2-114

2-114

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 17 MAI 2001 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Sabine de Bethune au secrétaire d'État à la Coopération au développement sur «la troisième Conférence sur les pays les moins avancés» (n° 2-468)

Mevrouw Sabine de Bethune (CVP). - Deze week vindt in Brussel de derde conferentie van de minst ontwikkelde landen plaats met als doel een actieplan voor het komende decennium uit te werken. Het ontwerp van actieplan voor de minst ontwikkelde landen bevat zeven engagementen die betrekking hebben op handel, ontwikkelingshulp, schuldenlast, leefmilieu, goed bestuur en het versterken van de productiecapaciteiten.

Die conferentie moet meer zijn dan een viering of een groot forum. Daarom had ik graag van de staatssecretaris vernomen welke engagementen België op de conferentie zal aangaan. Zal ons land naar aanleiding van die top een extra inspanning doen?

De heer Eddy Boutmans, staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking. - Deze vraag is uiterst actueel. Ik heb immers net een lange dag op de MOL-conferentie achter de rug. Als gastland van de conferentie heeft ons land niet alleen heel wat inspanningen geleverd om de conferentie vlot te laten verlopen, maar ook om ervoor te zorgen dat ze inhoudelijk gezien een succes wordt. Ik heb vandaag gemerkt dat onze inspanningen wel degelijk worden opgemerkt en gewaardeerd.

Wij hebben zeer concrete toezeggingen gedaan. Ik wijs erop dat zo'n conferentie het culminatiepunt is van een heleboel zaken. Een vertegenwoordiger van een land kan op een dergelijke conferentie niet plotseling iets bedenken om op de gestelde vragen in te gaan. Dat wordt uiteraard voorbereid.

De eerste minister had het op de openingszitting uitvoerig over de schuldkwijtschelding. Dat is één van de belangrijkste thema's op deze conferentie. Mevrouw de Bethune spreekt terecht over een actieplan met een aantal concrete toezeggingen, maar dat actieplan is nog in volle discussie. De eerste minister heeft wel de beslissing toegelicht die vorige week op de ministerraad werd genomen inzake algehele kwijtschelding van bilaterale schulden van Staat tot Staat in het raam van het HIPC-initiatief en inzake een kwijtschelding van de gewaarborgde commerciële schulden a rato van 90% van de betrokken HIPC-landen met de uitdrukkelijke toevoeging dat dit een stap is die eventueel kan worden uitgebreid. Dat komt overeen met de internationale afspraken in het raam van de Club van Parijs. Door de eerste minister is daaraan toegevoegd dat België daar bovenop dit jaar vrijwillig een bijdrage van 200 miljoen zal storten in het multilaterale HIPC-fonds dat wordt beheerd door de Wereldbank. Vorig jaar hebben wij trouwens als één van de eersten 100 miljoen gestort voor multilaterale schuldkwijtschelding via de West-Afrikaanse Ontwikkelingsbank die de uitvoeringsagent is voor HIPC in haar regio.

Een ander groot discussiepunt op de conferentie is de internationale publieke ontwikkelingshulp, de ODA. Wij hebben uitgelegd dat België in een meerjarenplanning een aanzienlijke verhoging van zijn uitgaven voor ontwikkelingshulp heeft gepland en dat dit nog dit jaar wordt uitgevoerd en de komende jaren zal worden voortgezet. Zoals in de regeringsverklaring staat, breken we met de dalende trend van de vorige jaren. Dat was bekend maar dat is nu op de conferentie nog eens uitdrukkelijk meegedeeld. Tijdens deze regering de begroting van ontwikkelingssamenwerking verhogen met bijna 50% lijkt me geen kleine prestatie.

Ik heb ook een zeer specifieke toezegging gedaan over een punt waarover we al geruime tijd besprekingen voeren met de UNCTAD. Er is nu op de conferentie beslist in te gaan op één van de "deliverables". We hebben met de UNCTAD afgesproken dat we zullen bijdragen tot de financiering van een programma van vorming en "capacity building" van mensen uit de minst ontwikkelde landen om hen sterker te maken in de onderhandelingen op de internationale handelsfora en met name in de WTO. In samenwerking met en op voorstel van de UNCTAD zal dat programma tijdens de komende weken verder worden uitgewerkt met onze vertegenwoordiging in Genève en worden gebudgetteerd.

Tijdens de ronde tafel over landbouw en voedselzekerheid, die ik samen met mijn Bhutanese collega heb voorgezeten, werd opgemerkt dat in de voorbije tien jaar de publieke ontwikkelingssamenwerking in de landbouwsector daalde met 20%. Wanneer men rekening houdt met de inflatie is de reële daling nog groter, en dat is zeer onrustbarend.

Ook het aandeel van de hulp voor voedselzekerheid blijkt te dalen binnen een - globaal dalende - ontwikkelingshulp. Ik denk dat dit voor ons land niet geldt, maar ik zal het toch laten onderzoeken. De agrarische sector is voor ons een wettelijk vastgelegde prioriteit. Wij hebben pas nog in het kader van de FAO een bijkomend programma ten belope van 250 miljoen frank goedgekeurd. Bovendien is het Overlevingsfonds na een korte inzinking, te wijten aan de wetswijzigingen en het niet onmiddellijk aanpassen van de uitvoeringsbesluiten, opnieuw op kruissnelheid gekomen. De uitgaven van dat fonds worden vanaf dit jaar tot 1 miljard frank per jaar opgetrokken. Die middelen zijn bestemd voor programma's inzake voedselzekerheid.

Ons beleid speelt dus in op de prioriteiten van de MOL-conferentie. Ik hoop volgende week te kunnen zeggen dat de conferentie een succes was en tot optimisme stemt.

-L'incident est clos.

M. le président. - L'ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé.

Les prochaines séances auront lieu le mardi 29 mai 2001 à 10 h et à 14 h.

(La séance est levée à 19 h 25.)