(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Op 19 november 1998 heeft de Senaat eenparig een voorstel van resolutie betreffende de instelling van een dag voor de rechten van het kind goedgekeurd. Dit voorstel werd mee ondertekend door vertegenwoordigers van alle democratische partijen. Er was dan ook overeenstemming over de noodzaak om het Belgische beleid op een geregeld tijdstip te toetsen op zijn kindvriendelijkheid en op zijn conformiteit met het Verdrag inzake de rechten van het kind. Men vond het dan ook zinvol om de regering te vragen een jaarlijks verslag te overhandigen aan de Wetgevende Kamers van wat gerealiseerd is inzake de rechten van het kind.
Daarom de volgende vragen aan de geachte minister :
1. Wanneer zal de regering dit verslag aan het Parlement voorleggen conform de resolutie van 19 november 1998 ?
2. Zal de regering conform diezelfde resolutie een dag voor de rechten van het kind op 20 november instellen en daar een parlementair debat aan koppelen ?
3. Houdt de Belgische regering zich aan de verplichting overeenkomstig artikel 44, § 1, a), van het Internationale Verdrag inzake de rechten van het kind om een rapport in te dienen over de door België genomen maatregelen die uitvoering geven aan de in dit verdrag erkende rechten alsmede over de vooruitgang die is geboekt ten aanzien van het genot van die rechten ? Zo ja, hoeveel rapporten werden er reeds ingediend ?
4. Wie zal de Belgische regering vertegenwoordigen op de speciale zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over kinderen in september 2001 ?
5. Zal de regering een document voor deze zitting voorbereiden en dit in overleg met het Parlement ?
Antwoord : 1. Door de regering werd een verslag aan het Parlement voorgelegd conform de resolutie van 19 november 1998.
2. 20 november is de verjaardag van de aanvaarding door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van het Verdrag inzake de rechten van het kind (20 november 1989). De Franse Gemeenschap heeft deze dag formeel erkend als de dag voor de rechten van het kind, wat tot op heden niet is gebeurd op federaal niveau of aan de zijde van de Vlaamse Executieve. Op deze dag worden door organisaties zoals UNICEF en de Bond voor jonge en grote gezinnen acties voor en samen met kinderen georganiseerd.
3. België heeft overeenkomstig artikel 44 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind het eerste rapport aan het Comité voor de rechten van het kind voorgesteld in Geneve op 31 mei en 1 juni 1995. Het rapport handelde over de genomen maatregelen die uitvoering geven aan de erkende rechten in dit verdrag en over de vooruitgang die is geboekt ten aanzien van het genot van die rechten. Het comité heeft België aanbevolen om een permanent mechanisme in te stellen dat wordt belast met de coördinatie en evaluatie van, alsook het toezicht op het beleid inzake de bescherming van het kind teneinde zich ervan te vergewissen dat het verdrag zowel op federaal als op lokaal vlak volledig wordt nageleefd en toegepast.
Een tweede rapport werd op 5 mei 1999 aan het Comité voor de rechten van het kind toegezonden. In de mate van het mogelijke werd in dit rapport ook ingegaan op de aanbevelingen van het comité. Daarom voorziet het ministerie van Justitie in de oprichting van een Nationale Commissie voor de rechten van het kind, waarin alle ministers en staatssecretarissen, zowel de federale als deze van de gefedereerde entiteiten, die een bevoegdheid uitoefenen die te maken heeft met de rechten van het kind, zijn vertegenwoordigd. De hoofdopdracht van de commissie zal de voorbereiding van het vijfjaarlijkse rapport over de toepassing van het Verdrag inzake de rechten van het kind in België zijn. Het tweede rapport zal in mei 2002 aan het Comité voor de rechten van het kind voorgesteld worden.
4. Op de buitengewone zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over de rechten van het kind zal België vertegenwoordigd worden door de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken en mevrouw Claire Kirschen, speciale vertegenwoordiger van België voor de rechten van het kind.
5. In navolging van de Wereldtop voor kinderen van 1990 werd door UNICEF aan de lidstaten gevraagd om een nationaal rapport op te stellen over de implementaire van het actieplan van deze top. Dit rapport werd in december 2000 overgemaakt aan UNICEF en handelt over de stand van zaken met betrekking tot het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind en over de maatregelen die op het federale en het gefedereerde niveau werden genomen. Dit rapport werd opgemaakt in samenwerking met de federale en gefedereerde entiteiten en is ter beschikking op mijn departement.
Door UNICEF werd een ontwerp-document « a world fit for children » voorbereid waarin de toekomstige acties voor kinderen voor het volgende decennium werden vastgelegd. Begin februari 2001 werd deze tekst aan de lidstaten tijdens de tweede zitting van het voorbereidend comité (Prepcom) van de buitengewone zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over kinderen ter discussie voorgelegd. Deze tekst zal herwerkt worden door UNICEF op basis van de voorstellen van de lidstaten en opnieuw besproken worden door de lidstaten in New York in juni 2001 tijdens de laatste voorbereidende zitting. Deze tekst zal als ontwerptekst dienen voor de speciale zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties voor kinderen in september 2001.