2-107

2-107

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 19 APRIL 2001 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Jacques Devolder aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over «het falend optreden van de administratie bij noodzakelijke hulpverlening aan Belgen in het buitenland» (nr. 2-565)

De voorzitter. - Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, antwoordt namens de heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken.

De heer Jacques Devolder (VLD). - Tijdens buitenlandse opdrachten heb ik geregeld kunnen vaststellen dat de opdrachthouders van Buitenlandse Zaken plichtsbewust de belangen en de opvang van de Belgen in het buitenland ter harte nemen. Jammer genoeg blijkt dit niet altijd het geval te zijn.

Enkele weken geleden werd een Belgische onderdaan het slachtoffer van fysieke agressie tijdens een vakantieverblijf in Spanje. In een poging om te beletten dat haar kind werd gekidnapt werd de vrouw door haar agressor met messteken zwaar verwond.

De feiten bleven uiteraard niet onbesproken in de media, die een woordvoerder van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan het woord lieten. Die deelde mee dat Buitenlandse Zaken de familie van het slachtoffer in België onmiddellijk had verwittigd en intussen de repatriëring van het slachtoffer en haar gelukkig ongedeerd gebleven dochtertje voorbereidde. Volgens het relaas dat de familie aan de pers doorgaf, zag de werkelijkheid er helemaal anders uit. De ouders van het slachtoffer hebben op geen enkel moment een bericht van Buitenlandse Zaken ontvangen en hebben de repatriëring zelf moeten regelen in samenwerking met hun ziekenfonds.

Uit dit feitenrelaas kunnen wij slechts concluderen dat de bevoegde diensten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken hier schromelijk in gebreke zijn gebleven. Mijn vraag is dan ook of de vice-eerste minister het niet opportuun acht zijn ambtenaren nogmaals nadrukkelijk te herinneren aan de procedures die in dergelijke gevallen wenselijk en noodzakelijk zijn.

Mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken. - Op zondag 1 april is een Belgische onderdaan het slachtoffer geworden van een agressie waarna ze werd zwaar gewond in een ziekenhuis te Huelva opgenomen. Het Belgisch ereconsulaat te Malaga heeft de persoon die de wachtdienst in het hoofdbestuur vervulde, in de late namiddag ingelicht. Op dat ogenblik was nog niet duidelijk hoe de repatriëring van het negenjarig dochtertje van het slachtoffer moest worden georganiseerd, aangezien het consulaat deze kwestie nog niet met de verantwoordelijke van het reisgezelschap had besproken.

Toen de persoon die van wacht was, in de vroege namiddag door een journalist werd gecontacteerd, was hij nog niet van op de hoogte van de afspraak tussen het consulaat en de verantwoordelijke van het reisgezelschap dat de groepsbegeleidster en de verzekeringsmaatschappij de repatriëring zouden regelen. Hij kon deze informatie dan ook niet aan de betrokken journalist meedelen.

Aangezien de verzekeringsmaatschappij en het reisgezelschap zelf de repatriëring op zich namen, achtte het ereconsulaat te Malaga het niet noodzakelijk te vragen om de kanalen van Buitenlandse Zaken voor de verdere afhandeling in te schakelen. De wachtdienst van het ministerie kreeg dan ook geen informatie over personen of instanties die in België moesten worden gecontacteerd. Het ereconsulaat heeft wel zijn volledige medewerking verleend aan de praktische organisatie van de repatriëring.

Het is juist dat de betrokken journalist achteraf geen informatie heeft gekregen inzake de afgesproken modaliteiten van repatriëring. Dit is te wijten aan het feit dat niet de reguliere woordvoerder van het departement deze journalist te woord stond, wat normaal gebeurt, maar wel de persoon die op die dag rechtstreeks verantwoordelijk was voor de wachtpermanentie.

Ik beaam volmondig dat de opvang van landgenoten die in het buitenland in moeilijkheden verkeren in de beste omstandigheden ter harte dient te worden genomen, ook wat de informatie aan de familie en de pers betreft. In die zin hebben we de verantwoordelijken van het departement opdracht gegeven hieraan in de toekomst nog meer dan voorheen bijzondere aandacht te schenken.

De heer Jacques Devolder (VLD). - Ik dank U voor uw antwoord. Ik dring er wel op aan dat de belangen van onze inwoners, waarvan er velen in Spanje overwinteren - alleen al in de provincie Alicante tussen Valencia en de stad Alicante zou het gaan om ca. 200.000 mensen - maximaal worden behartigd.