2-351/2

2-351/2

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

3 APRIL 2001


Wetsvoorstel houdende wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met het oog op het verbeteren van de moederschapsbescherming


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEER DALLEMAGNE

Art. 2

In het voorgestelde artikel 114, het tweede en derde lid vervangen als volgt :

« De nabevallingsrust strekt zich uit over een periode van tien weken, die ingaat op de dag van de bevalling.

Die periode wordt verlengd met een verlof voor de thuiskomst van het kind van vier weken, dat ingaat bij het verstrijken van tien weken na de bevalling, wanneer het pasgeboren kind samen met zijn moeder naar huis komt. Bij meerlinggeboorte wordt vier weken bijkomend verlof toegekend voor elk kind dat gelijktijdig met het eerste geboren is. Het verlof voor de thuiskomst van het kind kan door de moeder of door de vader worden opgenomen. Het kan worden gecombineerd met een deeltijdse hervatting van het werk en verlengd gedurende een periode die in verhouding staat tot de arbeidstijdverkorting. »

Verantwoording

Het verlof voor de thuiskomst van het kind is een periode die bedoeld is om de opvang en de integratie van het pasgeboren kind in het gezin en de sociale omgeving ervan te organiseren. Dat is een taak van zowel de vader als de moeder. Een van hen beide kan dit verlof voor de thuiskomst van het kind opnemen.

Dit verlof voor de thuiskomst van het kind kan indien de ouders dit wensen op een soepele manier ingevuld worden en gecombineerd worden met een deeltijdse hervatting van het werk.

Voor de moeder is niettemin een minimumrust verplicht. Daarom werd bepaald dat de nabevallingsrust zich moet uitstrekken over een periode van tien weken na de geboorte van het kind.

Nr. 2 VAN DE HEER DALLEMAGNE

Art. 2

Het voorgestelde artikel 114 aanvullen met de volgende leden :

« De Koning bepaalt de voorwaarden waaronder en de wijze waarop het verlof van de moeder voor de thuiskomst van het kind kan worden omgezet in een verlof van de vader voor de thuiskomst van het kind zoals bepaald in het zevende lid van dit artikel voor de gerechtigde bedoeld in artikel 86, § 1, die de vader is van het kind en die voldoet aan de voorwaarden gesteld in de artikelen 128 tot 134.

De Koning bepaalt onder welke voorwaarden en op welke wijze het verlof van de moeder of van de vader voor de thuiskomst van het kind kan worden gecombineerd met een deeltijdse hervatting van het werk zoals bepaald in het derde lid van dit artikel. »

Verantwoording

De Koning wordt gemachtigd om de voorwaarden en de andere regels te bepalen met betrekking tot het verlof van de vader voor de thuiskomst van het kind en met betrekking tot de aanpassing van het verlof voor de thuiskomst van het kind dat gecombineerd wordt met een deeltijdse hervatting van het werk.

Nr. 3 VAN DE HEER DALLEMAGNE

Art. 3

Het voorgestelde artikel 218 vervangen als volgt :

« Art. 218. ­ De bedragen van de moederschapsuitkeringen zoals bepaald in de artikelen 216 en 217 worden verleend gedurende de hele periode van de voorbevallingsrust, van de nabevallingsrust en van het verlof van de moeder voor de thuiskomst van het kind.

De in het eerste lid bepaalde uitkeringsbedragen zijn van overeenkomstige toepassing indien het verlof voor de thuiskomst van het kind wordt opgenomen door de vader. »

Verantwoording

Dit amendement strekt ertoe aan de vader die het verlof voor de thuiskomst van het kind opneemt, dezelfde uitkering te geven als die waarop de moeder recht zou hebben.

Georges DALLEMAGNE.