ensemble du problème mais aussi parce qu'elle s'est déroulée dans un esprit de maturité que je voudrais souligner. En effet, pour la mener à bien, on a largement dépassé la majorité parlementaire qui soutient le gouvernement.

Je voudrais mettre en garde ceux qui annoncent des recours devant la Cour d'arbitrage. Je ne pense pas qu'ils aient de grandes chances de succès, mais je voudrais leur faire remarquer que s'ils obtenaient satisfaction, ce qu'ils feraient annuler conduirait à une restriction des pouvoirs de la Région qu'ils disent défendre et ne toucherait pas à la loi de financement. Peut-être un peu de réflexion amènera-t-elle à plus de sobriété.

En nous disant que M. Chabert allait adopter un comportement un peu particulier dans les instances bruxelloises, le groupe CVP justifie un des aspects parfois contestés de ces projets, à savoir amodier la double majorité à Bruxelles. Avec cette règle qui a été adoptée aujourd'hui par la Chambre des Représentants, ce type de manoeuvre ne sera ultérieurement plus possible. Vous faites une démonstration magistrale de l'intérêt de ce changement.

Puisque j'ai eu le plaisir et l'honneur de participer à la plus grande partie des négociations qui ont mené à ces accords, je voudrais remercier tous ceux qui ont bien voulu y collaborer. Vous me permettrez d'avoir un mot particulier pour Patrick Vankrunkelsven. Je reconnais en lui un défenseur acharné des intérêts de sa communauté - je n'ai jamais eu l'impression qu'il manquait de fermeté en cette matière - mais j'ai eu le plaisir de travailler avec quelqu'un d'une très grande loyauté. Je tiens à le souligner. (Applaudissements sur les bancs de la majorité)

Je voudrais aussi remercier le PSC. En permettant, dans des conditions difficiles et alors qu'il n'avait pas été appelé à participer au début des négociations, que l'on avance dans la sérénité et en permettant à ce pays de ne pas vivre des moments difficiles, le PSC fait oeuvre de sagesse. Il s'inscrit dans des précédents historiques qui ne sont pas négligeables. Le parti auquel j'appartiens, avec Léo Collard dans l'opposition, a permis le vote de la loi sur le pacte scolaire. Les libéraux, avec Pierre Descamps, ont permis la révision constitutionnelle. Les écolos ont participé également à des réformes importantes quoique dans l'opposition. Je crois, M. Vandenberghe, que ceux qui peuvent, à certains moments, transcender les limites de l'opposition pour faire avancer un dossier, n'en tirent peut-être pas des dividendes immédiats. Mais ils en tireront des dividendes à l'avenir. Je le souhaite en tous cas parce que c'est un comportement responsable.

Je terminerai en m'adressant au premier ministre. J'ai participé à quelques autres réformes, en particulier avec Jean-Luc Dehaene. Peut-être n'est-il plus dans cette assemblée parce qu'il aurait aimé voter ces accords... (Rires). Je voudrais dire au premier ministre qu'il nous a parfois fait peur. Certes, il a des points communs avec Jean-Luc Dehaene, notamment l'intelligence et la connaissance des dossiers. À cet égard, les deux hommes sont proches mais leurs méthodes ne sont pas tout à fait les mêmes. Avec Jean-Luc Dehaene, c'était le confessionnal permanent. On n'en sortait que quand l'enfant était arrivé à terme. Avec vous, c'est plus improvisé, plus chaotique, plus aventureux. Mais, quand ça réussit, c'est d'autant plus beau ! Vous avez eu l'intelligence, en formant votre gouvernement, de ne pas trop bousculer les francophones qui acceptaient difficilement de parler de ce dossier. Aujourd'hui, personne ne l'a dit mais nous, nous avions annoncé qu'on n'en parlerait jamais durant cette législature ! Nous, francophones, avons donc aussi fait un bon pas vers le traitement de ces dossiers. Dans votre accord de gouvernement, vous avez, avec sagesse, entrouvert la porte. Nous vous y avons aidé d'ailleurs. Ensuite, quand vous avez constaté qu'elle pouvait être ouverte davantage, vous avez, toujours avec sagesse, profité de la situation. Vous nous avez donné quelques émotions, notamment en nous faisant des confidences sur le Jardin botanique et sur une certaine députée Volksunie. Vous avez accepté que, dans la mesure où nous rencontrions quelques difficultés d'un côté, nous fassions des ouvertures de l'autre. Je crois qu'en agissant de cette manière, vous avez fait la preuve que vous étiez un homme d'État.

Vous allez nous représenter à l'extérieur. Au-delà de ce succès qui est celui de la démocratie et de la loyauté mais qui est aussi le vôtre, nous vous souhaitons, sur la scène internationale dans les mois qui viennent, pour la Belgique mais aussi pour vous et pour ceux qui vous entourent, une très grande réussite. (Vifs applaudissements sur les bancs de la majorité)

De voorzitter. - We stemmen nu over het wetsontwerp in zijn geheel.

Stemming nr. 1 van 29-06-2001

Nederlandse taalgroep

Aanwezig: 41
Voor: 24
Tegen: 17
Onthoudingen: 0

Het quorum en de gewone meerderheid zijn bereikt.

Franse taalgroep

Aanwezig: 29
Voor: 24
Tegen: 0
Onthoudingen: 5

Het quorum en de gewone meerderheid zijn bereikt.

De Duitstalige gemeenschapssenator heeft voor gestemd.

De tweederde meerderheid is bereikt.

-Het ontwerp van bijzondere wet is aangenomen.

-Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

De voorzitter. - De agenda van deze vergadering is afgewerkt.

De volgende vergadering vindt plaats donderdag 5 juli 2001 om 15.00 uur.

(De vergadering wordt gesloten vrijdag 29 juni 2001 om 02.55 uur.)