2-108

2-108

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 26 APRIL 2001 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Vincent Van Quickenborne aan de minister van Binnenlandse Zaken, aan de minister van Justitie en aan de minister van Financiën over «de bestrijding van de georganiseerde misdaad en de georganiseerde financiële en economische delinquentie» (nr. 2-580)

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - De georganiseerde criminaliteit houdt de Senaat reeds een hele tijd bezig. Tijdens de vorige regeerperiode was er de parlementaire onderzoekscommissie onder leiding van de heer Vandenberghe en nu is er een opvolgingscommissie, die verleden week een eerste tussentijds verslag heeft voorgesteld. Volgende week organiseert de Senaat een minidebat over dit belangrijke thema.

De Directie georganiseerde criminaliteit, die ressorteert onder de Algemene directie gerechtelijke politie, heeft in samenspraak met het college van procureurs-generaal 4 operationele projecten opgezet: het project Russische maffia, het project criminele motorbendes, het project Aziatische maffia en het project Italiaanse maffia. De Centrale dienst ter bestrijding van de financiële en economische delinquentie, CDGEFID, die bestaat uit 22 onderzoekers en 12 fiscale ambtenaren die nog moeten worden aangeworven, ressorteert eveneens onder deze algemene directie.

Kan de minister verklaren waarom hij niet is ingegaan op de aanbeveling van het jaarverslag georganiseerde misdaad 1999 om ook een project rond de Albanese maffia op te zetten? Recente gebeurtenissen in Antwerpen, waaronder een steekpartij in het Schipperskwartier en een schietpartij in de Dambruggestraat, hebben duidelijk aangetoond dat de Albanese maffia een groot probleem is. Acht de minister het misschien niet prioritair om een totaalbeeld van de activiteiten van deze maffia te krijgen? Wil hij op korte termijn, in samenspraak met het college van procureurs-generaal, een project Albanese maffia opstarten?

Is het juist dat vijf Nederlandstalige inspecteurs van de CDGEFID bezig zijn met het onderzoek naar Lernout & Hauspie? Hoe ziet het taalkader van de dienst eruit? Is de personeelsbezetting van de CDGEFID voldoende om naast een ondersteunende rol ten volle een operationele opdracht waar te nemen?

Is de minister van plan om naast de geplande aanwerving van 12 voorziene fiscale ambtenaren de personeelsformatie van de CDGEFID nog verder uit te breiden? Uit de perikelen omtrent de zoektocht naar 8 miljoen frank voor de bijkomende BTW-inspecteurs, waarvan de Financieel-Economische Tijd deze week melding maakte, blijkt immers dat er sprake is van onderbezetting. Bovendien speelt deze dienst een cruciale rol en heeft hij een belangrijk terugverdieneffect? Meer investeringen in mensen en middelen zullen de belastingbetaler dan ook ten goede komen.

Zowel de Directie georganiseerde criminaliteit als de CDGEFID onderzoeken het vermogen van criminele organisaties en individuen. Is de minister van plan maatregelen te treffen om het capaciteitsverlies door dubbel werk te vermijden?

De heer Marc Verwilghen, minister van Justitie. - De heer Van Quickenborne verwees naar het verslag dat eertijds werd opgesteld door de parlementaire onderzoekcommissie inzake de georganiseerde criminaliteit en naar het tussentijdsverslag van de opvolgingscommissie. We zouden ons evenwel verkijken indien we van oordeel waren dat het oprichten van een specifieke cel volstaat. We mogen ook niet de indruk wekken dat daarnaast op het terrein niets gebeurt. Dat stemt niet overeen met de realiteit. Het is niet omdat er geen specifiek operationeel project rond de Albanese maffia is, dat deze problematiek geen aandacht krijgt.

Er worden wel degelijk inspanningen gedaan om de Albanese maffia te bestrijden, meer bepaald op het vlak van de mensenhandel, inzonderheid de prostitutie, van de georganiseerde diefstallen door rondtrekkende dadersgroepen en van het geweld tegen personen, meer specifiek in de portierswereld.

Dat neemt niet weg dat we, gelet op recente gebeurtenissen in Antwerpen, de Albanese maffia misschien meer projectmatig moeten benaderen. Daarover voeren we trouwens gesprekken met het college van procureurs-generaal. Deze ochtend nog hebben we samen belangrijke nieuwe beslissingen genomen. Zo zullen we netwerken uitbouwen rond een aantal uitgesproken vormen van georganiseerde criminaliteit. Hiervoor zullen we een beroep doen op specialisten van het openbaar ministerie, de academische wereld en de politiewereld.

Een projectmatige aanpak van de Albanese maffia vereist echter het inzetten van personeel en zal dus ten koste gaan van een andere taak of een bijkomende financiële inspanning vergen.

In het dossier Lernout & Hauspie heeft zich vandaag een belangrijke wijziging voorgedaan. De belangrijkste personen in dit dossier werden voor ondervraging voorgeleid bij de onderzoekrechter. We wachten de resultaten af.

Vijf van de dertien Nederlandstalige leden van de CDGEFID zijn ter beschikking gesteld van de gerechtelijke eenheid in Ieper. De eenheid in Ieper heeft zelf medewerkers die deze vijf inspecteurs de nodige assistentie en ondersteuning kunnen geven.

De CDGEFID telt dertien Nederlandstaligen en zeven Franstaligen. Het is het echter te vroeg om nu al uitsluitsel te geven over de vraag of die gespecialiseerde eenheid, die strijd levert tegen economische en financiële delinquentie, voldoende bestaft is. De politiehervorming is nog maar juist geïmplementeerd. Zo'n uitbreiding hangt af van diverse factoren. Wat verwacht het centrale niveau van de onderzoeksopdrachten.? Hoe zullen de financiële afdelingen in de GDA's verder worden uitgebouwd? Hoe zal de symbiose verlopen tussen de CDGEFID en de Centrale dienst voor de bestrijding van corruptie, die onder één directie zijn samengebracht. Hoe voert de CDGEFID de prioritaire opdrachten uit die het in het kader van het nationaal veiligheidsplan heeft gekregen? Hoe worden de vacatures die er ingevolge de nieuwe mobiliteitsregels zullen komen, ingevuld?

We hebben trouwens afgesproken op het einde van het jaar, na één jaar werking, een evaluatie te maken en op basis van de behoeftestudie die momenteel met het oog op die evaluatie wordt gemaakt, na te gaan of een uitbreiding al dan niet nodig is.

Het begrotingsprobleem van 8 miljoen waarop de heer Van Quickenborne alludeert, heeft niets te maken met het ter beschikking stellen van 12 fiscale ambtenaren, 5 van Douane en Accijnzen, 4 van de BTW en 3 van de Directe Belastingen. Die terbeschikkingstelling is het concrete gevolg van het koninklijk besluit van 22 december 2000, dat eindelijk de wet van 30 maart 1994 uitvoert. Gedurende zes jaar heeft men zich daar dus in passiviteit gehuld, maar die is nu doorbroken. De wet van 20 juli 2000 bepaalt dat in de gebouwen van de CDGEFID een ondersteunende cel ad hoc zal worden geïnstalleerd. Dat kadert in het samenwerkingsakkoord inzake de strijd tegen de carrouselfraude dat de ministers van Justitie en Financiën hebben gesloten. Regeringscommissaris Alain Zenner voert daartoe op het ogenblik de nodige besprekingen. Er is ook een vergadering gepland op 2 mei eerstkomend met Binnenlandse Zaken en Justitie waarop we zullen proberen om het probleem van de 8 miljoen definitief op te lossen.

Anders dan binnen de Directie ECOFIN is het patrimoniumonderzoek dat wordt gevoerd door de Directie georganiseerde criminaliteit, een ondersteunend onderzoek voor die types van misdrijven waarbij het patrimoniumonderzoek niet gekoppeld is aan het basismisdrijf. Mensenhandel en verdovende middelen zijn hiervan voorbeelden. Binnen de matrixstructuur van de Algemene Directie Gerechtelijke Politie spitst de Directie DJF zich toe op ondersteuning en operationaliteit inzake basismisdrijven. In de financiële sector is het patrimoniumonderzoek mutatis mutandis onafscheidelijk verbonden met het basismisdrijf. Elk onderzoek naar bedrieglijke bankbreuk en verduistering van activa houdt automatisch een patrimoniumonderzoek. Gelet op het voorafgaande kan hier dus geen sprake zijn van capaciteitsverlies, maar wel van een complementaire werking van de betrokken directies in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit.

Hiermee heb ik op de vijf vragen geantwoord, maar ik geef graag toe dat de materie volop in beweging is. Dat is niet zozeer het gevolg van de recente aanbevelingen van de parlementaire opvolgingscommissie, maar van de algemene opties van het federaal veiligheids- en detentieplan.

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - Ik dank de minister voor zijn uitgebreid antwoord en heb nog twee korte vragen.

Is de personeelsformatie van de CDGEFID - 13 Nederlandstaligen en 7 Franstaligen - ook volledig ingevuld? Zit er op elke plaats een man of een vrouw of zijn er lacunes?

De minister heeft ook verwezen naar de voorleidingen in de zaak Lernout & Hauspie. Klopt het dat de CDGEFID dat onderzoek volledig aan het parket van Ieper zal afstaan? Heeft de minister meer informatie over de mogelijke aanhouding van de mensen die voor verhoor zijn meegenomen?

De heer Marc Verwilghen, minister van Justitie. - De personeelsformatie van de CDGEFID is op één na volledig ingevuld, maar het spreekt voor zich dat we bij de evaluatie op het einde van het jaar zullen moeten nagaan of het huidige personeelsformatie voldoende ruim is.

Op verzoek van het parket van Ieper en van de procureur des Konings heeft de CDGEFID assistentie verleend. Deze zaak bevindt zich immers in een cruciale onderzoeksfase. De CDGEFID zal bijstand en ondersteuning leveren zo lang het nodig is voor het onderzoek.

Wat er met de personen die worden verhoord, gebeurt, beslist de onderzoeksrechter wellicht in de loop van vandaag en zeker ten laatste 24 uur na de voorleiding van de betrokkenen.